ECLI:NL:OGEAA:2020:321

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
14 augustus 2020
Publicatiedatum
21 augustus 2020
Zaaknummer
AUA202001421
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst afgewezen wegens gebrek aan gewichtige redenen

In deze zaak heeft de naamloze vennootschap WOUTERS DAILYFISH N.V., hierna Dailyfish, een verzoek ingediend bij het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba om de arbeidsovereenkomst met [verweerder] te ontbinden. Dailyfish heeft aangevoerd dat er sprake is van gewichtige redenen voor ontbinding, waaronder onrechtmatige concurrentie door [verweerder], kastekorten en een verstoorde werkrelatie. De mondelinge behandeling vond plaats op 16 juli 2020, waarbij beide partijen hun standpunten hebben toegelicht. Het Gerecht heeft vastgesteld dat [verweerder] op 17 juli 2017 in dienst is getreden bij Dailyfish en dat hij zijn werkzaamheden heeft gestaakt na de tijdelijke sluiting van de winkel vanwege COVID-19. Dailyfish heeft gesteld dat [verweerder] visproducten heeft verkocht op Facebook, wat zij beschouwt als onrechtmatige concurrentie. Echter, het Gerecht oordeelt dat de verkoop door [verweerder] niet kan worden gekwalificeerd als onrechtmatige concurrentie, gezien de omstandigheden waaronder hij handelde, namelijk financiële nood door de sluiting van de winkel. Daarnaast heeft het Gerecht de claims van Dailyfish over kastekorten en een verstoorde sfeer niet kunnen onderbouwen. Uiteindelijk heeft het Gerecht het verzoek van Dailyfish afgewezen en haar in de proceskosten veroordeeld.

Uitspraak

Beschikking van 14 augustus 2020
Behorend bij AUA202001421
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
BESCHIKKING
in de zaak van:
de naamloze vennootschap
WOUTERS DAILYFISH N.V.,
h.o.d.n. Wouters Dailyfish,
te Aruba,
verzoekster,
hierna te noemen: Dailyfish,
gemachtigde: advocaat mr. M.M. Malmberg,
tegen
[verweerder],
te Aruba,
verweerder,
hierna te noemen: [verweerder],
gemachtigde: advocaat mr. E.A.D.M.E.J. Wever.

1.DE PROCEDURE

1.1
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het verzoekschrift met producties;
- het verweerschrift met producties;
- de pleitaantekeningen van Dailyfish;
- de mondelinge behandeling van de zaak op 16 juli 2020;
- het e-mailbericht van 20 juli 2020 van de gemachtigde van [verweerder], met het verzoek aan het Gerecht om uitspraak te doen, aangezien partijen geen regeling hebben bereikt.
1.2
Ter zitting zijn verschenen: Dailyfish bij mr. Malmberg, vergezeld van de heer [directeur Dailyfish] (directeur van Dailyfish), en [verweerder] bijgestaan door mr. Wever. Partijen hebben het woord gevoerd en hebben gereageerd of kunnen reageren op elkaars stellingen.
1.3
De datum van beschikking is nader bepaald op heden.

2.DE VASTSTAANDE FEITEN

2.1
Dailyfish exploiteert een viswinkel in Aruba.
2.2 [
verweerder] is op 17 juli 2017 als bedrijfsleider in loondienst getreden van Dailyfish.
2.3
In verband met de maatregelen die de overheid genomen heeft ter beperking van de verdere verspreiding van het covid-19 virus op Aruba, heeft Dailyfish haar deuren ingaande 2 april 2020 tijdelijk gesloten. [verweerder] heeft daarna niet meer gewerkt voor Dailyfish.
2.4 [
verweerder] heeft in de maand april 2020, conform de door hem gewerkte uren, zijn salaris uitbetaald gekregen. [verweerder] heeft daarna geen salaris meer ontvangen.
2.5
Dailyfish heeft in de maand mei 2020 haar deuren weer geopend voor het publiek.
2.6
Bij brief van 2 juni 2020 heeft [verweerder] nietigheid van een eventueel door Dailyfish verleend ontslag ingeroepen en heeft hij Dailyffish verzocht om hem weder te werk te stellen en om hem zijn loon door te betalen.

