ECLI:NL:OGEAA:2020:298

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
1 juli 2020
Publicatiedatum
15 juli 2020
Zaaknummer
AUA202001167
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Procedures
  • Kort geding
Rechters
  • M.E.B. de Haseth
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontslag op staande voet wegens alcoholgebruik onder werktijd in een arbeidsrelatie

In deze zaak gaat het om een kort geding tussen een werknemer, aangeduid als [eiser], en zijn werkgever, de naamloze vennootschap MANAGEMENT BOULEVARD HOTEL N.V. RENAISSANCE ARUBA RESORT & CASINO, hierna te noemen Renaissance. De werknemer was op 27 november 2019 in dienst getreden en werd op 28 februari 2020 op staande voet ontslagen wegens het zonder toestemming drinken van alcoholische dranken tijdens werktijd, wat in strijd zou zijn met het beleid van de werkgever. De werknemer betwistte de feiten die aan het ontslag ten grondslag lagen en vorderde nietigverklaring van het ontslag, doorbetaling van loon en wedertewerkstelling.

De rechter beoordeelde of er sprake was van een dringende reden voor het ontslag op staande voet, zoals vereist door artikel 7A:1615o van het Burgerlijk Wetboek. De werkgever stelde dat de werknemer herhaaldelijk alcohol had gedronken tijdens zijn werk, wat een grove overtreding van de arbeidsvoorwaarden zou zijn. De werknemer voerde aan dat hij dit deed in opdracht van zijn leidinggevende tijdens zogenaamde 'taste panels'.

De rechter concludeerde dat de werkgever voldoende bewijs had geleverd dat de werknemer alcohol had gedronken tijdens werktijd en dat hij niet eerlijk was geweest tijdens het onderzoek naar deze beschuldigingen. Gezien de omstandigheden, waaronder de korte duur van het dienstverband en de leeftijd van de werknemer, oordeelde de rechter dat het ontslag op staande voet gerechtvaardigd was. De vorderingen van de werknemer werden afgewezen en hij werd veroordeeld in de proceskosten van de werkgever.

Uitspraak

Vonnis van 1 juli 2020
Behorend bij K.G. no. AUA202001167
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
VONNIS
in het kort geding tussen:
[naam eiser],
wonend in Aruba,
eiser, hierna te noemen: [eiser],
gemachtigde: J.J.C. Odor LL.M.,
tegen:
de naamloze vennootschap
MANAGEMENT BOULEVARD HOTEL N.V. RENAISSANCE ARUBA RESORT & CASINO,
gevestigd in Aruba,
gedaagde, hierna te noemen: Renaissance,
gemachtigde: de advocaat mr. A.E. Barrios.

1.DE PROCEDURE

Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het verzoekschrift;
- de conclusie van antwoord;
- de conclusie van repliek;
- de conclusie van dupliek.
De uitspraak is bepaald op heden.

2.DE VASTSTAANDE FEITEN

2.1 [
eiser] is op 27 november 2019 voor onbepaalde tijd als
waiter in loondienst getreden bij Renaissance, tegen een loon van Afl. 9,13 per uur.
2.2
In de arbeidsovereenkomst staat, voor zover hier van belang:
“(…) The employee acknowledges that the rules, regulations and benefits as set forth in the Employee Handbook (Expectation Guide) for Employees forms an integral part of this agreement. The Employee hereby acknowledges that he/she has read and understood the attached Employee handbook and agrees that he/she is bound by the rules and regulations. (…)”
2.3
Op pagina 172 van de Expectations Guide 2018 staat, voor zover van belang:
“APPENDIX KK. Drug and Alcohol Abuse PolicyWind Creek Hospitality is committed to providinga safe work environment and encouraging the well-being and health of its employees.This commitment is jeopardized when a Resort employee uses, is under the influence of, possesses, distributes or sells alcohol, drugs and/or any other controlled substances on company premises. (…)5. Violation of this policy is subject to immediate termination.”
2.4
In een akte van 25 februari 2020, ondertekend door onder meer [eiser], staat, voor zover hier van belang:

I [naam eiser], currently working as Server in 5 O’clock somewhere Bar & Grill, confirm that I have never drunk any alcoholic drink during my working shifts. (…)In addition, I confirm that I haven’t seen any of my colleagues drinking alcohol during their working time, nor have I seen them consuming alcoholic drinks without paying for them.As stated by [naam eiser]:During my shift, the only time I do drink alcohol, is during the taste panel only.I only drink sodas/juices.I cannot tell the differences if my colleagues drink alcoholic beverages or not.I do not usually come during my leisure time.By signing this statement I certify that I am saying all the truth to my Managers. (…)”
2.5
Op 26 februari 2020 is [eiser] voor 5 dagen geschorst, met behoud van loon hangende een onderzoek in verband met het drinken van alcohol onder werktijd, dat in strijd is met het beleid en de regels uit de
Windcreek expectation’s guide 2018. [eiser] heeft wegens de schorsing een
Notice of suspension – pending investigationondertekend, die voor zover van belang als volgt luidt:
“Nature of Incident / IssueOn Sunday 23rd of February, [naam eiser] was caught by camera drinking an alcoholic beverage (Mixed drink) during his working shift. As per camera footage, the bartender poured a mixed drink in a plastic cup and provided this to [naam eiser] inside the bar (station 1). Team member took this cup and placed this in the cabinet at the waiter station and was seen taking sips and drinking this while on duty. This is a violation of the expectation’s guide drug and alcohol policy Page 172. Also, there is no sign of him paying for the drink that he poured. This is in violation of the expectation’s guide 6.1.3 Page 52. When asked (written statement attached), he confirms to have never drank any alcoholic beverages during his shift). This is a violation of the expectation’s guide 6.6.8 Page 114. This suspension is for 5 days, and team member needs to report back on the 2nd of March, 2020 for results. (…)”
2.6
Op 28 februari 2020 is [eiser] door Renaissance op staande voet ontslagen.
In de ontslagbrief van die datum staat, voor zover hier van belang:

