ECLI:NL:OGEAA:2020:419

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
14 oktober 2020
Publicatiedatum
28 oktober 2020
Zaaknummer
AUA202002114
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
  • A.H.M. van de Leur
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bevoegdheid en onrechtmatige daad in kort geding tussen eiseres en Quantum Real Estate LTD

In deze zaak, behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, heeft eiseres, vertegenwoordigd door haar advocaat mr. A. de Bie, een kort geding aangespannen tegen de rechtspersoon Quantum Real Estate LTD, vertegenwoordigd door mr. D.G. Kock. De procedure vond plaats op 18 september 2020, met een descente op 25 september 2020 om de situatie ter plaatse te beoordelen. Eiseres vorderde dat Quantum zou worden verplicht om een dijk terug te plaatsen die eerder door haar was aangelegd om wateroverlast te voorkomen. Quantum voerde verweer en stelde dat het Gerecht onbevoegd was om deze zaak te behandelen.

Het Gerecht oordeelde dat het bevoegd was om kennis te nemen van het geschil, maar wees de vorderingen van eiseres af. Het Gerecht concludeerde dat de dijk door eiseres zonder toestemming op grond van Quantum was aangelegd, wat onrechtmatig was. Bovendien was de woning van eiseres illegaal gebouwd zonder bouwvergunning, wat bijdroeg aan de wateroverlast. Het Gerecht oordeelde dat eiseres zelf verantwoordelijk was voor het treffen van maatregelen om wateroverlast te voorkomen en dat de belangen van Quantum zwaarder wogen dan die van eiseres.

Uiteindelijk werd eiseres veroordeeld in de proceskosten, begroot op Afl. 1.750,- aan salaris voor de gemachtigde van Quantum. Het vonnis werd uitgesproken op 14 oktober 2020.

Uitspraak

Vonnis van 14 oktober 2020
Behorend bij K.G. nr. AUA202002114
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
VONNIS IN KORT GEDING
in de zaak van:
[eiseres],
wonende in Nederland, voor deze zaak gedomicilieerd ten kantore van haar hierna genoemde in Aruba gevestigde advocaat,
eiseres,
hierna ook te noemen: [eiseres],
gemachtigde: de advocaat mr. A. de Bie,
tegen:
de rechtspersoon naar buitenlands recht
QUANTUM REAL ESTATE LTD,
gevestigd in de Britse Maagdeneilanden,
gedaagde,
hierna ook te noemen: Quantum,
gemachtigde: de advocaat mr. D.G. Kock.

1.DE PROCEDURE

1.1
Het verloop van de procedure blijkt uit:
-het verzoekschrift, met producties;
-de mondelinge behandeling van de zaak ter terechtzitting van vrijdag 18 september 2020;
-de descente ter plaatse van de in Aruba te [woning] gelegen woning van [eiseres] op vrijdag 25 september 2020.
1.2 [
eiseres] en Quantum zijn telkens ter terechtzitting verschenen bij hun respectieve gemachtigde, die van Quantum telkens vergezeld door de heer [vertegenwoordiger] (vertegenwoordiger van Quantum). Het partijdebat is in twee termijnen gevoerd ter zitting van 18 september 2020, mede aan de hand van door partijen overgelegde producties en een door Quantum overgelegde en voorgedragen pleitnota. De descente van 25 september 2020 is gelast en gehouden zodat het Gerecht een beter inzicht kon krijgen van de situatie ter plekke, en dat mede aan de hand van een bij partijen genoegzaam bekende ambtenaar van de DOW die onder meer vragen van het Gerecht heeft beantwoord (hierna: de ambtenaar).
1.3
Vonnis is bepaald op heden.

