ECLI:NL:OGEAA:2020:410

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
7 oktober 2020
Publicatiedatum
23 oktober 2020
Zaaknummer
AUA201902040
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Tussenuitspraak
Rechters
  • A.H.M. van de Leur
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verdeling van de huwelijksgoederengemeenschap na overlijden van de erflater

In deze zaak, die voor het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba is behandeld, betreft het een tussenvonnis in een civiele procedure over de verdeling van de huwelijksgoederengemeenschap na het overlijden van de erflater op 6 maart 2019. De eiseres, het enig kind van de erflater, heeft samen met de gedaagde, de ex-echtgenoot van de erflater, de erfenis ontvangen. De erflater heeft geen testament achtergelaten, waardoor de wettelijke erfopvolging van toepassing is. De eiseres verzoekt het Gerecht om de omvang van de gemeenschap vast te stellen, een gebruiksvergoeding voor de gemeenschappelijke woning en auto te bepalen, en de verdeling van de gemeenschap te gelasten. De gedaagde heeft verweer gevoerd en stelt voor om de gemeenschap te verdelen zoals door haar voorgesteld.

Het Gerecht heeft vastgesteld dat de gedaagde recht heeft op de helft van de huwelijksgoederengemeenschap en dat de eiseres en gedaagde ieder recht hebben op de andere helft van de gemeenschap. De activa en passiva van de gemeenschap zijn in detail besproken, waarbij de waarde van de activa is vastgesteld op Afl. 284.278,14 en de passiva op Afl. 49.012,21. Dit leidt tot een netto waarde van de gemeenschap van Afl. 117.632,97, waaruit volgt dat beide partijen recht hebben op Afl. 58.816,48.

De eiseres heeft ook een vergoeding gevorderd voor het gebruik van de woning en de auto door de gedaagde. Het Gerecht heeft geoordeeld dat de gedaagde de hypothecaire lasten van de woning heeft betaald en dat de vordering van de eiseres voor gebruiksvergoeding voor de woning wordt afgewezen. Voor de auto is een vergoeding vastgesteld op Afl. 100,-- per maand, wat resulteert in een totaal van Afl. 1.900,-- dat de gedaagde aan de eiseres verschuldigd is. Het Gerecht heeft besloten om een comparitie van partijen te gelasten om te onderzoeken of de gedaagde in staat is om het verschuldigde bedrag te betalen. Indien niet, zal de woning verkocht moeten worden.

De uitspraak is gedaan door mr. A.H.M. van de Leur en de comparitie is gepland voor 6 november 2020.

Uitspraak

Vonnis van 7 oktober 2020
Behorend bij A.R. nr. AUA201902040
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
VONNIS
in de zaak van:
[EISERES],
wonende in Aruba,
eiseres,
hierna ook te noemen: [Eiseres],
gemachtigden: de advocaat mr. G.W. Rep
tegen:
[GEDAAGDE],
wonende in Aruba,
gedaagde,
hierna ook te noemen: [Gedaagde],
gemachtigde: de advocaat mr. D.M. Canwood.

1.DE PROCEDURE

1.1
Het verloop van de procedure blijkt uit:
-het verzoekschrift, met producties;
-de conclusie van antwoord, met producties;
-de tegen [eiseres] verleende akte van niet dienen van repliek.
1.2
Vonnis is nader bepaald op heden.

2.DE STANDPUNTEN VAN PARTIJEN

2.1 [
Eiseres] verzoekt dat het Gerecht bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
a. de omvang per 6 maart 2019 van de tussen partijen bestaande gemeenschap vaststelt;
b. ten behoeve van [eiseres] een gebruiksvergoeding naar billijkheid vaststelt voor het gebruik van de gemeenschappelijke woning en de gemeenschappelijke auto gerekend vanaf 6 maart 2019;
c. de verdeling gelast danwel vast stelt van de tussen partijen bestaande gemeenschap, met machtiging van [eiseres] om ter uitvoering daarvan zo nodig de hulp van de sterke arm in te roepen;
d. [Gedaagde] veroordeelt om bij wijze van voorschot aan [eiseres] te betalen
Afl. 100.000,--;
e. bepaalt dat indien [gedaagde] weigert haar medewerking te verlenen aan de uitvoering van de verdeling dit vonnis in de plaats treedt van daartoe noodzakelijke aktes;
f. bepaalt dat alle noodzakelijke aktes rechtsgeldig kunnen worden ingeschreven in de daartoe bestemde openbare registers;
h. [Gedaagde] veroordeelt in de proceskosten, althans bepaalt dat die kosten ten laste zullen komen van de te verdelen gemeenschap.
2.2 [
Gedaagde] voert verweer en concludeert tot verdeling van de tussen partijen bestaande gemeenschap zoals door haar voorgesteld onder afwijzing van het door [eiseres] gevorderde voorzover dat afwijkt van dat voorstel, met compensatie van de proceskosten tussen partijen.
2.3
Voor zover van belang voor de uitspraak worden de stellingen van partijen hierna besproken.

