ECLI:NL:OGEAA:2020:27

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
28 januari 2020
Publicatiedatum
10 februari 2020
Zaaknummer
AUA201904029
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Voorlopige ondertoezichtstelling van minderjarigen in Aruba

Op 28 januari 2020 heeft het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba een beschikking gegeven in een zaak betreffende de voorlopige ondertoezichtstelling van zes minderjarigen. De zaak is gestart met een verzoekschrift van de Voogdijraad, ingediend op 15 november 2019, en omvatte een minderjarigenverhoor op 25 november 2019, gevolgd door een mondelinge behandeling op 26 november 2019. Tijdens deze zitting waren de raadsonderzoeker van de Voogdijraad, de moeder, en verschillende vaders aanwezig. De minderjarigen zijn geboren uit verschillende relaties en de ouders hebben uiteenlopende gezagsverhoudingen. De minderjarige sub 1 is geboren uit een affectieve relatie, terwijl de minderjarigen sub 2 en 3 uit een (schijn)huwelijk voortkomen. De vader van sub 1 heeft de minderjarige niet erkend, terwijl de andere vaders wel betrokken zijn bij de gezagsverhoudingen van de andere minderjarigen.

Het Openbaar Ministerie heeft op 3 oktober 2019 de minderjarigen voorlopig aan de Voogdijraad toevertrouwd. De beschikking houdt in dat de minderjarigen voorlopig onder toezicht worden gesteld, met specifieke plaatsingen in kindertehuizen en bij een pleegmoeder. De rechter heeft geoordeeld dat er een acute noodsituatie is die een voorlopige maatregel rechtvaardigt, en heeft de Voogdijraad benoemd als gezinsvoogd. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat de maatregelen onmiddellijk van kracht zijn, totdat er een definitieve beslissing is genomen over de ondertoezichtstelling.

Uitspraak

Beschikking van 28 januari 2020
behorend bij AUA201904029
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
BESCHIKKING
op het verzoek van:
DE VOOGDIJRAAD,
kantoorhoudend in Aruba,
VERZOEKER,
vertegenwoordigd.
om voorlopige ondertoezichtstelling van:
1. [Mindejarige 1]geboren op [geboortedatum] 2006 in Aruba,
2. [Mindejarige 2]geboren op [geboortedatum] 2009 in Aruba,
3. [Mindejarige 3]geboren op [geboortedatum] 2011 in Aruba,
4. [Mindejarige 4]geboren op [geboortedatum] 2013 in Aruba,
5. [Mindejarige 5]geboren op [geboortedatum] 2016 in Aruba,
6. [Mindejarige 6]geboren op [geboortedatum] 2018 in Aruba,
de minderjarigen,
Belanghebbenden:
[Naam moeder 1], de moeder,
[Naam vader 1],de biologische vader van de minderjarige sub 1,
[Naam vader 2], de juridische vader van de minderjarigen sub 2 en 3,
[Naam vader 3], de vader van de minderjarigen sub 4 t/m 6 en de biologische vader van de minderjarigen sub 2 en 3,
[Naam voorgestelde gezinsvoogd],de voorgestelde gezinsvoogd.

1.DE PROCEDURE

De procedure blijkt uit:
- het verzoekschrift ingediend op 15 november 2019,
- het minderjarigenverhoor van [minderjarige] op 25 november 2019,
- de mondelinge behandeling ter zitting met gesloten deuren van 26 november 2019, waar zijn verschenen de raadsonderzoeker van de Voogdijraad, mevrouw [naam raadsonderzoeker], de moeder en de vader [naam vader 3] in persoon, de vader [naam vader 1] en [Naam pleegmoeder] in persoon en de voorgestelde gezinsvoogd.
De

2.DE FEITEN

2.1
De minderjarige sub 1 is geboren uit de affectieve relatie tussen de moeder en [Naam vader 1]. De vader heeft de minderjarige niet erkend. De moeder oefent het gezag over de minderjarige alleen uit.
2.2
De minderjarigen sub 2 en 3 ([minderjarige 2] en [minderjarige 3]) zijn geboren uit het (schijn) huwelijk tussen de vader [naam vader 2] en de moeder. De ouders oefenen het gezag over de minderjarigen sub 2 en 3 gezamenlijk uit. [Naam vader 2] en de moeder zijn gescheiden.
2.3
De vader [naam vader 3] is de biologische vader van de minderjarigen sub 2 en 3.
2.4
De minderjarigen sub 4 t/m 5 zijn geboren uit de affectieve relatie tussen de moeder en de vader [naam vader 3]. De vader [naam vader 3] heeft de minderjarigen sub 4 t/m 5 erkend. De moeder oefent het gezag over de minderjarigen sub 4 t/m 5 alleen uit.
2.5
Op 3 oktober 2019 heeft het openbaar ministerie de minderjarigen voorlopig aan de Voogdijraad toevertrouwd. Sinds 21 oktober 2019 verblijft de minderjarige sub 1 bij mevrouw [Naam pleegmoeder], de minderjarigen sub 2 en 3 in het kindertehuis Imeldahof en de minderjarigen sub 4 t/m 6 in het kindertehuis Casa Cuna.

