ECLI:NL:OGEAA:2020:38
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Vordering tot betaling van een schuld door een werknemer aan zijn werkgever na beëindiging van de arbeidsovereenkomst
In deze zaak vordert de naamloze vennootschap Anchi Aruba N.V. (hierna: Anchi) dat het gerecht de gedaagde, die in persoon procedeert, veroordeelt tot betaling van een bedrag van Afl. 15.020,00, vermeerderd met buitengerechtelijke incassokosten en wettelijke rente. De vordering is gebaseerd op een lening die de gedaagde, een voormalige kok bij Anchi, heeft afgesloten tijdens zijn dienstverband. De gedaagde heeft in totaal twee leningen ontvangen, maar heeft volgens Anchi niet voldaan aan zijn terugbetalingsverplichtingen. De gedaagde heeft betwist dat er nog een schuld openstaat en heeft verschillende verklaringen afgelegd over de wijze van aflossing, maar deze zijn inconsistent en niet voldoende onderbouwd.
Tijdens de comparitie van partijen heeft Anchi aangetoond dat er geen inhoudingen op het salaris van de gedaagde zijn gedaan voor de aflossing van de lening. De gedaagde heeft vervolgens gesteld dat de aflossingen zijn verrekend met fooien die hij ontving, maar ook deze stelling is niet overtuigend onderbouwd. Het gerecht oordeelt dat de vordering van Anchi voldoende is onderbouwd en dat de gedaagde zijn verweer niet op een deugdelijke wijze heeft onderbouwd. Daarom wordt de vordering toegewezen, inclusief de wettelijke rente en de proceskosten. De gedaagde wordt veroordeeld in de kosten van de procedure, die aan de zijde van Anchi zijn begroot op Afl. 750,00 aan griffierecht, Afl. 192,14 aan explootkosten en Afl. 2.000,00 aan salaris van de gemachtigde.