3.DE BEOORDELING

3.1
Vast staat tussen partijen in elk geval het volgende. [Gedaagde] was ten tijde van het overlijden op 6 maart 2019 van [naam erflater] (hierna: de erflater) met hem gehuwd in de gemeenschap van goederen. [Eiseres] is het enig kind van de erflater, en samen met [gedaagde] zijn zij de enige erfgenamen van de erflater. De erflater heeft nooit een testament opgemaakt.
3.2
Vorenstaande brengt met zich dat [gedaagde] sowieso op grond van haar ontbonden huwelijk met de erflater gerechtigd is tot helft van de destijds tussen de erflater en [gedaagde] bestaande huwelijksgoederengemeenschap. [Eiseres] en [gedaagde] zijn krachtens het erfrecht bij versterf voor gelijke delen gerechtigd tot de andere helft van die ontbonden goederengemeenschap.
3.3
Bij gelegenheid van antwoord heeft [gedaagde] gesteld dat van de tussen partijen te verdelen gemeenschap (de gemeenschap) de volgende vermogensbestanddelen deel uitmaken:
activa
-de woning van [gedaagde] en de erflater (de woning); waarde Afl. 273.000,--
-een auto merk [merk] type [model], bouwjaar 2004 (de auto) waarde Afl. 8.496,12
-saving account [bankrekeningnummers]; saldo Afl. 1.270,54
-current account CMB; saldo Afl. 1.362,01
-saving account First Caribbean; saldo Afl. 29,03
-current account CMB; saldo
Afl. 120,44 +
totaal Afl. 284.278,14
passiva
-hypothecaire restschuld; saldo Afl. 25.067,96
-persoonlijke lening; saldo Afl. 7.604,51
-accountantskosten; ad Afl. 600,--
-Setar (mobiele telefoons erflater) ; ad Afl. 216,82
-belasting over 2014; ad Afl. 279,--
-begrafeniskosten; ad Afl. 8.396,75
-betaling laatste termijn auto; ad Afl. 608,--
-diverse bijkomende kosten; ad
Afl. 6.239,17 +
totaal Afl. 49.012,21
[Eiseres] heeft de juistheid van dit alles niet bestreden, zodat iedere andere bij het verzoekschrift gedane opgave van activa en passiva en de waarde daarvan nadere onderbouwing mist, en daarom wordt gepasseerd.
3.4
Aldus komt vast te staan dat de tussen partijen verdelen gemeenschap een waarde heeft ((284.278,14 minus 49.012,21) : 2 =) Afl. 117.632,97. [eiseres] en [gedaagde] zijn ieder gerechtigd tot de helft van dat bedrag, te weten (117.632,97 : 2 =) Afl. 58.816,48.
3.5
Ter zake de hiervoor onder b. door [eiseres] gevorderde vergoeding voor het gebruik door [gedaagde] van de woning wordt het volgende overwogen. [Gedaagde] heeft onbetwist gesteld (al dan niet impliciet) dat zij vanaf het overlijden van de erflater telkens de op de woning drukkende hypothecaire lasten voor haar rekening heeft genomen, en dat de door [eiseres] aan haar verschuldigde helft daarvan gelijk is aan en verrekend wordt met de aan [eiseres] toekomende vergoeding voor het gebruik van het aan haar toekomende (1/4) deel van de woning. Die vaststaande stelling en onbetwiste verrekening brengen mee dat de vordering onder b. wat betreft gebruiksvergoeding voor de woning zal worden afgewezen.
3.6
Ter zake de hiervoor onder b. door [eiseres] gevorderde vergoeding voor het gebruik van de in de gemeenschap vallende auto wordt het volgende overwogen. [Eiseres] heeft onbestreden gesteld dat [gedaagde] die auto vanaf 6 maart 2019 in gebruik heeft, en vast staat de waarde van die auto Afl. 8.496,12 bedraagt terwijl [eiseres] voor ¼ deel gerechtigd is tot dat bedrag. Het Gerecht stelt in dat licht de vergoeding voor het gebruik door [gedaagde] van het aan [eiseres] toekomende deel van de auto vast op Afl. 100,-- per maand. Aldus is [gedaagde] te dezen per de uitspraak van dit vonnis (19 x 100,-- =) Afl. 1.900,-- verschuldigd aan [eiseres].
3.7
De slotsom van deze procedure luidt
