ECLI:NL:OGEAA:2020:297

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
1 juli 2020
Publicatiedatum
15 juli 2020
Zaaknummer
AUA202000823 KG
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
  • M.E.B. de Haseth
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vonnis in kort geding over opheffing van conservatoir beslag in huurkoopkwestie

In deze zaak, die diende voor het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, heeft Pro Care Services N.V. (hierna: Pro Care) een kort geding aangespannen tegen de naamloze vennootschappen Propiedades N.V. en Activa Trading N.V. (hierna: Propiedades en Activa) met als doel de opheffing van een door Propiedades gelegd conservatoir beslag. De procedure volgde op een huurkoopovereenkomst waarbij Pro Care een Mercedes Benz in huurkoop had gekocht van Propiedades, maar geen van de afgesproken termijnen had betaald. Propiedades en Activa hebben de huurkoopovereenkomsten ontbonden en Pro Care gesommeerd de voertuigen terug te geven. Pro Care heeft echter de Mercedes aan een derde afgegeven als garantie voor een lening, wat in strijd was met de huurkoopovereenkomst. Het Gerecht heeft geoordeeld dat Pro Care niet-ontvankelijk is in haar vordering tegen Activa, omdat het beslag door Propiedades was gelegd. Wat betreft de vordering tegen Propiedades heeft het Gerecht geoordeeld dat Pro Care onvoldoende bewijs heeft geleverd dat de vordering van Propiedades ondeugdelijk was. De vordering van Pro Care tot opheffing van het beslag is afgewezen, en Pro Care is veroordeeld in de proceskosten. Het vonnis is uitgesproken op 1 juli 2020.

Uitspraak

Vonnis in kort geding van 1 juli 2020
Behorend bij AUA202000823 KG
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
VONNIS IN KORT GEDING
in de zaak van:
de naamloze vennootschap
PRO CARE SERVICES N.V.,
te Aruba,
EISERES, hierna te noemen: Pro Care,
gemachtigde: de advocaat mr. M.B. Boyce,
tegen:
de naamloze vennootschappen
PROPIEDADES N.V.,
ACTIVA TRADING N.V.,
te Aruba,
GEDAAGDEN, hierna te noemen: Propiedades en Activa,
gemachtigde: de advocaat mr. D.G. Kock,

1.DE PROCEDURE

1.1
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het verzoekschrift met producties;
- de conclusie van antwoord met producties;
- de conclusie van repliek met producties;
- de producties zijdens partijen;
- de pleitnota van Pro Care;
- de mondelinge behandeling op 16 juni 2020.
1.2
Aan partijen is meegedeeld dat vandaag vonnis zou worden gewezen.

