ECLI:NL:OGEAA:2020:301

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
16 juli 2020
Publicatiedatum
20 juli 2020
Zaaknummer
368 van 2019
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontuchtige handelingen met een minderjarige, bestaande uit seksuele gemeenschap, met misbruik van vertrouwensrelatie

In deze strafzaak, behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, is de verdachte beschuldigd van ontuchtige handelingen met een 13-jarig meisje. De feiten vonden plaats op 24 april 2019, waarbij de verdachte het slachtoffer heeft gedwongen tot seksuele handelingen. De officier van justitie eiste een gevangenisstraf van 15 maanden, met aftrek van voorarrest, en de teruggave van in beslag genomen goederen. De verdachte werd bijgestaan door zijn raadsvrouw, mr. C.S. Edwards. Tijdens de zitting op 25 juni 2020 heeft de verdachte ontkend seksuele gemeenschap te hebben gehad met het slachtoffer. Het Gerecht heeft echter geoordeeld dat er voldoende bewijs was om de verdachte schuldig te verklaren voor het subsidiair ten laste gelegde feit, namelijk ontuchtige handelingen met een minderjarige. Het Gerecht heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig was en dat het bevoegd was om de zaak te behandelen. De verdachte is vrijgesproken van de primair ten laste gelegde verkrachting, omdat niet wettig en overtuigend kon worden bewezen dat dit feit had plaatsgevonden. De bewezenverklaring van de ontuchtige handelingen is gebaseerd op de kwetsbare positie van het slachtoffer en het misbruik van de vertrouwensrelatie. De verdachte is veroordeeld tot een gevangenisstraf van 15 maanden, met aftrek van voorarrest, en de teruggave van in beslag genomen voorwerpen is gelast. Het vonnis is uitgesproken op 16 juli 2020.

Uitspraak

Parketnummer: P-2019/03795
Zaaknummer: 368 van 2019
Uitspraak: 16 juli 2020 Tegenspraak
Vonnis van dit Gerecht
in de strafzaak tegen de verdachte:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] in [geboorteland],
wonende in [woonplaats],
thans gedetineerd te Guarda Nos Costa.

1.Onderzoek van de zaak

Het onderzoek ter openbare terechtzitting heeft plaatsgevonden op 25 juni 2020. De verdachte is verschenen, bijgestaan door zijn raadsvrouw, mr. C.S. Edwards, advocaat in Aruba.
De officier van justitie, mr. W.V. Gerretschen, heeft ter terechtzitting gevorderd dat het Gerecht het subsidiair ten laste gelegde bewezen zal verklaren en de verdachte daarvoor zal veroordelen tot een gevangenisstraf voor de duur van vijftien (15) maanden, met aftrek van voorarrest.
De officier van justitie heeft vrijspraak gevorderd van hetgeen de verdachte primair is ten laste gelegd.
Zijn vordering behelst voorts de teruggave van de in beslag genomen poloshirt en spijkerbroek aan de verdachte, alsmede de teruggave van het in beslag genomen laken aan [aangeefster].
De raadsvrouw heeft bepleit dat de verdachte dient te worden vrijgesproken.