3.HET VERZOEK

Verzocht wordt de minderjarigen voorlopig onder toezicht te stellen totdat op het verzoek tot ondertoezichtstelling bij gewijsde is beslist, met de plaatsing van de minderjarige sub 1 bij mevrouw [Naam pleegmoeder], de minderjarigen sub 2 en 3 in het kindertehuis Imeldahof en de minderjarigen sub 4, 5 en 6 in het kindertehuis Casa Cuna en met benoeming van [Naam voorgestelde gezinsvoogd] als gezinsvoogd.

4.DE BEOORDELING

4.1
Het onderhavige verzoek is gegrond op artikel 1:257 van het Burgerlijk Wetboek van Aruba (BWA).
Ingevolge artikel 1:254 e.v. BWA kan de rechter, indien een kind zodanig opgroeit dat het met zedelijke of lichamelijke ondergang wordt bedreigd, het kind onder toezicht stellen, met benoeming van een gezinsvoogd en met uithuisplaatsing, indien dit in het belang van de verzorging en opvoeding noodzakelijk is.
Ingevolge artikel 1:257 BWA kan de rechter, hangende het onderzoek, het kind voorlopig onder toezicht stellen.
4.2
Uit voornoemde bepalingen vloeit voort dat de voorlopige maatregel slechts kan worden genomen indien een verzoek of vordering tot ondertoezichtstelling is gedaan, en de uitkomst van het onderzoek niet kan worden afgewacht. Het moet dus gaan om een acute noodsituatie. Ter beoordeling ligt dus thans voor de vraag of het dringend en onverwijld noodzakelijk is de minderjarigen, hangende het onderzoek naar de vraag of de ondertoezichtstelling geboden is, voorlopig onder toezicht te stellen en hen te doen opnemen in een inrichting of elders dan in een inrichting.
4.3
Uit de verkregen informatie blijkt dat het dringend en onverwijld noodzakelijk is de minderjarigen, hangende een nader in te stellen onderzoek naar de vraag of de ondertoezichtstelling geboden is, voorlopig onder toezicht te stellen, met plaatsing van de minderjarige sub 1 bij mevrouw [naam pleegmoeder], de minderjarigen sub 2 en 3 in het kindertehuis Imeldahof en de minderjarigen sub 4, 5 en 6 in het kindertehuis Casa Cuna.

5.DE BESLISSING

Het gerecht:
stelt met ingang van heden en totdat omtrent de ondertoezichtstelling bij gewijsde is beslist, voorlopig onder toezicht, de minderjarigen:
[Mindejarige 1], geboren op [geboortedatum] 2006 in Aruba,
[Mindejarige 2], geboren op [geboortedatum] 2009 in Aruba,
[Mindejarige 3], geboren op [geboortedatum] 2011 in Aruba,
[Mindejarige 4], geboren op [geboortedatum] 2013 in Aruba,
[Mindejarige 5], geboren op [geboortedatum] 2016 in Aruba,
[Mindejarige 6], geboren op [geboortedatum] 2018 in Aruba,
beveelt de plaatsing van voornoemde minderjarige [Mindejarige 1] bij [naam pleegmoeder], gedurende de voorlopige ondertoezichtstelling,
beveelt de plaatsing van voornoemde minderjarigen [Mindejarige 2] en [Mindejarige 3] in het kindertehuis Imeldahof, gedurende de voorlopige ondertoezichtstelling
beveelt de plaatsing van voornoemde minderjarigen [Mindejarige 4], [Mindejarige 5] en [Mindejarige 6] in het kindertehuis Casa Cuna, gedurende de voorlopige ondertoezichtstelling
benoemt [Naam voorgestelde gezinsvoogd] als gezinsvoogd over de minderjarigen,
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is gegeven op 28 januari 2020 door mr. E.M.D. Angela, rechter in dit gerecht, in tegenwoordigheid van de griffier.