2.DE VASTSTAANDE FEITEN

2.1
Op 23 mei 2019 heeft Propiedades aan Pro Care een witte Mercedez Benz, model C200, in huurkoop verkocht. In artikel 2 van de huurkoopovereenkomst is bepaald dat Pro Care de huurkoopprijs in drie termijnen betaalt, te weten een aanbetaling van Afl. 25.000,- op 30 mei 2019 en twee maandelijkse termijnen van Afl. 25.000,- op 28 juni en 16 augustus 2019. Pro Care heeft geen van de termijnen betaald.
2.2
In artikel 4 van de huurkoopovereenkomst is voor zover hier van belang het volgende bepaald:
“Zolang de koper niet de gehele huurkoopprijs en al hetgeen hij te dezer zake verschuldigd is of wordt zal, hebben voldaan, zal hij de Auto niet aan derden in gebruik mogen geven, noch in eigendom overdragen en zal hij gehouden zijn daarvoor als een goede huisvader te zorgen (…)”.
2.3
In artikel 8 van de huurkoopovereenkomst is voor zover hier van belang het volgende bepaald:
“In alle gevallen waarin:
a. de koper ingebreke blijft, na deswege in gebreke te zijn gesteld, in het betalen van een of meer termijnen der huurkoopsom;
(…)
c. de koper handelt in strijd met enige op hem rustende verplichting;
(…)
zal de verkoper gerechtigd zijn te zijner keuze het gekochte terug te nemen, of het uit overeenkomst verschuldigde terstond en in zijn geheel op te eisen, (…) Bovendien zal, ongeacht de door de verkoper gedane keus, de koper in de gevallen vermeld sub a, b, c en g gehouden zijn tot betaling ener boete van 25% van de totale koopprijs, onverminderd des verkopers recht op volledige vergoeding der door hem geleden schade.(…).”
2.4
Op 24 mei 2019 heeft Activa aan Pro Care een pick-up Lifan in huurkoop verkocht voor Afl. 20.000,-. Op 24 mei en 25 juni 2019 heeft Pro Care de eerste twee termijnen betaald tot een totaalbedrag van Afl. 10.000,-.
2.5
Omstreeks 11 juli 2019 heeft Pro Care een bedrag van Afl. 15.000,- van een derde, A. Morales, handelaar in tweedehands auto’s, geleend. Ter garantie aan Morales dat dit bedrag zal worden terugbetaald, heeft Pro Care de Mercedes aan hem afgegeven.
2.6
Bij brief van 5 augustus 2019 hebben Propiedades en Activa de onderscheiden huurkoopovereenkomsten met Pro Care wegens niet-nakoming ontbonden en Pro Care gesommeerd om de Mercedes en de pick-up bij hen in te leveren.
2.7
Op 16 augustus 2019 hebben Propiedades en Activa onderscheiden verzoeken tot teruggave van de Mercedes, onderscheidenlijk de pick-up, bij het Gerecht ingediend.
2.8
Op 19 augustus 2019 heeft Activa de pick-up teruggenomen.
2.9
Op 28 augustus 2019 heeft Propiedades de Mercedes bij Morales aangetroffen. Propiedades heeft het bedrag van Afl.15.000,- dat Pro Care van Morales had geleend aan Morales betaald om de Mercedes te kunnen meenemen.
2.1
Bij onderscheiden vonnissen van dit Gerecht van 6 november 2019 zijn Propiedades en Activa in de met voormelde verzoeken van 16 augustus 2019 aangevangen procedures tot teruggave van de Mercedes en pick-up veroordeeld tot betaling van de proceskosten aan Pro Care voor een bedrag van Afl. 1.250,- elk.
2.11
Bij brief van 14 november 2019 heeft de gemachtigde van Propiedades en Activa de gemachtigde van Pro Care het volgende geschreven:
“Bij vonnis van 6 november 2019 zijn mijn beide clienten veroordeeld aan de uwe te betalen de proceskosten van Afl. 1250 elk. Deze veroordeling zijn in principe het resultaat van het feit dat clienten de auto’s zelf hadden teruggenomen.
Zoals u wellicht bekend heeft uw cliente de auto Mercedes Benz C200 van cliente in pand gegeven aan een derde voor het bedrag van Af 15.000,-. Natuurlijk was dit onbevoegdelijk geschied daar uw cliente wist dat de auto niet haar eigendom was.
Mijn cliente heeft aan de pandhouder het verschuldigde bedrag betaald, zodat uw cliente dit thans aan de mijne verschuldigd is. Als eerste verrekend cliente de schuld van 2 keer
Af 1.250,- (de hierboven vermelde proceskosten) daarmee zodat die schuld is betaald en is uw cliente alsdan Af 12.500,- aan de mijne verschuldigd.
Ik sommeer uw cliente om deze schuld uiterlijk binnen een week na heden af te lossen, bij gebreke waarvan cliente onverkort de nodige vervolg maatregelen zal treffen.”
2.12
Bij beschikking van 6 februari 2020 heeft het Gerecht Propiedades verlof verleend om ten laste van Pro Care onder Fundacion Parke Nacional Arikok (FPNA) conservatoir derdenbeslag te leggen ter verzekering en om betaling te verkrijgen van een bedrag van Afl. 40.000,-.
2.13
Op 7 februari 2020 is namens Propiedades conservatoir derdenbeslag gelegd ten laste van Pro Care onder FPNA voor een bedrag van Afl. 40.000,-.