3.DE STANDPUNTEN VAN PARTIJEN

3.1
Dailyfish verzoekt het Gerecht om de arbeidsovereenkomst tussen haar en [verweerder] wegens gewichtige redenen met onmiddellijke ingang, dan wel met ingang van een door het Gerecht in goede justitie te bepalen tijdstip te ontbinden, zonder toekenning van een billijke vergoeding en met veroordeling van [verweerder] in de proceskosten.
3.2
Dailyfish legt aan haar verzoek ten grondslag dat er sprake is van wijziging van omstandigheden die gewichtige redenen voor ontbinding van de arbeidsovereenkomst opleveren en die van dien aard zijn dat de dienstbetrekking billijkheidshalve dadelijk dan wel na korte tijd behoort te eindigen.
3.3 [
verweerder] heeft verweer gevoerd dat, voor zover voor de beslissing van belang, bij de beoordeling aan de orde komt.

4.DE BEOORDELING

4.1
Ingevolge artikel 7A:1615w, eerste lid, van het Burgerlijk Wetboek van Aruba (BW) is iedere partij te allen tijde bevoegd zich wegens gewichtige redenen tot de rechter te wenden met het verzoek de arbeidsovereenkomst te ontbinden. Als gewichtige redenen worden onder meer beschouwd omstandigheden welke een dringende reden als bedoeld in artikel 7A:1615o lid 1 BW zouden hebben opgeleverd, alsook veranderingen in de omstandigheden welke van dien aard zijn dat de dienstbetrekking billijkheidshalve dadelijk of na korte tijd behoort te eindigen. Indien de rechter het verzoek inwilligt wegens veranderingen in de omstandigheden, kan hij op grond van het vijfde lid van bedoeld artikel, zo hem dat met het oog op de omstandigheden van het geval billijk voorkomt, aan een der partijen ten laste van de wederpartij een vergoeding toekennen.
4.2
Het Gerecht stelt voorop dat het in deze procedure om de vraag draait of zich omstandigheden voordoen die een gewichtige reden voor ontbinding vormen. De stellingen van partijen omtrent de vraag of [verweerder] al dan niet op 6 mei 2020 ontslag heeft genomen zullen om die reden onbesproken blijven.
4.3
Ter onderbouwing van haar stelling dat er sprake is van een wijziging van omstandigheden heeft Dailyfish gesteld – naar het Gerecht begrijpt – dat de arbeidsverhouding tussen partijen zodanig verstoord is geraakt dat er niet langer gesproken kan worden van een vruchtbare samenwerking. Volgens Dailyfish heeft dit te maken met een aantal factoren, te weten:
1) de omstandigheid dat [verweerder] haar op onrechtmatige wijze beconcurreert;
2) de omstandigheid dat er kastekorten zijn ontdekt en;
3) de omstandigheid dat [verweerder] vanwege zijn prikkelbaar gedrag de sfeer op de werkvloer heeft verpest.
Dailyfish heeft, op grond van bovengenoemde punten, gesteld geen vertrouwen meer te hebben in [verweerder] en heeft zich daarbij op het standpunt gesteld dat van haar in alle redelijkheid niet gevergd kan worden de arbeidsovereenkomst te laten voortduren.
Onrechtmatige concurrentie
4.4
Dailyfish heeft gesteld dat [verweerder] in de maand november 2019 en vervolgens vanaf de maand april 2020 tot op heden in grote omvang en op professionele wijze vis en visproducten te koop heeft aangeboden op facebook. Volgens Dailyfish is daarmee sprake van onrechtmatige concurrentie van de zijde van [verweerder], nu het dezelfde producten betreft die Dailyfish in haar winkel verkoopt. Ter onderbouwing van haar stelling dat [verweerder] vis en visproducten te koop heeft aangeboden op facebook, heeft Dailyfish verwezen naar de door haar overgelegde (facebook)pagina’s van de maanden november 2019, april 2020, mei 2020 en juni 2020.
4.5 [
verweerder] heeft erkend in de door Dailyfish genoemde maanden vis te koop te hebben aangeboden op facebook, waaronder ook de facebookpagina van vraag & aanbod, maar heeft daarbij betwist dat hij daarmee Dailyfish op onrechtmatige wijze heeft beconcurreerd. In dit verband heeft [verweerder] het volgende gesteld en toegelicht.