2.DE VASTSTAANDE FEITEN

2.1
Als enerzijds gesteld en anderzijds erkend dan wel niet of onvoldoende bestreden alsmede op grond van overgelegde producties voor zover niet of onvoldoende bestreden alsmede op grond van eigen waarneming van de rechter ter descente staat onder meer het volgende vast tussen partijen.
2.2
Quantum is de (opvolgend) ontwikkelaar van het bij partijen genoegzaam bekende verkavelde terrein gelegen in Aruba te [terrein] (hierna: het terrein). De rechtsvoorganger van [eiseres] heeft een aldaar gelegen kavel/perceel in eigendom verkregen van (de rechtsvoorganger van) Quantum (hierna: het perceel).
2.3
De rechtsvoorganger van [eiseres] heeft op enig in het verleden gelegen moment een woning gebouwd op het perceel zonder daartoe een bouwvergunning aangevraagd en verkregen te hebben. [eiseres] heeft het perceel en die daarop staande woning (hierna: de woning) op enig in het verleden gelegen moment door koop in eigendom verkregen.
2.4
Bij aanhoudende en/of heftige regenval komt het perceel onder water te staan tot soms een halve meter hoogte.
2.5
Na vruchteloos gebleken overleg met DOW en met Quantum om te komen tot een oplossing voor de wateroverlast heeft [eiseres] op enig in het verleden gelegen moment eigenmachtig een aarden dijk aangelegd waardoor bij aanhoudende en/of heftige regenval het perceel niet langer onder water liep. Die dijk was aangelegd op niet aan [eiseres] maar aan anderen waaronder begrepen Quantum toebehorende grond.
2.6
Ter realisering van haar project dient Quantum van overheidswege een weg aan te leggen op het terrein, zodat de kavels/percelen waarin dat is verdeeld worden ontsloten, verkocht kunnen worden en kunnen worden voorzien van utiliteiten.
2.7
Teneinde die weg ter hoogte van het perceel aan te kunnen leggen heeft Quantum de dijk geheel verwijderd of doen verwijderen. Daartegenover heeft Quantum op de aan het perceel grenzende kavel een afwateringskanaal aangelegd (hierna ook: het kanaal). Dat kavel heeft zij inmiddels verkocht aan een derde onder de last dat het kanaal niet gedempt mag worden.

3.DE STANDPUNTEN VAN PARTIJEN

3.1 [
eiseres] vordert dat het Gerecht - zo het begrijpt - bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis:
a. Quantum ter voorkoming van wateroverlast voor [eiseres] gebiedt de dijk van dezelfde kwaliteit zoals die er lag binnen 48 uur na de uitspraak van dit vonnis weer terug te plaatsten en geplaatst te laten zolang in een bodemprocedure niet anders wordt geoordeeld;
b. bepaalt dat Quantum ten behoeve van [eiseres] een door het Gerecht te bepalen dwangsom verbeurt indien Quantum dat te geven gebod niet opvolgt;
c. te dezen enige andere juist voorkomende beslissing neemt;
d. Quantum veroordeelt in de proceskosten.
3.2
Quantum voert verweer en concludeert primair dat het Gerecht zich onbevoegd verklaart om kennis te nemen van en te oordelen over deze kwestie, uitvoerbaar bij voorraad te verklaren kosten rechtens. Subsidiair concludeert Quantum tot afwijzing van het door [eiseres] verzochte, uitvoerbaar bij voorraad te verklaren kosten rechtens.
3.3
Voorzover van belang voor de uitspraak worden de stellingen van partijen hierna besproken.