3.DE STANDPUNTEN VAN PARTIJEN

3.1
Pro Care vordert bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad opheffing van het ten laste van Pro Care door Propiedades gelegde conservatoir derdenbeslag, althans Propiedades te bevelen binnen 2 uur na betekening van dit vonnis het door haar ten laste van Pro Care gelegde beslag op te heffen op straffe van een dwangsom van Afl. 1.000 voor iedere dag of gedeelte van een dag dat Propiedades dit bevel niet opvolgt, met dien verstande dat Propiedades te dezen maximaal Afl. 50.000,- aan dwangsommen kan verbeuren per niet opgeheven beslag, met veroordeling van Propiedades en Activa in de kosten van dit geding, te vermeerderen met de wettelijke rente over deze kosten.
3.2
Pro Care legt aan de vordering het volgende ten grondslag. De vordering van Propiedades waarvoor het beslag is gelegd is ondeugdelijk, omdat Propiedades ten tijde van de beslaglegging geen vordering op haar had ten bedrage van Afl. 33.750,-, maar slechts voor een bedrag van Afl. 2.500,-. Daartoe voert Pro Care aan dat zij de vordering van Propiedades op Pro Care van Afl. 15.000,- heeft verrekend met de vordering van Afl. 10.000,- die zij heeft op Activa en dat zij geen boete uit hoofde van de huurkoopovereenkomst aan Propiedades verschuldigd is, omdat Propiedades haar ter zake niet in gebreke heeft gesteld en bovendien de huurkoopovereenkomst nadien is ontbonden.
3.3
Propiedades en Activa hebben gemotiveerd verweer gevoerd en geconcludeerd dat Pro Care in haar vordering tegen Activa niet-ontvankelijk moet worden verklaard en de vordering tegen Propiedades moet worden afgewezen, kosten rechtens.
3.4
Het Gerecht zal hierna, waar nodig, nader op de standpunten van partijen ingaan.

