ECLI:NL:OGEAA:2020:3

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
8 januari 2020
Publicatiedatum
16 januari 2020
Zaaknummer
AUA201600782
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • A.H.M. van de Leur
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vonnis inzake nalatenschap en comparitie van partijen

In deze zaak, die voor het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba is behandeld, zijn vier eisers, allen broers, in geschil met een gedaagde, aangeduid als de zus, en een overleden gedaagde, over de verdeling van een nalatenschap. De procedure is gestart met een tussenvonnis op 9 mei 2018, waarna een comparitie van partijen op 19 juni 2018 heeft plaatsgevonden. De zaak is vervolgens doorverwezen naar de rol voor akte uitlating, maar er is geen regeling tot stand gekomen. Het Gerecht heeft besloten om opnieuw een comparitie van partijen te gelasten, omdat er onvoldoende duidelijkheid is over de stand van zaken en de geschilpunten die nog openstaan. De eisers zijn vertegenwoordigd door mr. A.A. Ruiz, terwijl de gedaagden worden bijgestaan door advocaat mr. David G. Kock.

In het vonnis van 8 januari 2020 heeft het Gerecht de partijen opgeroepen om in persoon te verschijnen voor het geven van inlichtingen en het treffen van een minnelijke regeling. Het Gerecht heeft benadrukt dat het van belang is dat partijen overeenstemming bereiken over de openstaande geschilpunten, om verdere vertraging van de procedure te voorkomen. De comparitie is gepland voor 4 februari 2020, waarbij partijen in persoon aanwezig moeten zijn, desgewenst met hun gemachtigden. Het vonnis is uitgesproken door mr. A.H.M. van de Leur en werd openbaar gemaakt in aanwezigheid van de griffier.

Uitspraak

Vonnis van 8 januari 2020
Behorend bij A.R. AUA201600782
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
VONNIS
in de zaak van:

1.[Eiser1],

2. [Eiser2],

3. [Eiser3],

4. [Eiser4],

allen wonende in Aruba,
eisers,
hierna ook te noemen: de broers,
gemachtigde: mr. A.A. Ruiz,
tegen:

1.[Gedaagde],

wonende in Aruba,
hierna ook te noemen: de zus,

2.[Wijlen], overleden op 4 april 2017,

gedaagden,
gemachtigde: advocaat mr. David G. Kock.

1.HET VERDERE VERLOOP VAN DE PROCEDURE

1.1
Voor het verloop van de procedure tot 9 mei 2018 wordt verwezen naar het tussenvonnis van dit Gerecht van die datum. De bij dat vonnis gelaste comparitie van partijen heeft uiteindelijk plaatsgevonden op 19 juni 2018. De zaak is daarna verwezen naar de (parkeer)rol voor akte uitlating zijdens partijen. Die akte is op 21 augustus 2019 enkel door de zus genomen, inhoudende - zo het Gerecht begrijpt – de mededeling dat er tussen partijen geen regeling tot stand is gekomen.
1.2
Vonnis is nader bepaald op heden, dat in verband met de omstandigheid dat de rechter die die zaak tot en met voormeld tussenvonnis behandelde niet meer is verbonden aan dit Gerecht zal worden gewezen door ondergetekende rechter.

2.DE VERDERE BEOORDELING

2.1
Het Gerecht volhardt in zijn in het tussenvonnis van 9 mei 2018 neergelegde overwegingen en beslissingen.
2.2
Gelet op het niet geringe verloop van tijd sinds voormeld tussenvonnis en de omstandigheid het dat voor ondergetekende rechter onvoldoende duidelijk is wat er precies is verhandeld tussen partijen gedurende de comparitie van partijen op 19 juni 2018, zal er opnieuw een comparitie van partijen worden gelast voor het verkrijgen van inlichtingen en/of het beproeven van een minnelijke regeling tussen partijen.
2.3
Met name wenst het Gerecht bijgepraat te worden over de actuele stand van betreffende (1) de verkoop van de woning gelegen in Aruba te [Adres], (2) de door de zus ontvangen huurpenningen (zie 5.5 van het tussenvonnis), (3) de vergoeding voor het gebruik van voormelde woning, (4) hetgeen is overwogen onder 5.7 van het tussenvonnis en (5) al hetgeen volgens partijen verder nog besproken dient te worden met betrekking tot de tussen hen te verdelen nalatenschap.
2.4
Naar het oordeel van het Gerecht ligt het nog steeds op de weg van partijen om over alle nog openstaande geschilpunten nog voor de zitting overeenstemming te bereiken, daar anders niet kan worden uitgesloten dat deze procedure nog veel langer gaat duren. Dienaangaande valt er voor alle partijen veel winst (financieel gezien en in tijd) te behalen.
2.5
Partijen dienen in persoon ter zitting te verschijnen, desgewenst samen met gemachtigden.
2.6
Als een partij niet verschijnt kan het Gerecht daaraan het gevolg verbinden – ook in het nadeel van die partij – dat het passend vindt.
2.7
De partij die zich gedurende de comparitie op schriftelijke (bewijs)stukken wil beroepen, dient die stukken uiterlijk op de derde werkdag voor de dag van de zitting in fotokopie aan zijn wederpartij en aan het Gerecht over te leggen.
2.8
Voor de comparitie wordt in beginsel één uur uitgetrokken. Partijen kunnen hun zaak ter comparitie vijf minuten bepleiten. Als een partij de vastgestelde spreektijd overschrijdt, kan de rechter haar het woord ontnemen.
2.9
De partij die is verhinderd om op de hierna te bepalen datum en tijdstip ter zitting te verschijnen, dient binnen veertien dagen na het wijzen van dit vonnis per brief aan de rechter uitstel te verzoeken. Bij dat verzoek moeten ook de verhinderdata worden opgegeven van alle partijen en hun gemachtigden gedurende de drie komende maanden. Indien niet binnen veertien dagen na het wijzen van dit vonnis om uitstel is verzocht, zal nog slechts uitstel worden verleend in geval van overmacht. In dat geval dient de partij die wegens overmacht is verhinderd te verschijnen, onmiddellijk na het intreden daarvan per brief de rechter gemotiveerd om uitstel te verzoeken.
2.1
Iedere verdere beslissing zal worden aangehouden.

3.DE UITSPRAAK

Het Gerecht:
-gelast een verschijning van partijen voor het geven van inlichtingen en/of treffen van een minnelijke regeling op de terechtzitting van mr. A.H.M. van de Leur, op
dinsdag 4 februari 2020 om 10.00 uurin de enquêtezaal van het in Aruba te J.G. Emanstraat nr. 51 gelegen gerechtsgebouw;
-bepaalt partijen dan in persoon aanwezig moeten zijn, desgewenst met gemachtigden;
-houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.H.M. van de Leur, rechter, en werd uitgesproken ter openbare terechtzitting van woensdag 8 januari 2020 in tegenwoordigheid van de griffier.