(…) You were suspended with pay on February 26, 2020, pending our investigation into a possible violation of our rules and regulations with regards to unauthorized consumption of alcohol beverages while on duty. We have concluded our investigation and hereby inform you as follows.During a recent random audit performed by our surveillance department, it was noted that during your shift of February 23, 2020 to February 24, 2020, and your shift of February 24, 2020, to February 25, 2020, you consumed alcohol beverages while on duty. This is a direct violation of our rules and regulations, which clearly state that consumption of alcohol while on duty is prohibited and will lead to termination of the employment agreement. The unauthorized consumption of company alcoholic beverages is also considered a gross violation of your duties arising from your labor agreement.When first heard regarding this matter, you falsely denied ever having drunk any alcohol while on duty. When confronted with the footage of the video surveillance, showing your alcohol consumption, you simply stated you had no comments”.By acting as described above, where you consumed company alcoholic beverages without any authorization while on duty on several occasions, and were dishonest during our investigation regarding this matter, you have grossly violated our procedures and your duties arising from your labor agreement. Your actions as described above, both individually and jointly, have caused us to lose all trust in you and, both individually and jointly, are considered an urgent reason for the immediate termination of your labor agreement. (…)”
2.7
Op 6 maart 2020 heeft [eiser] de nietigheid van het ontslag ingeroepen en zich beschikbaar gehouden de bedongen arbeid te blijven verrichten.

3.DE STANDPUNTEN VAN PARTIJEN

3.1 [
eiser] vordert nietigverklaring van het door Renaissance gegeven ontslag op staande voet, veroordeling van Renaissance tot doorbetaling van loon en wedertewerkstelling, met veroordeling van Renaissance tot vergoeding van de proceskosten.
3.2
Aan die vordering legt [eiser] ten grondslag dat het gegeven ontslag nietig is, nu er geen dringende reden is, die het rechtvaardigt. Daartoe betwist hij de aan het ontslag ten grondslag gelegde feiten. Er is geen sprake van overtreding van de regels en het beleid van Renaissance, omdat [eiser] niet onder invloed van alcohol verkeerde tijdens werktijd. [eiser] heeft geen alcohol gedronken onder werktijd, behalve toen hij opdracht van zijn leidinggevende kreeg om mee te doen met zogenoemde
taste panels. Hij is dus ook niet oneerlijk geweest in zijn verklaring van 25 februari 2020.
3.3
Renaissance voert gemotiveerd verweer dat zo nodig bij de beoordeling aan de orde komt.

