In deze zaak heeft AZMIKA PROPERTIES N.V. (hierna: Azmika) het Land Aruba aangeklaagd in een kort geding, omdat het Land niet voldeed aan een eerdere veroordeling tot uitgifte van erfpacht van een perceel domeingrond te Palm Beach. Azmika had in een eerder vonnis van 11 september 2019, behorend bij KG nr. AUA201802313, het Land veroordeeld gekregen om binnen dertig dagen het perceel in erfpacht uit te geven. Azmika vorderde nu een dwangsom van Afl. 10.000,- per dag dat het Land in gebreke blijft met deze nakoming, tot een maximum van Afl. 1.000.000,-. Het Land stelde dat de overeenkomst tot vestiging van erfpacht was ontbonden omdat de notariële akte niet tijdig was verleden en dat Azmika niet aan haar verplichtingen had voldaan.
Tijdens de zitting op 14 augustus 2020 heeft het gerecht de standpunten van beide partijen gehoord. Azmika stelde dat zij aan alle voorwaarden had voldaan en dat het Land onrechtmatig handelde door de nakoming van de overeenkomst op te schorten. Het gerecht oordeelde dat het Land niet bevoegd was om eenzijdig een termijn voor nakoming op te leggen en dat Azmika recht had op de gevorderde dwangsom. Het gerecht heeft vastgesteld dat het Land de verplichtingen uit het vonnis van 11 september 2019 niet was nagekomen en dat Azmika belang had bij toewijzing van de dwangsom.
Het gerecht heeft het Land veroordeeld tot betaling van de dwangsom en de proceskosten van Azmika, omdat het Land onterecht had gehandeld door de nakoming van de eerdere veroordeling te weigeren. De uitspraak is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat het Land onmiddellijk aan de veroordeling moet voldoen, ongeacht eventuele hoger beroep procedures.