ECLI:NL:OGEAA:2020:29

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
22 januari 2020
Publicatiedatum
10 februari 2020
Zaaknummer
AUA201800165
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • A.H.M. van de Leur
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verdeling van eigendomsgrond en medewerking aan verkoop tussen deelgerechtigden

In deze zaak, die voor het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba is behandeld, hebben eisers, bestaande uit meerdere personen wonende in Aruba, een verzoek ingediend tegen een gedaagde die in Houston, Verenigde Staten, woont. De eisers vorderen dat de gedaagde wordt bevolen mee te werken aan de verdeling en levering van een perceel eigendomsgrond in Aruba, dat kadastraal bekend is en een oppervlakte heeft van 489 m2. De eisers stellen dat zij deelgerechtigd zijn tot de nalatenschap van de erflaters van het perceel en dat zij recht hebben op verdeling van het onroerend goed. De gedaagde heeft verweer gevoerd tegen deze vordering.

Het Gerecht heeft vastgesteld dat er geen geschil bestaat over het feit dat de partijen deelgerechtigd zijn aan het perceel. De eisers hebben een taxatierapport overgelegd waaruit blijkt dat de waarde van het perceel Afl. 180.000,-- bedraagt. De gedaagde heeft de betrouwbaarheid van dit rapport niet voldoende gemotiveerd bestreden. De eisers hebben ook aangegeven dat er een koper is die bereid is het perceel te kopen voor Afl. 150.000,--. Het Gerecht heeft geoordeeld dat er geen feiten zijn die een ander oordeel rechtvaardigen en heeft de vordering van de eisers toegewezen.

In de uitspraak heeft het Gerecht de gedaagde bevolen mee te werken aan de verkoop van het perceel en heeft het een voormalig gerechtsdeurwaarder benoemd als onzijdig persoon om de gedaagde te vertegenwoordigen indien zij niet meewerkt. Tevens zijn de proceskosten tussen partijen gecompenseerd, zodat ieder zijn eigen kosten draagt. Dit vonnis is uitgesproken door mr. A.H.M. van de Leur op 22 januari 2020.

Uitspraak

Vonnis van 22 januari 2020 (bij vervroeging)
Behorend bij A.R. no. AUA201800165
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
VONNIS in de zaak van:
[EISER 1],
[EISER 2],
[EISER 3],
[EISER 4],
[EISER 5],
[EISERES 6],
[EISERES 7],
allen wonende in Aruba,
eisers,
hierna gezamenlijk ook te noemen: [eisers],
procederend in persoon,
tegen:
[GEDAAGDE],
wonende in Houston (Verenigde Staten van Amerika),
gedaagde,
hierna ook te noemen: [gedaagde],
procederende in persoon.

1.HET PROCESVERLOOP

1.1
Het procesverloop blijkt uit:
-het verzoekschrift, met producties;
-de conclusie van antwoord, met producties;
-de conclusie van repliek, met producties;
-de conclusie van dupliek, met producties;
-de op 18 september 2019 genomen akte uitlating producties.
1.2
Vonnis is nader bepaald op heden.

2.DE STANDPUNTEN VAN PARTIJEN

2.1 [
Eisers] verzoeken dat het Gerecht bij vonnis [gedaagde] beveelt mee te werken aan de verdeling c.q. de levering van het in Aruba te [adres] gelegen perceel eigendomsgrond, groot 489 m2, kadastraal bekend als [kadastraal nummers], met het daarop gebouwde (hierna: het perceel) en voor het geval [gedaagde] die medewerking niet verleend een onzijdig persoon benoemt.
2.2 [
Gedaagde] voert verweer.

3.DE BEOORDELING

3.1
Niet in geschil is tussen partijen dat (ook) zij deelgerechtigd zijn tot de (tot heden in elk geval op dit onderdeel onverdeeld gebleven) nalatenschappen van de bij partijen genoegzaam bekende erflaters behorende perceel. Uit artikel 3:178 BW vloeit voort dat niemand is gehouden om in zo’n onverdeeldheid te blijven, en te allen tijde de verdeling daarvan kan vorderen, behoudens de in dat artikel vermelde uitzonderingen. Dat te dezen sprake is van zo’n uitzondering is gesteld noch gebleken.
3.2 [
Eisers] wensen tot verdeling van het perceel over te gaan, in die zin dat het perceel wordt verkocht teneinde de netto-verkoopopbrengst daarvan te verdelen onder de deelgerechtigden tot het perceel. In het licht daarvan hebben [eisers] een taxatierapport overgelegd, waarin staat vermeld dat de vrije marktwaarde van het perceel inclusief het daarop gebouwde per eind januari 2015 Afl. 180.000,-- bedraagt en de executiewaarde Afl. 144.000,--. Naar het oordeel van het Gerecht heeft [gedaagde] de betrouwbaarheid van (de inhoud van) dat rapport niet of onvoldoende gemotiveerd bestreden. Dit temeer omdat uit de door [eisers] overgelegde verklaring van de Inspecteur der Belastingen blijkt dat het perceel per 17 februari 2017 een leggerwaarde heeft van Afl. 146.050,--.
3.3
In het licht van vorenstaande stellen [eisers] dat er een koper is die tot koop van het perceel wenst over te gaan voor een bedrag van Afl. 150.000,--. [Gedaagde] heeft in dat verband niet gesteld, althans onvoldoende gemotiveerd gesteld, dat die koopprijs onaanvaardbaar laag is.
3.4
Vorenstaande en het bepaalde in artikel 3:181 BW brengen mee dat de vordering van [eisers] zal worden toegewezen als na te melden. Er zijn geen feiten of omstandigheden gesteld of gebleken die een ander oordeel kunnen dragen.
3.5
In de aard van dit geschil ziet het Gerecht aanleiding om de proceskosten te compenseren tussen partijen, aldus dat ieder van hen de eigen kosten draagt.

4.DE UITSPRAAK

Het Gerecht:
-beveelt [gedaagde] om mee te werken aan de verkoop en levering van het perceel teneinde de netto-verkoopopbrengst daarvan te verdelen tussen de deelgerechtigden tot dat perceel onder de voorwaarde dat de koopprijs (kosten koper) daarvan minimaal Afl. 150.000,-- bedraagt;
-benoemt voormalig gerechtsdeurwaarder [naam voormalig gerechtsdeurwaarder] tot onzijdig persoon om [gedaagde] voornoemd te vertegenwoordigen indien zij weigerachtig is en blijft om onverwijld haar medewerking in de hiervoor omschreven zin te verlenen;
-compenseert de proceskosten tussen partijen, aldus dat ieder van hen de eigen kosten draagt.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.H.M. van de Leur, rechter, en is bij vervroeging uitgesproken ter openbare terechtzitting van woensdag 22 januari 2020 in aanwezigheid van de griffier.