in beginselals volgt. Alle hiervoor onder 3.3 vermelde van de gemeenschap deeluitmakende activa en passiva zullen worden toebedeeld aan [gedaagde], terwijl [gedaagde] ten titel van overbedeling na verrekening van de aan [eiseres] toekomende vergoeding voor het gebruik van de woning en de auto zal worden veroordeeld om aan [eiseres] te betalen (58.816,48 + 1.900,-- =) Afl. 60.716,48.
3.8
In de hiervoor geschetste stand van zaken ziet het Gerecht aanleiding om een comparitie van partijen te gelasten, ter verkrijging van met name inlichtingen ter zake van de vraag of [gedaagde] in staat is om voormeld bedrag ad Afl. 60.716,48 te betalen aan [eiseres]. Als dat namelijk niet het geval is, zal de woning verkocht moeten worden teneinde de netto opbrengst daarvan volgens de geldende verdeelsleutel (3/4 deel voor [gedaagde] en ¼ deel voor [eiseres]) te verdelen tussen partijen. In dat geval dienen partijen ter zitting ieder drie makelaars voor te stellen alwaar de woning (bij één van hen) in de onderhandse verkoop gezet zal worden. Ook dienen partijen ieder voor zich kenbaar te maken hoe lang de woning in de onderhandse verkoop wordt aangeboden, bij ommekomst van welke periode ieder der partijen bevoegd is om de woning zonder toestemming van de ander te laten veilen. Tevens dienen partijen ieder voor zich kenbaar te maken wat de bodemprijs is van de woning tegen welke – zo die prijs wordt geboden door een derde – moet worden verkocht.
3.9
Partijen dienen in persoon ter zitting te verschijnen, desgewenst samen met gemachtigden.
3.1
Als een partij niet verschijnt kan het Gerecht daaraan het gevolg verbinden - ook in het nadeel van die partij - dat het passend vindt.
3.11
De partij die zich bij de comparitie op schriftelijke (bewijs)stukken wil beroepen, dient die stukken uiterlijk de derde werkdag voor de dag van de zitting in fotokopie aan zijn wederpartij en aan het Gerecht over te leggen.
3.12
Voor de comparitie wordt in beginsel één uur uitgetrokken. Partijen kunnen hun zaak ter comparitie vijf minuten bepleiten. Als een partij de vastgestelde spreektijd overschrijdt, kan de rechter haar het woord ontnemen.
3.13
De partij die is verhinderd om op de hierna te bepalen datum en tijdstip ter zitting te verschijnen, dient binnen veertien dagen na het wijzen van dit vonnis per brief de rechter om uitstel te verzoeken. Bij het verzoek om uitstel moeten ook de verhinderdata worden opgegeven van alle partijen en hun gemachtigden gedurende de drie komende maanden. Indien niet binnen veertien dagen na het wijzen van dit vonnis om uitstel is verzocht, zal nog slechts uitstel worden verleend in geval van overmacht. In dat geval dient de partij die wegens overmacht is verhinderd te verschijnen, onmiddellijk na het intreden daarvan per brief de rechter gemotiveerd om uitstel te verzoeken.
3.14
Iedere verdere beslissing zal worden aangehouden.

4.DE UITSPRAAK

Het Gerecht:
-gelast een verschijning van partijen voor het geven van inlichtingen en/of treffen van een minnelijke regeling op de terechtzitting van mr. A.H.M. van de Leur, rechter, op
vrijdag 6 november 2020 om 15:30 uurin zaal A van het in Aruba te J.G. Emanstraat nr. 51 gelegen gerechtsgebouw;
-bepaalt dat [eiseres] en [gedaagde] dan in persoon aanwezig moeten zijn, desgewenst met gemachtigden;
-houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.H.M. van de Leur, rechter, en is uitgesproken ter openbare terechtzitting van woensdag 7 oktober 2020 in aanwezigheid van de griffier.
Datum uitspraak: 7 oktober 2020
Instantie: gerecht in eerste aanleg van Aruba
Zaaknummer: A.R. nr. AUA201902040
Inhoudsindicatie: Civiel. Tussenvonnis. Verdeling huwelijksgoederengemeenschap
Formele relaties (optioneel):
Rechtsgebieden: Civiel
Rechter: mr. A.H.M. van de Leur
Bijzondere kenmerken: