ECLI:NL:OGEAA:2020:317

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
28 juli 2020
Publicatiedatum
12 augustus 2020
Zaaknummer
AUA202000121
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • A.H.M. van de Leur
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontslag op staande voet en bewijsopdracht in arbeidszaak

In deze zaak, behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, heeft verzoeker, vertegenwoordigd door advocaat mr. A.E.A. Hernandez, een verzoek ingediend tegen de naamloze vennootschap GIGICHA N.V. h.o.d.n. SEAVIEW INVESTMENTS, vertegenwoordigd door advocaat mr. R. Kock. De procedure begon met een verzoekschrift op 16 januari 2020, gevolgd door een verweerschrift op 17 maart 2020 en een mondelinge behandeling op 2 juni 2020. Tijdens de zitting heeft verzoeker zijn vordering inzake niet genoten vakantiedagen ingetrokken, omdat deze inmiddels door Seaview waren betaald.

De feiten van de zaak zijn als volgt: verzoeker was in dienst bij Seaview als helper met een brutoloon van Afl. 2.260,- per maand. Op 20 augustus 2019 werd hij op staande voet ontslagen, naar aanleiding van een incident waarbij hij gewapend met een kapmes naar de woning van een collega ging. Verzoeker heeft in november 2019 aangegeven dat hij berustte in het ontslag, maar verzocht om betaling van verschillende vergoedingen, waaronder een cessantia-uitkering en schadevergoeding.

Het Gerecht heeft geoordeeld dat Seaview de gelegenheid krijgt om bewijs te leveren dat het ontslag op staande voet op een juiste wijze is medegedeeld aan verzoeker. De zaak is aangehouden voor een getuigenverhoor, waarbij maximaal drie getuigen kunnen worden gehoord. De beslissing om verzoeker kosteloos te laten procederen is ook genomen. De volgende zitting is gepland op 8 september 2020, waar de getuigen zullen worden gehoord door rechter mr. A.H.M. van de Leur.

Uitspraak

Beschikking van 28 juli 2020
E.J. no. AUA202000121
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
BESCHIKKING
in de zaak van:
[verzoeker],
wonende in Aruba,
verzoeker,
hierna ook te noemen: [verzoeker],
gemachtigde: de advocaat mr. A.E.A. Hernandez,
tegen:
de naamloze vennootschap
GIGICHA N.V. h.o.d.n. SEAVIEW INVESTMENTS,
gevestigd in Aruba,
verweerster,
hierna ook te noemen: Seaview,
gemachtigde: de advocaat mr. R. Kock.

1.DE PROCEDURE

1.1
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het verzoekschrift met producties, ingediend op 16 januari 2020;
- het verweerschrift met producties, ingediend op 17 maart 2020;
- de mondelinge behandeling van de zaak op 2 juni 2020.
1.2
Ter zitting zijn verschenen [verzoeker] met zijn gemachtigde en Seaview bij haar gemachtigde. [verzoeker] heeft gebruik gemaakt van de aan hem geboden gelegenheid om bij wijze van repliek te reageren op het verweerschrift, en dat mede aan de hand van een overgelegde en voorgedragen pleitnota voorzien van een toegelaten nadere productie. Seaview heeft vervolgens gebruik gemaakt van de aan haar geboden gelegenheid om bij wijze van dupliek te reageren op die reactie van [verzoeker].
1.3 [
verzoeker] heeft ter zitting zijn vordering ter zake van niet genoten niet betaalde vakantiedagen ingetrokken, omdat die dagen inmiddels wel zijn betaald door Seaview.
1.4
Beschikking is nader bepaald op heden.

2.DE VASTSTAANDE FEITEN

2.1
Als enerzijds gesteld en anderzijds erkend dan wel niet of onvoldoende bestreden alsmede op grond van overgelegde producties voor zover niet of onvoldoende bestreden staat onder meer het volgende vast tussen partijen.
2.2 [
verzoeker] was bij Seaview in dienst in de functie van helper tegen een laatstelijk brutoloon van Afl. 2.260,- per maand. [verzoeker] was laatstelijk voor Seaview werkzaam bij het Water- en Energiebedrijf (hierna: WEB).
2.3 [
verzoeker] is op 20 augustus 2019 door Seaview op staande voet ontslagen. In de ontslagbrief van diezelfde datum staat, voor zover van belang:

