ECLI:NL:OGEAA:2020:333

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
25 augustus 2020
Publicatiedatum
2 september 2020
Zaaknummer
AUA202001473
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • A.H.M. van de Leur
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontbinding van de arbeidsovereenkomst tussen Aruba Joe's N.V. en de verweerster wegens dringende redenen

In deze zaak heeft Aruba Joe's N.V. (hierna: Joe's) een verzoek ingediend tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst met de verweerster, die in persoon procedeerde. De mondelinge behandeling vond plaats op 29 juli 2020, waarbij Joe's werd vertegenwoordigd door haar gemachtigde, mr. E.R. Zeppenfeldt, en de verweerster zelf aanwezig was. Tijdens de zitting heeft Joe's haar vordering toegelicht, terwijl de verweerster geen verweer heeft gevoerd. De verweerster had eerder verzocht om uitstel van de behandeling, maar dit verzoek werd door het Gerecht niet gehonoreerd, omdat zij niet tijdig een pro-deo advocaat had aangevraagd.

De rechter heeft vastgesteld dat Joe's vordering niet onrechtmatig of ongegrond is, en dat de verweerster op 5 maart 2020 een dringende reden heeft gegeven voor ontslag door zich schuldig te maken aan een poging tot mishandeling van een collega. Dit gedrag was niet de eerste keer, aangezien de verweerster eerder schriftelijk was gewaarschuwd voor agressief gedrag op de werkvloer. De rechter concludeert dat de dringende reden de ontbinding van de arbeidsovereenkomst rechtvaardigt en dat er geen recht op een ontbindingsvergoeding bestaat.

De beslissing van het Gerecht houdt in dat de arbeidsovereenkomst met ingang van 26 augustus 2020 wordt ontbonden, zonder toekenning van een ontbindingsvergoeding aan de verweerster. Tevens is de verweerster veroordeeld in de proceskosten, die zijn begroot op Afl. 644,-- aan verschotten en Afl. 2.500,-- aan salaris voor de gemachtigde. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, waar mogelijk.

Uitspraak

Behorend bij E.J. no. AUA202001473
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
BESCHIKKING in de zaak van:
de naamloze vennootschap
ARUBA JOE’S N.V.,
gevestigd in Aruba,
verzoekster,
hierna ook te noemen: Joe’s,
gemachtigde: de advocaat mr. E.R. Zeppenfeldt,
tegen:
[verweerster],
wonende in Aruba,
verweerster,
hierna ook te noemen: [verweerster],
procederend in persoon.

1.DE PROCEDURE

1.1
Het verloop van de procedure blijkt uit:
-het verzoekschrift, met producties;
-de mondelinge behandeling van de zaak ter terechtzitting van woensdag 29 juli 2020 om 10:00 uur.
1.2
Joe’s is ter zitting verschenen bij haar gemachtigde, die vergezeld werd door de heer [naam C.F.O.] en de heer [naam Manager] (“
Chief Financial Officer” respectievelijk “
Manager on Duty” bij Joe’s). [verweerster] is in persoon ter zitting verschenen. Joe’s heeft kort het woord gevoerd en heeft gepersisteerd bij haar vordering en de daaraan door haar ten gronde gelegde stellingen. Hoewel daartoe in de gelegenheid gesteld heeft [verweerster] het woord niet gevoerd, ook niet schriftelijk.
1.3
Als reden daartoe stelde [verweerster] dat zij bij monde van een advocaat het woord wilde voeren, maar dat zij onvoldoende tijd heeft gehad om een pro-deo advocaat toegewezen te krijgen. Dat betoog heeft het Gerecht als zijnde niet aannemelijk verworpen. [verweerster] is bij exploot van woensdag 1 juli 2020 in persoon opgeroepen om ter terechtzitting van dinsdag 14 juli 2020 om 09:00 uur te verschijnen voor de mondelinge behandeling van deze op snelheid gerichte procedure. In het licht daarvan had het op de weg van [verweerster] gelegen om zich onverwijld te melden bij de instantie die gaat over het al dan niet toewijzen van een pro-deo advocaat. Bij schrijven van 5 juli 2020 heeft [verweerster] om uitstel van de mondelinge behandeling van de zaak verzocht, welk verzoek – waartegen Joe’s geen bezwaar heeft gemaakt – het Gerecht heeft gehonoreerd in die zin dat de mondelinge behandeling van de zaak nader werd bepaald op woensdag 29 juli 2020 om 10:00 uur. Bij brief van 22 juli 2020 heeft [verweerster] andermaal om uitstel verzocht, omdat zij zich wilde laten bijstaan door een advocaat die zij tot dan toe niet had verkregen. In dat schrijven, waarin met zij wordt bedoeld [verweerster], staat onder meer het volgende vermeld: “
Ter verkrijging van een pro-deo advocaat moet zij een procedure doorlopen welke procedure vandaag om 22 juli 2020 is aangevangen.” Dat tweede uitstelverzoek, waartegen Joe’s wel bezwaar heeft opgeworpen, heeft het Gerecht niet gehonoreerd. Dienaangaande heeft het Gerecht op 23 juli 2020 het volgende aan partijen kenbaar gemaakt: "
Verder uitstel wordt niet verleend, nu [verweerster] veel eerder dan eerst op 22 juli 2020 om pro-deo rechtshulp had behoren te verzoeken.”.
1.4 [
verweerster] heeft ter zitting (impliciet) andermaal om aanhouding van de zaak verzocht, terwijl Joe’s zich andermaal heeft verzet tegen toewijzing daarvan. Dat bezwaar heeft het Gerecht gegrond verklaard, omdat het (zoals reeds eerder aan [verweerster] medegedeeld) op de weg van [verweerster] had gelegen om veel eerder dan eerst op 22 juli 2020 de procedure ter verkrijging van pro-deo rechtshulp te laten aanvangen. Het nalaten daarvan komt en blijft voor haar rekening en risico, en zo ook de weigering van [verweerster] om ter zitting te reageren op het verzoekschrift van Joe’s.
1.5
Beschikking is bepaald op heden.

