ECLI:NL:OGEAA:2020:324
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
- Kort geding
- A.H.M. van de Leur
- Rechtspraak.nl
Afwijzing van verzoek tot vaststelling koopovereenkomst tussen Pueblo Viejo Investment Corp N.V. en het Land Aruba
In deze zaak, die werd behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, heeft de naamloze vennootschap Pueblo Viejo Investment Corp N.V. (hierna: PVIC) een kort geding aangespannen tegen het Land Aruba. De procedure betreft de vraag of er een koopovereenkomst tot stand is gekomen tussen PVIC en het Land met betrekking tot de overdracht van percelen. PVIC stelt dat zij een aanbod van het Land heeft aanvaard op 23 mei 2018, maar het Gerecht oordeelt dat de redelijke termijn voor aanvaarding van het aanbod, zoals bedoeld in artikel 6:221 lid 1 BW, reeds was verstreken. Het aanbod was volgens het Gerecht van rechtswege vervallen, waardoor er geen koopovereenkomst tot stand is gekomen.
Het Gerecht heeft in zijn vonnis van 19 augustus 2020 overwogen dat PVIC te laat heeft gereageerd op het aanbod van het Land, dat op 17 oktober 2016 werd gedaan. De lange periode tussen het aanbod en de aanvaarding door PVIC, die meer dan negentien maanden besloeg, was te lang om nog van een geldige aanvaarding te kunnen spreken. Het Gerecht heeft ook geoordeeld dat er geen reden is om het beroep van het Land op artikel 6:221 BW onaanvaardbaar te achten, omdat PVIC eerder had moeten handelen.
De belangenafweging tussen de partijen leidde tot de conclusie dat er geen zwaarwegender belangen aan de zijde van PVIC zijn die zouden rechtvaardigen dat het verzoek tot vaststelling van de koopovereenkomst zou worden toegewezen. Het Gerecht heeft PVIC dan ook veroordeeld in de kosten van de procedure, die aan de zijde van het Land op nihil zijn begroot, aangezien het Land werd bijgestaan door ambtenaren.