4.DE BEOORDELING

Inzake Activa
4.1
Het verweer van Activa dat Pro Care niet-ontvankelijk is in haar vordering tegen haar slaagt. Tussen partijen is niet in geschil dat het beslag waarvan de opheffing wordt verzocht door Propiedades is gelegd. Nu voorts voldoende aannemelijk is geworden dat Propiedades en Activa, hoewel zij in deze procedure dezelfde gemachtigde hebben, en deze gemachtigde eveneens bestuurder is van Activa, afzonderlijke entiteiten zijn, valt niet in te zien welk spoedeisend belang Pro Care heeft bij de onderhavige vordering tegen Activa. Pro Care zal daarom niet-ontvankelijk worden verklaard in haar vordering tegen Activa.
Inzake Propiedades
4.2
Gelet op de aard van de vordering heeft Pro Care daarbij een spoedeisend belang.
4.3
Tot opheffing van het beslag is de kortgedingechter onder meer gehouden indien summierlijk van de ondeugdelijkheid van het door de beslaglegger ingeroepen recht of van het onnodige van het beslag blijkt (artikel 705, tweede lid, Rv). Volgens vaste rechtspraak ligt het in de eerste plaats op de weg ligt van degene die de opheffing vordert om met inachtneming van de beperkingen van het kort geding aannemelijk te maken dat de door de beslaglegger gepretendeerde vordering ondeugdelijk of onnodig is. Er zal evenwel beslist moeten worden aan de hand van wat door beide partijen naar voren is gebracht en summierlijk met bewijsmateriaal is onderbouwd. Die beoordeling kan niet geschieden los van de in een zodanig geval vereiste afweging van de wederzijdse belangen, waarbij dient te worden beoordeeld of het belang van de beslaglegger bij handhaving van het beslag op grond van de door deze naar voren gebrachte omstandigheden zwaarder dient te wegen dan het belang van de beslagene bij opheffing van het beslag. Bij die belangenafweging dient in aanmerking te worden genomen dat een conservatoir beslag naar zijn aard ertoe strekt om te waarborgen dat, zo een vooralsnog niet vaststaande vordering in de bodemprocedure wordt toegewezen, verhaal mogelijk zal zijn, terwijl de beslaglegger bij afwijzing van de vordering zal kunnen worden aangesproken voor de door het beslag ontstane schade.
4.4
Propiedades heeft de vordering waarvoor beslag is gelegd als volgt onderbouwd. Pro Care is Propiedades een bedrag van Afl. 15.000,- verschuldigd, te weten het bedrag dat Propiedades aan Morales heeft betaald. Pro Care heeft deze vordering verrekend met de door Propiedades en Activa aan haar verschuldigde proceskosten van in totaal
Afl. 2.500,-, zodat een vordering van Afl. 12.500,- resteert. Verder is Pro Care Propiedades uit hoofde van artikel 8, aanhef en onder c, van de huurkoopovereenkomst een boete verschuldigd van 25% van de koopprijs, te weten Afl. 18.750,-, omdat zij in strijd met de op grond van artikel 4 van de huurkoopovereenkomst op haar rustende verplichting de Mercedes aan een derde heeft afgegeven.
4.5
Pro Care betwist dat Propiedades een vordering van Afl. 12.500,- op haar heeft. Pro Care erkent dat zij na teruglevering van de Mercedes aan Propiedades een bedrag van Afl. 15.000,- aan Propiedades was verschuldigd, te weten het bedrag dat Propiedades aan Morales heeft betaald. Deze schuld is evenwel verrekend met de door Propiedades en Activa aan Pro Care verschuldigde proceskosten van in totaal Afl. 2.500,- en het door Activa aan Pro Care verschuldigde bedrag van Afl. 10.000,- wegens de teruglevering van de pick‑up. Gelet hierop, staat nog een bedrag van Afl. 2.500,- open, aldus Pro Care.
4.6
Tussen partijen is niet in geschil dat Pro Care zich rechtsgeldig heeft beroepen op verrekening van de vordering van Afl. 15.000,- met Afl. 2.500,- aan door Propiedades en Activa verschuldigde proceskosten, zodat nog een vordering van Afl. 12.500,- resteerde. Propiedades betwist evenwel het beroep van Pro Care op verrekening van deze vordering met het bedrag van Afl. 10.000,-. Daartoe heeft Propiedades aangevoerd dat Pro Care het bedrag van Afl. 10.000,- vanwege een gestelde vordering op Activa niet met haar kan verrekenen, omdat Activa een andere rechtspersoon is, zodat geen sprake is van een schuld jegens dezelfde wederpartij, hetgeen vereist is voor een rechtsgeldig beroep op verrekening. Verder betwist Propiedades de gestelde vordering van Pro Care op Activa gemotiveerd. De enkele omstandigheid dat de huurkoopovereenkomst met betrekking tot de pick-up is ontbonden en Activa de pick-up terug heeft genomen, brengt niet met zich dat Activa gehouden is Pro Care de volledige aanbetalingen te vergoeden.