4.DE BEOORDELING

4.1
De vorderingen van [eiseres] zijn gegrond op de stelling dat het in de Britse Maagdeneilanden gevestigde Quantum in Aruba onrechtmatig jegens [eiseres] heeft gehandeld door eigenmachtig de door [eiseres] aangelegde dijk te (doen) verwijderen als gevolg waarvan [eiseres] in Aruba schade heeft geleden en nog zal lijden. Reeds uit die stelling volgt dat het Gerecht bevoegd is om kennis te nemen van en te oordelen over dit geschil. Het verweer van Quantum op dit onderdeel wordt verworpen.
4.2
Niet in geschil is tussen partijen dat voor de aanleg door [eiseres] van de dijk haar perceel bij aanhoudende en/of heftige regenval tot soms een halve meter onder water kwam te staan. Vast is echter komen te staan dat de woning zonder bouwvergunning, ofwel illegaal, is gebouwd. Aldus is ter plaatse van het perceel vanaf de bouw van de woning sprake van een illegale situatie.
4.3
Na de aanleg van de dijk was bij aanhoudende en/of heftige regenval geen sprake meer van wateroverlast op het perceel. Echter was door die aanleg sprake van onrechtmatig handelen van [eiseres] jegens onder meer Quantum, door zonder toestemming van Quantum eigenmachtig ofwel met toepassing van eigenrichting de dijk aan te leggen op onder meer aan Quantum toebehorende grond. Het klopt dat Quantum op haar beurt niet eigenmachtig ofwel ook met toepassing van eigen richting de dijk had mogen verwijderen, maar hier geldt dat de pot de ketel verwijt dat hij zwart ziet. Mede in dat verband en in het licht van de omstandigheid dat Quantum ten behoeve van het perceel het kanaal blijvend heeft laten aanleggen op de aangrenzende kavel ziet het Gerecht voorshands geen grond om Quantum te gebieden om een voormalige onrechtmatige toestand weer in ere te (doen) herstellen, zoals de facto wordt gevorderd door [eiseres]. Het ligt te dezen op de weg van [eiseres] om aan de voorkant van het perceel op haar eigen grond een voorziening te treffen die ervoor zorgt dat overvloedig regenwater niet langer op het perceel maar in bedoeld afwateringskanaal terecht komt. Te denken valt in dit verband aan een voldoende diepe en brede betonnen waterafvoergleuf die ter hoogte van inloop- of inrijhekwerk voorzien wordt van metalen roosters. Gesteld noch is gebleken dat dit niet mogelijk is, en evenmin is gesteld of gebleken dat een dergelijke voorziening niet afdoende zal zijn.
4.4
Vorenstaande brengt mee dat in een bodemprocedure niet met grote mate van zekerheid valt te verwachten dat de vorderingen van [eiseres] zullen worden toegewezen. Dat betekent dat haar thans gevraagde voorziening moet worden geweigerd.
4.5
Afweging van de belangen van partijen maakt dat niet anders, nu het Gerecht geen zwaarwegender belangen ziet aan de zijde van [eiseres] bij toewijzing van het door haar verzochte ten opzichte van de belangen van Quantum bij afwijzing daarvan. Dit klemt temeer omdat op grond van de verklaring van de ambtenaar ter descente aannemelijk is geworden dat als de rechtsvoorganger van [eiseres] destijds wel een bouwvergunning had aangevraagd, DOW als eis voor de afgifte daarvan had gesteld dat het perceel moest worden opgehoogd om wateroverlast zoals voor de aanleg van de dijk te voorkomen. Naar het voorshandse oordeel van het Gerecht komt voormelde illegale situatie en de gevolgen daarvan (waaronder begrepen wateroverlast bij aanhoudende en/of heftige regenval) in elk geval niet voor rekening en risico van anderen dan (de rechtsvoorganger van) [eiseres]. Dat de aanleg van een voorziening aan de voorkant van het perceel zoals hiervoor omschreven mogelijk gemoeid gaat met hoge door [eiseres] te betalen kosten, maakt dit één en ander niet anders.
4.6 [
eiseres] zal, als de in het ongelijk te stellen partij, worden veroordeeld in de kosten van deze procedure gevallen aan de zijde van Quantum, tot aan deze uitspraak begroot op Afl. 1.750,- aan salaris voor de gemachtigde.

5.DE UITSPRAAK

Het Gerecht, rechtdoende in kort geding:
-wijst af het door [eiseres] verzochte;
-veroordeelt [eiseres] in de kosten van deze procedure gevallen aan de zijde van Quantum, tot aan deze uitspraak begroot op Afl. 1.750,- aan salaris voor de gemachtigde;
-verklaart voormelde veroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.H.M. van de Leur, rechter, en is uitgesproken ter openbare terechtzitting van woensdag 14 oktober 2020 in tegenwoordigheid van de griffier.