In deze zaak, behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, heeft verzoeker, vertegenwoordigd door advocaat mr. A.E.A. Hernandez, een verzoek ingediend tegen de naamloze vennootschap GIGICHA N.V. h.o.d.n. SEAVIEW INVESTMENTS, vertegenwoordigd door advocaat mr. R. Kock. De procedure begon met een verzoekschrift op 16 januari 2020, gevolgd door een verweerschrift op 17 maart 2020 en een mondelinge behandeling op 2 juni 2020. Tijdens de zitting heeft verzoeker zijn vordering inzake niet genoten vakantiedagen ingetrokken, omdat deze inmiddels door Seaview waren betaald.
De feiten van de zaak zijn als volgt: verzoeker was in dienst bij Seaview als helper met een brutoloon van Afl. 2.260,- per maand. Op 20 augustus 2019 werd hij op staande voet ontslagen, naar aanleiding van een incident waarbij hij gewapend met een kapmes naar de woning van een collega ging. Verzoeker heeft in november 2019 aangegeven dat hij berustte in het ontslag, maar verzocht om betaling van verschillende vergoedingen, waaronder een cessantia-uitkering en schadevergoeding.
Het Gerecht heeft geoordeeld dat Seaview de gelegenheid krijgt om bewijs te leveren dat het ontslag op staande voet op een juiste wijze is medegedeeld aan verzoeker. De zaak is aangehouden voor een getuigenverhoor, waarbij maximaal drie getuigen kunnen worden gehoord. De beslissing om verzoeker kosteloos te laten procederen is ook genomen. De volgende zitting is gepland op 8 september 2020, waar de getuigen zullen worden gehoord door rechter mr. A.H.M. van de Leur.