Naar voorshands oordeel komt aan Pro Care geen bevoegdheid tot verrekening van de schuld aan Propiedades met een gestelde vordering op Activa toe, nu het niet gaat om een vordering die Pro Care heeft die beantwoordt aan haar schuld jegens dezelfde wederpartij (artikel 6:127, tweede lid, BW). Ter zitting heeft Pro Care nog betoogd dat zij er naar aanleiding van een met Randy Habibe gevoerd telefoongesprek vanuit mocht gaan dat zij het bedrag van Afl. 10.000,- met Propiedades mocht verrekenen. Deze stelling is door Propiedades gemotiveerd betwist en door Pro Care niet nader onderbouwd, zodat voorshands niet van de juistheid daarvan wordt uitgegaan. Daar komt nog bij dat, zoals Propiedades heeft aangevoerd, niet vast staat dat Pro Care een vordering heeft op Activa van Afl. 10.000,-, nu gemotiveerd is betwist dat Activa Pro Care vergoeding van de volledige aanbetaling verschuldigd is na teruglevering van de pick-up, reeds omdat Pro Care deze auto gedurende enige tijd heeft gebruikt. Hieruit volgt dat zelfs in het geval dat Pro Care bevoegd zou zijn tot verrekening van de vordering op Activa met haar schuld aan Propiedades, het beroep van Pro Care op verrekening zou moeten worden gepasseerd omdat de vordering van Pro Care op Activa niet op eenvoudige wijze kan worden vastgesteld.
4.6
Ten aanzien van de verschuldigdheid van de boete door Pro Care, wordt als volgt overwogen. Anders dan Pro Care stelt, is zij naar het voorshandse oordeel van het Gerecht op grond van artikel 8 onder c in samenhang met artikel 4 van de huurkoopovereenkomst gehouden tot betaling van de boete, zoals Propiedades heeft gesteld. Niet in geschil is dat Pro Care de Mercedes aan een derde heeft afgegeven. Volgens artikel 4 van de huurkoopovereenkomst mocht Pro Care de Mercedes niet aan derden in gebruik geven noch in eigendom overdragen en diende zij als een goed huisvader voor de Mercedes te zorgen, zoals Propiedades heeft gesteld. Door de Mercedes aan Morales, een handelaar in tweedehands auto’s, af te geven als garantie tot terugbetaling van een geldlening, heeft Pro Care naar het voorshandse oordeel van het Gerecht de op haar op grond van artikel 4 van de huurkoopovereenkomst rustende verplichtingen geschonden, in elk geval door niet als een goed huisvader voor deze auto te zorgen. Verder is, anders dan Pro Care stelt, op grond artikel 8c van de huurkoopovereenkomst in geval van het handelen door de koper in strijd met enige op hem rustende verplichting geen ingebrekestelling vereist. Ook de stelling van Pro Care dat Propiedades geen beroep kan doen op de boeteclausule omdat de huurkoopovereenkomst op 5 augustus 2019 is ontbonden, gaat naar het voorshandse oordeel van het Gerecht niet op. Of een in de overeenkomst voorkomend boetebeding ook na ontbinding toepasselijk is, is een vraag van uitlegging die in de regel bevestigend zal worden beantwoord. In dit geval heeft Pro Care vóór de ontbinding van de overeenkomst niet aan haar verplichtingen voldaan, hetgeen betekent dat zij de boete reeds vóór de ontbinding was verschuldigd. Deze schuld gaat niet teniet doordat de overeenkomst is ontbonden. Dit betekent dat Pro Care de boete van 25% van de huurkoopprijs is verschuldigd.
4.7
Op grond van het vorenstaande is niet aannemelijk gemaakt dat de door Propiedades gepretendeerde vordering ondeugdelijk is. Door Pro Care zijn geen feiten of omstandigheden gesteld die meebrengen dat de vereiste afweging van de wederzijdse belangen desondanks tot opheffing van het beslag dient te leiden. Dat Pro Care voornemens was om met het door FPNA aan haar verschuldigde bedrag andere crediteuren te betalen, is onvoldoende om anders te oordelen. Dit leidt tot afwijzing van de gevorderde opheffing van het beslag.
In beide zaken
4.8
Pro Care zal als de in het ongelijk gestelde partij op na te melden wijze in de proceskosten worden veroordeeld.

5.DE UITSPRAAK

Het Gerecht:
Inzake Activa
verklaart Pro Care niet-ontvankelijk in haar vordering;
Inzake Propiedades
wijst het gevorderde af;
In beide zaken
veroordeelt Pro Care in de kosten van de procedure, die tot de datum van uitspraak aan de kant van Propiedades en Activa worden begroot op Afl. 1.500,- aan salaris van de gemachtigde;
verklaart de veroordelingen in dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. M.E.B. de Haseth rechter in dit Gerecht, en werd uitgesproken ter openbare terechtzitting van woensdag 1 juli 2020 in aanwezigheid van de griffier.