4.DE BEOORDELING

4.1
Bij de vordering bestaat een voldoende spoedeisend belang.
4.2
Voor toewijzing van een vordering als de voorliggende dient met voldoende mate van zekerheid te kunnen worden aangenomen dat de bodemrechter het op staande voet gegeven ontslag nietig zal verklaren. Dat zal hij doen, indien geen sprake is van een dringende reden als bedoeld in artikel 7A:1615o van het Burgerlijk Wetboek (BW). De vraag die in deze zaak dient te worden beantwoord, is dan ook of voorshands geoordeeld kan worden dat er voor Renaissance een dringende reden was om [eiser] te ontslaan.
4.3
Voor de werkgever worden ingevolge artikel 7A:1615p lid 1 BW als dringende redenen beschouwd zodanige daden, eigenschappen of gedragingen van de arbeider, die ten gevolge hebben, dat van de werkgever redelijkerwijs niet gevergd kan worden de dienstbetrekking te laten voortduren. Bij de beoordeling of van zodanige dringende reden sprake is, moeten de omstandigheden van het geval, in onderling verband en samenhang, in aanmerking worden genomen. Daarbij behoren in de eerste plaats in de beschouwing te worden betrokken de aard en de ernst van hetgeen de werkgever als dringende reden aanmerkt, en verder onder meer de aard van de dienstbetrekking, de duur daarvan en de wijze waarop de werknemer die dienstbetrekking heeft vervuld, alsmede de persoonlijke omstandigheden van de werknemer, zoals zijn leeftijd en de gevolgen die een ontslag op staande voet voor hem zou hebben.
4.4
Volgens de ontslagbrief van 28 februari 2020 is [eiser] ontslagen wegens het zonder toestemming drinken van alcoholische dranken onder werktijd, wat in strijd is met de regels en het beleid van Renaissance en tevens een grove overtreding van de taken van [eiser]. Voorts was [eiser] oneerlijk tijdens het onderzoek naar aanleiding van zijn schorsing. Deze handelingen hebben geleid tot het verlies van vertrouwen van Renaissance in [eiser] en vormen afzonderlijk dan wel samen een dringende voor zijn ontslag op staande voet.
4.5
Vaststaat dat in de
Windcreek expectation’s guide 2018van Renaissance duidelijk staat vermeld dat het gebruik van alcohol op de werkvloer een reden kan zijn voor een ontslag op staande voet. Dit is van belang voor een gezonde werkomgeving en het promoveren van het welzijn en de gezondheid van de werknemers van Renaissance, aldus Renaissance. Onbetwist is dat [eiser] bij indiensttreding de
expectation’s guideheeft ontvangen en ervoor heeft getekend dat hij deze heeft gelezen en begrepen. Hierdoor wordt [eiser] geacht te weten dat het drinken van alcohol op de werkvloer tot ontslag op staande voet kan leiden.
4.6
Niet in geschil dat [eiser] alcohol heeft gedronken onder werktijd. Volgens [eiser] heeft hij dit gedaan in opdracht en met toestemming van zijn leidinggevende tijdens de zogenoemde
‘taste panels’. Uit de onweersproken stellingen van Renaissance volgt dat inderdaad
taste panelsbij haar plaatsvinden en wel tussen 16:00 uur en 17:00 uur, kennelijk met de bedoelding dat werknemers het menu beter leren kennen en een discussie hierover op gang wordt gebracht tussen de werknemers die tijdens de betreffende shift werkzaam zijn. Volgens Renaissance dienen de werknemers tijdens deze
taste panelsallemaal een slok van de betreffende drank te nemen en de rest daarvan weg te gooien. [eiser] erkent dat de
taste panelsbedoeld zijn om dranken te proeven of om bestaande dranken te verbeteren. Volgens hem was hij er echter niet van op de hoogte dat de
taste panelsuitsluitend op het door Renaissance vermelde tijdstip dienen plaats te vinden. Dit standpunt, dat overigens ook door Renaissance is betwist, kan [eiser] niet baten. Ook al wist [eiser] niet van het tijdstip van de
taste panels, van belang is dat uit de gedragingen, zoals vastgelegd op de door Renaissance ingebrachte videobeelden, blijkt dat [eiser] gedurende de avonddiensten van 22 februari 2020 tot en met 25 februari 2020 niet bezig was met het proeven van alcoholische dranken, zoals hij stelt, maar alcoholische dranken aan het nuttigen was. Zo blijkt overduidelijk uit de beelden dat [eiser] meerdere keren per avond volle bekers alcoholische dranken kreeg aangereikt die hij vervolgens in een kast verstopte om tijdens zijn werkzaamheden daarvan te nuttigen. Uit de beelden volgt daarnaast dat [eiser] bij herhaling ook dranken van de bartender kreeg aangereikt. Dit doet afbreuk aan zijn standpunt dat het nuttigen van drank slechts plaatsvond in opdracht en met toestemming van zijn leidinggevende. Naar het oordeel van het Gerecht heeft [eiser] gelet op het voorgaande de aldus aan het ontslag ten grondslag gelegde feiten onvoldoende gemotiveerd betwist. Dit betekent dat voorshands voldoende aannemelijk is geworden dat [eiser] in strijd met de
expectation’s guidevan Renaissance alcoholische dranken onder werktijd heeft gedronken. Daarmee is eveneens voldoende aannemelijk geworden dat [eiser] niet eerlijk is geweest jegens Renaissance tijdens het onderzoek dat zij heeft opgestart in verband met het drinken van alcohol tijdens werktijd. In zijn verklaring van 25 februari 2020 heeft hij te kennen gegeven – behalve tijdens
taste panels– nooit onder werktijd alcohol te hebben gedronken.
4.7
Naar het voorshands oordeel van het Gerecht levert het gedrag van [eiser] een dringende reden voor ontslag op staande voet op. Er zijn bijzondere omstandigheden gesteld noch gebleken die in dit geval met zich zouden brengen dat het ontslag op staande voet als een te zware maatregel gekwalificeerd zou moeten worden. [eiser] had nog maar een kort dienstverband bij Renaissance, is thans 23 jaar oud en heeft daarmee relatief grote kansen op de arbeidsmarkt.
4.8
De slotsom is dat de vorderingen van [eiser] dienen te worden afgewezen.
4.9
Als de in het ongelijk te stellen partij zal [eiser] worden veroordeeld in de proceskosten van Renaissance.

5.DE BESLISSING

De rechter in dit Gerecht:
- wijst het gevorderde af;
- veroordeelt [eiser] in de kosten van deze procedure, aan de zijde van Renaissance tot op heden begroot op Afl. 1.000,- aan gemachtigdensalaris en verklaart deze veroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. M.E.B. de Haseth, rechter, en werd uitgesproken ter openbare terechtzitting van woensdag 1 juli 2020 in aanwezigheid van de griffier.