2.DE STANDPUNTEN VAN PARTIJEN

2.1
Joe’s verzoekt dat het Gerecht bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren beschikking de tussen partijen gesloten arbeidsovereenkomst ontbindt op grond van de in het verzoekschrift omschreven gewichtige redenen indien en voorzover bij rechterlijk gewijsde komt vast te staan dat die overeenkomst nog steeds bestaat, zonder toekenning aan [verweerster] van een door Joe’s te betalen billijkheidsvergoeding, kosten rechtens.
2.2 [
verweerster] heeft geen verweer gevoerd.

3.DE BEOORDELING

3.1 [
verweerster] heeft de door Joe’s aan haar vordering ten gronde gelegde stellingen niet weersproken. Die vaststaande stellingen brengen mee dat vordering van Joe’s onrechtmatig noch ongegrond voorkomt. Uit die stellingen volgt immers dat [verweerster] op 5 maart 2020 een dringende reden heeft gegeven aan Joe’s voor ontslag door zich op de werkvloer van Joe’s al schreeuwend schuldig te maken aan een poging tot mishandeling (slaan in het gezicht van) een collega, al dan niet in verbinding met de omstandigheid dat [verweerster] in haar nog in aanmerking te nemen arbeidsverleden meermalen door Joe’s schriftelijk is gewaarschuwd voor ontoelaatbaar agressief gedrag op de werkvloer. Die dringende reden heeft te gelden als gewichtige reden die de ontbinding van de tussen partijen gesloten arbeidsovereenkomst rechtvaardigt, en staat in de weg aan toekenning aan [verweerster] van een ontbindingsvergoeding.
3.2
De slotsom luidt dat het door Joe’s verzochte zal worden toegewezen als na te melden.
3.3 [
verweerster] zal, als de in het ongelijk gestelde partij, worden veroordeeld in de kosten van deze procedure gevallen aan de zijde van Joe’s, tot aan deze uitspraak begroot op (450,-- + 194,-- =) Afl. 644,-- aan verschotten (griffierecht en oproepkosten) en Afl. 2.500,-- aan salaris voor de gemachtigde (2 punten van liquidatietarief 5, ad Afl. 1.250,-- per punt).

4.DE BESLISSING

Het Gerecht:
-ontbindt met ingang van 26 augustus 2020 de tussen partijen gesloten arbeidsovereenkomst indien en voorzover bij rechterlijk gewijsde komt vast te staan dat die overeenkomst nog steeds bestaat, zonder toekenning aan [verweerster] van een ontbindingsvergoeding naar billijkheid;
-veroordeelt [verweerster] in de kosten van deze procedure gevallen aan de zijde van Joe’s, tot aan deze uitspraak begroot op Afl. 644,-- aan verschotten en Afl. 2.500,-- aan salaris voor de gemachtigde;
-verklaar deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad daar waar rechtens mogelijk.
Deze beschikking is gegeven door mr. A.H.M. van de Leur, rechter, en in tegenwoordigheid van de griffier in het openbaar uitgesproken op dinsdag 25 augustus 2020.