In de maand november 2019 is [verweerder], die een grote liefhebber is van vis en die visvangen als hobby heeft, samen met een vriend de zee opgegaan om voor eigen gebruik vis te vangen. Volgens [verweerder] is toen om en nabij twintig kilo vis gevangen. Het teveel gevangen vis is door [verweerder] in twee gevallen te koop aangeboden op zijn persoonlijke facebookpagina ‘
Piska Pos Chikito’. [verweerder] heeft met de verkoop van de vis Afl. 300,-- opgehaald. Van dit bedrag heeft [verweerder], na aftrek van kosten, Afl. 100,-- overgehouden. [verweerder] heeft ter onderbouwing van zijn stelling verwezen naar de door hem overgelegde verklaring van de heer [X] (de eigenaar van de boot en tevens de vriend met wie [verweerder] in november 2019 de zee is opgegaan om te vissen). [verweerder] heeft zich op het standpunt gesteld dat zijn gedraging niet bestempeld kan worden als onrechtmatige concurrentie, nu, gelet op de cijfers, geen sprake is van het voeren van een (concurrerend) bedrijf en omdat hij geen gebruik heeft gemaakt van bedrijfsgegevens van Dailyfish. Verder heeft [verweerder] gesteld na november 2019 tot aan de sluiting van de winkel in april 2020 geen vis te hebben verkocht. Ter zake de verkoop van vis in de maanden vanaf de sluiting van de winkel begin april 2020 tot op heden heeft [verweerder] het volgende gesteld. [verweerder] is sinds de tijdelijke sluiting van de winkel in verband met het covid-19 virus volledig zonder inkomen komen te zitten. Volgens [verweerder] heeft dit mede te maken met de omstandigheid dat Dailyfish niet de medewerking heeft verleend om de
fase-uitkeringaan te vragen. Om alsnog inkomen te genereren en aldus de crisis te overleven, heeft [verweerder] in deze periode zelf gevangen vis te koop aangeboden op facebook. [verweerder] heeft zich op het standpunt gesteld dat Dailyfih door zijn gedraging geen schade heeft geleden.
4.6
Voor wat betreft de verkoop van vis in de maand november 2019 wordt als volgt overwogen. Uit de stellingen van [verweerder] – die niet door Dailyfish zijn betwist – volgt 1) dat [verweerder] in de maand november 2019 twintig kilo vis heeft gevangen, 2) het teveel gevangen vis te koop heeft aangeboden op facebook en 3) dat [verweerder] van die verkoop een totaalbedrag van Afl. 300,-- heeft opgehaald. Naar het oordeel van het Gerecht betreft het dermate lage getallen dat niet de conclusie getrokken kan worden dat er sprake is van het voeren van bedrijf, laat staan dat er sprake is van het voeren van een concurrerend bedrijf. Dit geldt des temeer nu [verweerder] onbetwist heeft gesteld dat hij vanaf november 2019 tot aan de sluiting van de winkel in april 2020 geen vis te koop heeft aangeboden op facebook, hetgeen juist erop wijst dat [verweerder] niet bezig is met het beconcurreren van Dailyfish. Dat [verweerder] op enige andere wijze vis heeft verkocht is gesteld noch gebleken.Verder is gesteld noch gebleken dat [verweerder] gebruik heeft gemaakt van de bedrijfsgegevens van Dailyfish.
4.7
Voor wat betreft de verkoop van vis in de maanden vanaf de sluiting van de winkel begin april 2020 tot aan de heropening daarvan in mei 2020 wordt als volgt overwogen.
Hoewel uit de overgelegde stukken blijkt dat [verweerder] in bedoelde periode met enige regelmaat vis te koop heeft aangeboden op facebook – hetgeen overigens door [verweerder] niet is betwist -, kan naar het oordeel van het Gerecht niet gesteld worden dat er sprake is van onrechtmatig handelen van de zijde van [verweerder]. [verweerder] heeft immers onbetwist gesteld - daargelaten of Dailyfish in dit verband verwijtbaar heeft gehandeld - dat hij in bovengenoemde maanden volledig zonder inkomen is komen te zitten. Naar het oordeel van het Gerecht kan in een dergelijk geval, waarbij sprake is van een hoge mate van financiële nood, in alle redelijkheid niet anders verwacht worden dat een werknemer naar middelen zoekt om aan een inkomen te komen, hetgeen [verweerder] ook heeft gedaan. Dat het in dit geval, waarbij rekening wordt gehouden met de omstandigheid dat het geen normale tijden zijn, soortgelijke activiteiten en producten betreft als die van Dailyfish, maakt het voorgaande niet anders. Overigens geldt dat Dailyfish in voornoemde periode gesloten was, zodat ook in dit geval niet gesteld kan worden dat Dailyfish in haar bedrijfsbelang is geschaad.