2.Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd:
dat hij op of omstreeks 24 april 2019 te Aruba door geweld of een andere feitelijkheid en/of door bedreiging met geweld of een andere feitelijkheid
[slachtoffer] heeft gedwongen tot het ondergaan van handelingen die (mede) bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer], te weten, het op een ruwe manier binnendringen met zijn, verdachtes, penis in de vagina van die [slachtoffer] en/of likken aan en/of in de vagina van die [slachtoffer] en welk geweld of die andere feitelijkheid en/of bedreiging met geweld of die andere feitelijkheid hierin heeft/hebben bestaan dat hij, verdachte:
- die [slachtoffer] richting de slaapkamer in heeft geduwd en de deur op slot heeft gedaan en/of
- die [slachtoffer] heeft gezegd dat als ze gaat schreeuwen, hij de moeder van die [slachtoffer] zou vermoorden en/of
- die [slachtoffer] op het bed had geduwd en/of
- de jurk en/of slipje en/of de T-shirt van die [slachtoffer] heeft uitgetrokken en/of
- die [slachtoffer] heeft bedreigd dat hij haar heel hard zal slaan en dat ze hevig zal gaan bloeden en/of
- de benen van die [slachtoffer] uit elkaar heeft geduwd;
althans indien ten aanzien van het vorenstaande geen veroordeling mocht (kunnen) volgen
dat hij op of omstreeks 24 april 2019 te Aruba, met [slachtoffer], die de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren had bereikt, buiten echt, ontuchtige handelingen heeft gepleegd, die bestonden uit of mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer], te weten, het op een ruwe manier binnendringen met zijn, verdachtes, penis in de vagina van die [slachtoffer] en/of het likken aan en/of in de vagina van die [slachtoffer].

3.Formele voorvragen

Het Gerecht stelt vast dat de dagvaarding geldig is, dat het bevoegd is tot kennisneming van de zaak, dat het openbaar ministerie ontvankelijk is in zijn vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.

4.Vrijspraak van het primair ten laste gelegde feit

Het Gerecht is van oordeel dat niet wettig en overtuigend kan worden bewezen dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het primair ten laste gelegde feit (verkrachting), zodat de verdachte daarvan dient te worden vrijgesproken.

5.Bewezenverklaring

Het Gerecht acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het subsidiair ten laste gelegde heeft begaan, met dien verstande:
dat hij op
of omstreeks24 april 2019 te Aruba, met [slachtoffer], die
toende leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren had bereikt, buiten echt, ontuchtige handelingen heeft gepleegd, die bestonden uit of mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer], te weten, het
op een ruwe manierbinnendringen met zijn, verdachtes, penis in de vagina van die [slachtoffer] en
/ofhet likken aan
en/of inde vagina van die [slachtoffer].
Het Gerecht acht niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard, zodat hij daarvan zal worden vrijgesproken.
De in de tenlastelegging voorkomende taal- en/of schrijffouten of omissies zijn verbeterd (
cursief). De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.

6.Bewijsmiddelen

Indien tegen dit verkorte vonnis hoger beroep wordt ingesteld, worden de door het Gerecht gebruikte bewijsmiddelen die redengevend zijn voor de bewezenverklaring opgenomen in een aanvulling op het vonnis. Deze aanvulling zal vervolgens aan het vonnis worden gehecht.

7.Bewijsoverwegingen

De verdachte betwist dat hij seksuele gemeenschap heeft gehad met [slachtoffer].
Het Gerecht verwerpt dit verweer, dat zijn weerlegging vindt in de gebezigde bewijsmiddelen, zoals deze later in de eventueel op te maken aanvulling op dit vonnis zullen worden opgenomen. Het Gerecht heeft geen reden om aan de juistheid en de betrouwbaarheid van die, van de lezing van verdachte afwijkende, bewijsmiddelen te twijfelen.

8.Strafbaarheid en kwalificatie van het bewezen verklaarde

Het bewezenverklaarde levert op:
Met iemand, die de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren heeft bereikt, buiten echt, ontuchtige handelingen plegen die bestaan uit of mede bestaan uit het seksueel binnendringen van het lichaam,
strafbaar gesteld bij artikel 2:200, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht van Aruba.
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezen verklaarde uitsluiten.

9.Strafbaarheid van de verdachte

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluiten.
De verdachte is daarom strafbaar voor het hiervoor bewezen verklaarde.