Por medio de esta carta les queremos avisar que en espera de investigacion final de parte de WEB, esta Ud, despedido de inmediato.
WEB ya cancelo su ficha de entrada
Su salario sera pagado hasta el ultimo dia que trabajo, Lunes 19 de Augosto 2019 y segun las leyes corespondiente (Dept De Labor).
Les agradecemos por las labores prestada a nuestra compania y a W.E.B. y le deseamos muchos exitos para el future”.
2.4
Bij brief van 24 augustus 2019 bericht WEB aan Seaview dat de toegang van [verzoeker] tot WEB aan hem is ontzegd.
2.5
Bij brief van 29 november 2019 heeft [verzoeker] aan Seaview te kennen gegeven dat hij berust in het ontslag en heeft hij Seaview verzocht om aan hem te betalen een bedrag gelijk aan Afl. 14.577,84 ter zake de niet in acht genomen opzeggingstermijn, de cessantia-uitkering, niet genoten vakantiedagen en een vergoeding op grond van artikel 7A:1615s BW (kennelijk onredelijk ontslag).

3.HET VERZOEK

3.1
Naast kosteloos procederen verzoekt [verzoeker] dat het Gerecht bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren beschikking:
a. voor recht verklaart dat het aan [verzoeker] verleende ontslag onregelmatig is geschied;
b. voor recht verklaart dat [verzoeker] recht heeft op een cessantia-uitkering op grond van de Landsverordening Cessantia;
c. voor recht verklaart dat het aan [verzoeker] verleende ontslag kennelijk onredelijk is;
d. Seaview veroordeelt om aan [verzoeker] te betalen een bedrag van Afl. 2.260,- gelijk aan een maand opzeggingstermijn, vermeerderd met Afl. 927,20 ter zake onregelmatig ontslag (opzeggingsdag), Afl. 1.043,08 terzake een cessantia-uitkering en Afl. 6.780,- terzake een schadevergoeding naar billijkheid;
e. Seaview veroordeelt om aan [verzoeker] te betalen de wettelijke rente ex artikel 6:119 BW over de onder d. toe te wijzen bedragen vanaf de opeisbaarheid hiervan;
f. Seaview veroordeelt in de proceskosten.
3.2
Seaview voert verweer en concludeert tot afwijzing van het door [verzoeker] verzochte en tot veroordeling van [verzoeker] in de proceskosten.

