ECLI:NL:OGEAA:2020:418
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
- Kort geding
- A.H.M. van de Leur
- Rechtspraak.nl
Wijziging van huurovereenkomst in kort geding wegens coronacrisis
In deze zaak, die op 14 oktober 2020 door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba is behandeld, betreft het een kort geding tussen een huiseigenaar en zijn huurders, [gedaagde 1] en [gedaagde 2]. De huurders hebben een huurovereenkomst gesloten voor een appartement in Aruba, waarbij de maandelijkse huur oorspronkelijk Afl. 900,-- bedroeg. Door de coronapandemie zijn de huurders in financiële problemen geraakt, wat hen heeft doen verzoeken om een tijdelijke verlaging van de huurprijs naar Afl. 500,--. De huurder, [gedaagde 1], heeft aangevoerd dat zij door de coronacrisis haar baan heeft verloren en afhankelijk is van de FASE-bijstand. Het Gerecht heeft geoordeeld dat de omstandigheden van de coronacrisis een wijziging van de huurovereenkomst rechtvaardigen op basis van artikel 6:258 BW, dat de redelijkheid en billijkheid in acht neemt. Het Gerecht heeft de huurprijs tijdelijk verlaagd naar Afl. 500,-- zolang de huurder in aanmerking komt voor de FASE-bijstand. Tevens is de vuistregel dat een huurachterstand van drie maanden kan leiden tot ontbinding van de huurovereenkomst, in dit geval verruimd naar zes maanden, gezien de bijzondere omstandigheden. De vordering van de huiseigenaar tot ontruiming is afgewezen, omdat de huurders niet in verzuim zijn met hun betalingsverplichtingen. De proceskosten zijn gecompenseerd, zodat iedere partij zijn eigen kosten draagt.