10.Oplegging van straf

Bij de bepaling van de op te leggen straffen wordt gelet op de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard, op de omstandigheden waaronder het bewezen verklaarde is begaan, op de mate waarin de gedraging aan de verdachte is te verwijten en op de persoon van de verdachte, zoals een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting naar voren is gekomen. Daarbij wordt rekening gehouden met de ernst van het bewezen verklaarde in verhouding tot andere strafbare feiten, zoals die onder meer tot uitdrukking komt in het hierop gestelde wettelijke strafmaximum en in de straffen die voor soortgelijke feiten worden opgelegd.
Verdachte heeft met een 13-jarig meisje ontuchtige handelingen gepleegd, bestaande uit het hebben van seksuele gemeenschap. Aldoende heeft de verdachte, die op grond van zijn leeftijd overwicht had en wetende dat het slachtoffer in de kwetsbare puberteitsfase was, misbruik gemaakt van de vertrouwensrelatie tussen hem en het slachtoffer, en inbreuk gemaakt op haar lichamelijke en geestelijke integriteit. De ervaring leert dat de kans groot is dat hij daarmee een normale seksuele ontwikkeling van het slachtoffer heeft verstoord. Handelend als bewezenverklaard kan verdachte slechts het oog hebben gehad op bevrediging van zijn eigen lustgevoelens, waarbij hij zich in het geheel niet heeft bekommerd om de schade die hij daarbij bij zijn slachtoffer kan aanrichten.
Naar het oordeel van het Gerecht kan gelet op de ernst van het bewezen verklaarde niet worden volstaan met een andere of lichtere sanctie dan een straf die een onvoorwaardelijke vrijheidsbeneming met zich brengt.
Het Gerecht is, na dit een en ander te hebben afgewogen, tot de slotsom gekomen dat na te noemen gevangenisstraf, zoals door de officier van justitie is gevorderd, passend en geboden is. De verdachte zal daartoe dan ook worden veroordeeld.

11.In beslag genomen voorwerpen

Aan de orde zijn voorts de onder de verdachte in beslag genomen en nog niet teruggegeven voorwerpen.
A. Teruggave aan de verdachte
De onder de verdachte in beslag genomen poloshirt en spijkerbroek behoren toe aan de verdachte. Het Gerecht zal de teruggave daarvan aan de verdachte gelasten, nu de voorwerpen niet vatbaar zijn voor verbeurdverklaring dan wel onttrekking aan het verkeer.
B. Teruggave aan rechthebbende
Het in beslag genomen en nog niet teruggegeven laken zal worden teruggegeven aan [aangeefster], zijnde degene die blijkens het onderzoek ter terechtzitting redelijkerwijs als rechthebbende kan worden aangemerkt.

12.Toepasselijke wettelijke voorschriften

De op te leggen straf is, behalve op de reeds aangehaalde wettelijke voorschriften, gegrond op het artikel 1:62 van het Wetboek van Strafrecht van Aruba, zoals deze luidde ten tijde van het bewezen verklaarde.
BESLISSING
Het Gerecht:
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte primair ten laste is gelegd en spreekt hem daarvan vrij;
verklaart wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het subsidiair ten laste gelegde feit, zoals hiervoor bewezen geacht, heeft begaan;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders is ten laste gelegd en spreekt hem daarvan vrij;
kwalificeert het bewezen verklaarde als hiervoor omschreven;
verklaart het bewezen verklaarde strafbaar en de verdachte daarvoor strafbaar;
veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
vijftien (15) maanden;
beveelt dat de tijd die door de verdachte voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf in mindering wordt gebracht;
gelast de teruggave aan de verdachte van de in rubriek 11A genoemde voorwerpen;
gelast de teruggave aan de aangeefster van het in rubriek 11B genoemde voorwerp;
heft op het geschorste bevel tot voorlopige hechtenis.
Dit vonnis is gewezen door de rechter mr. E.M.D. Angela, bijgestaan door mw. M.E. Kelly, (zittingsgriffier), en op 16 juli 2020 in tegenwoordigheid van de griffier uitgesproken ter openbare terechtzitting van het Gerecht in Aruba.