4.DE BEOORDELING

4.1
Uit het door [verzoeker] overgelegde bevoegdelijk afgegeven bewijs van onvermogen volgt dat hij niet in staat is om de kosten van deze procedure te dragen. Aan [verzoeker] zal daarom verlof tot kosteloos procederen worden verleend.
4.2
Niet in geschil is tussen partijen dat [verzoeker] zich naar aanleiding van een conflict met een collega op de werkvloer van Seaview op 16 augustus 2019 met een kapmes naar de woning van die collega heeft begeven teneinde met hem het één ander te bespreken met betrekking tot een op de werkvloer van Seaview gerezen conflict met die collega. Dat gewapende voorval (hierna: het voorval) levert naar het oordeel van het Gerecht niet alleen een strafbaar feit op, maar ook een dringende reden voor ontslag. Het is volstrekt ontoelaatbaar om gewapend met een kapmes op pad te gaan naar en te verschijnen bij de woning van een collega ter bespreking van een op de werkvloer van Seaview gerezen conflict met die collega. Nu het voorval direct gerelateerd is met die werkvloer, kan van Seaview in redelijkheid niet worden gevergd om het dienstverband met [verzoeker] nog langer te laten voortduren dan thans het geval is.
4.3.1
Een constitutief vereiste voor een ontslag op staande voet is dat het (voldoende) onverwijld moet zijn gegeven en dat de dringende reden ook (voldoende) onverwijld is medegedeeld aan in dit geval [verzoeker]. Het is aan de werkgever, in dit geval Seaview dus, dit een en ander te stellen en, bij gemotiveerde betwisting daarvan, te bewijzen.
4.3.2
Gesteld noch is gebleken dat het ontslag niet (voldoende) onverwijld is gegeven. Seaview erkent dat de hiervoor geciteerde aan [verzoeker] op 20 augustus 2019 uitgereikte ontslagbrief geen schoonheidsprijs verdient, maar stelt dat uit de inhoud daarvan volgt dat het voor [verzoeker] duidelijk was of behoorde te zijn dat hij was ontslagen in verband met het voorval. Die stelling is gelet op de hiervoor onder 2.3 geciteerde inhoud van de ontslagbrief, die niets zegt over een voorval met een kapmes, in het licht van het door [verzoeker] gevoerde verweer zonder nadere doch ontbrekende uitleg onbegrijpelijk, en wordt daarom gepasseerd.
4.3.3
Seaview stelt echter verder dat zij [verzoeker] op 21 augustus 2019 op haar kantoor heeft ontboden en hem toen bij monde van haar directeur [directeur] heeft aangezegd dat hij op staande voet was ontslagen omwille van het voorval met het kapmes. [verzoeker] erkent dat hij die dag op kantoor van Seaview is geweest, maar hij betwist dat hem toen alsnog de reden voor zijn ontslag is aangezegd. Die stelling van Seaview staat daarom vooralsnog niet vast. Nu Seaview bewijslevering heeft aangeboden, zal zij in de gelegenheid worden gesteld om door middel van het doen horen van getuigen te bewijzen dat zij op 21 augustus 2019 bij monde van voornoemde directeur [verzoeker] heeft medegedeeld dat hij op staande voet was ontslagen omwille van het voorval met het kapmes op 16 augustus 2019. De zaak zal daartoe worden verwezen naar de in het dictum vermelde terechtzitting. Seaview dient uiterlijk drie werkdagen voor het getuigenverhoor de personalia van de door haar voor te brengen getuige(n) schriftelijk kenbaar te maken aan het Gerecht en aan [verzoeker]. Het Gerecht wijst partijen erop dat de getuige in beginsel in de Nederlandse Taal wordt gehoord. Seaview moet - zo nodig - zelf zorgdragen voor een tolk die de taal van de te horen getuige(n) en de Nederlandse Taal voldoende machtig is, daarbij rekening houdend met het gegeven dat de rechter een niet beroepshalve praktiserende tolk in beginsel niet accepteert.
4.3.4
Vooruitlopend op bewijslevering wordt alvast het volgende overwogen. Indien Seaview slaagt in haar bewijsopdracht en bedoelde stelling vast komt te staan, heeft te gelden dat de reden voor het ontslag van [verzoeker] naar het oordeel van het Gerecht voldoende onverwijld aan hem is medegedeeld met als gevolg dat sprake is van een rechtsgeldig ontslag op staande voet dat aan toewijzing van de vorderingen van [verzoeker] in de weg staat.
4.4
Voor het getuigenverhoor kunnen maximaal drie getuigen worden opgeroepen. Indien Seaview meer getuigen in enquête wil laten horen, zal daarvoor na afloop van de zitting een nieuwe datum worden bepaald. Bij het oproepen van getuigen moet rekening worden gehouden met de omstandigheid dat het horen van een getuige gemiddeld een uur duurt.
4.5
Iedere verdere beslissing zal worden aangehouden.
5. DE BESLISSING
Het Gerecht:
- verleent aan [verzoeker] verlof tot kosteloos procederen;
- stelt Seaview in de gelegenheid om door middel van het doen horen van getuigen te bewijzen dat Seaview op 21 augustus 2019 in haar kantoor bij monde van haar directeur [directeur] [verzoeker] heeft medegedeeld dat hij op staande voet was ontslagen omwille van het voorval met het kapmes op 16 augustus 2019;
- bepaalt dat het getuigenverhoor zal plaatsvinden ten overstaan van rechter mr. A.H.M. van de Leur ter terechtzitting van
dinsdag 8 september 2020 om 09:00 uurin het gerechtsgebouw aan de J.G. Emanstraat nr. 51 te Oranjestad, tijdens welke zitting maximaal 3 getuigen kunnen worden gehoord;
- bepaalt dat Seaview uiterlijk drie werkdagen voor die zitting de personalia van de door haar voor te brengen getuige(n) schriftelijk kenbaar dient te maken aan het Gerecht en aan [verzoeker];
- houdt iedere verdere beslissing aan.
Deze beschikking is gegeven door mr. A.H.M. van de Leur, rechter in dit gerecht, en werd uitgesproken ter openbare terechtzitting van dinsdag 28 juli 2020 in tegenwoordigheid van de griffier.