ECLI:NL:OGEAA:2020:266
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
- Kort geding
- M.E.B. de Haseth
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van eiser in kort geding wegens openstaande bestuursrechtelijke rechtsgang
In deze zaak heeft eiser, procederend in persoon, een kort geding aangespannen tegen de publiekrechtelijke rechtspersoon Land Aruba. Eiser vorderde de afgifte van een kopie van zijn volledige dossier, dat hij nodig had in verband met een arbeidsbeëindigingsgeschil met zijn voormalige werkgever, D. Evers Security Corporation N.V. Eiser had eerder verzoeken ingediend bij de Directie Arbeid en Onderzoek (DAO) om toegang tot zijn dossier, maar deze verzoeken waren niet ingewilligd. Het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba heeft de procedure schriftelijk gevoerd, mede door de coronamaatregelen.
Het Gerecht oordeelde dat eiser niet-ontvankelijk was in zijn vordering, omdat er een met voldoende waarborgen omklede rechtsgang openstond bij een andere rechter. De Landsverordening persoonsregistratie biedt de mogelijkheid om bezwaar te maken tegen beslissingen van bestuursorganen, zoals de DAO, en daartegen beroep in te stellen bij de bestuursrechter. Het Gerecht concludeerde dat de burgerlijke rechter niet bevoegd was om over deze klachten te oordelen, aangezien er een alternatieve rechtsgang beschikbaar was. Eiser's argument dat hij een spoedeisend belang had, veranderde hieraan niets, omdat ook de bestuursrechtelijke rechtsgang de mogelijkheid biedt om een spoedeisende voorziening te vragen.
Uiteindelijk verklaarde het Gerecht eiser niet-ontvankelijk in zijn vordering en veroordeelde hem in de proceskosten, die op nihil werden begroot, aangezien het Land zich had laten vertegenwoordigen door een ambtenaar.