4.8
Voor wat betreft de verkoop van vis in de maanden na de heropening van de winkel tot op heden wordt als volgt overwogen. Dailyfish heeft onbetwist gesteld dat [verweerder] thans nog visproducten verkoopt, maar Dailyfish heeft niet duidelijk gemaakt in welke omvang en regelmaat dit gebeurt. Nu dit ook niet uit de stukken blijkt en nu Dailyfish evenmin heeft gesteld dat zij door het gedrag van [verweerder] schade lijdt, kan naar het oordeel van het Gerecht niet gezegd worden dat er sprake is van onrechtmatige concurrentie van de zijde van [verweerder].
Kastekorten
4.9
Dailyfish heeft gesteld dat onder de verantwoordelijkheid van [verweerder] steeds kastekorten zijn geweest. Ter onderbouwing hiervan heeft Dailyfish verwezen naar de door haar overgelegde verklaring van mevrouw [Y] (hoofd administratie bij Dailyfish) en naar een opgemaakt overzicht genaamd “
kasverschil Daily Fish 2020” van de maanden januari 2020 tot en met juli 2020.
4.10 [
verweerder] heeft betwist dat hij verantwoordelijk is voor de door Dailyfish ontdekte kastekorten. In dat verband heeft [verweerder] gesteld 1) dat er meerdere medewerkers de kas bedienen, 2) dat de kas door iemand van kantoor wordt geteld, 3) dat de kas ’s avonds opgeborgen wordt in kantoor en 4) dat niet hij, maar mevrouw [Y] verantwoordelijk is voor de opmaak van de kas. Verder heeft [verweerder] gesteld dat Dailyfish slechts één keer een kastekort met hem heeft besproken.
4.11
Gelet op de gemotiveerde betwisting van [verweerder], de omstandigheid dat uit de overgelegde stukken niet blijkt dat [verweerder] degene is die verantwoordelijk is voor de ontdekte kastekorten en de omstandigheid dat Dailyfish ter zitting heeft gesteld de verwijten richting [verweerder] niet hard te kunnen maken, is het Gerecht van oordeel dat niet gezegd kan worden dat de ontdekte kastekorten aan [verweerder] toe te schrijven zijn.
Verpeste sfeer
4.12
Volgens Dailyfish is personeel in de loop der jaren bij haar weggegaan, vanwege het prikkelbare gedrag van [verweerder]. [verweerder] heeft deze stelling van Dailyfish betwist en heeft daarbij gesteld dat bedoeld verwijt nooit eerder met hem is besproken. Gelet hierop en nu Dailyfish haar stelling niet nader heeft onderbouwd, is het Gerecht van oordeel dat bovengenoemde stelling van Dailyfish niet aannemelijk is geworden.
Slotsom
4.13
Het Gerecht is gelet op al het bovenstaande van oordeel dat Dailyfish haar stelling dat sprake is van een dusdanige verstoorde verhouding tussen partijen dat voortzetting van het dienstverband niet langer tot de mogelijkheden behoort, niet aannemelijk heeft gemaakt. De stelling van Dailyfish dat sprake is van vertrouwensbreuk, is naar het oordeel van het Gerecht gegrond op gevoelens die feitelijke grondslag missen. Het verzoek zal om die reden worden afgewezen.
4.14
Als de in het ongelijk te stellen partij zal Dailyfish in de proceskosten worden veroordeeld.

5.DE UITSPRAAK

Het Gerecht:
wijst het verzoek af;
veroordeelt Dailyfish in de kosten van de procedure, die tot de datum van uitspraak aan de kant van [verweerder] worden begroot op Afl. 2.500,- aan salaris van de gemachtigde en op Afl. 184,- aan griffiekosten.
Deze beschikking is gegeven door mr. J.J. Verhoeven, rechter in dit gerecht, en werd uitgesproken ter openbare terechtzitting van vrijdag 14 augustus 2020 in aanwezigheid van de griffier.