Uitspraak
Vonnis van dit Gerecht
(volgens eigen opgave ter terechtzitting)
een (of meer)tijdstip
(pen
)in of omstreeks de periode van
7 september 2017april 2018tot en met 6 september 2018 in Aruba met [slachtoffer], die de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren had bereikt, buiten echt, ontuchtige handelingen heeft gepleegd, die bestonden uit of mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer], hebbende hij verdachte, meermalen, zijn, verdachtes, penis in de vagina van die Tromp
gedaan/gebracht
en/of heen en weer bewogen.
verklaring van de aangeefster [aangeefster], -zakelijk weergegeven-:
(het Gerecht: de verdachte)had mijn dochter toen zij vijftien jaar oud was gezocht en begon een relatie met haar. Mijn minderjarige dochter is genaamd:
(het Gerecht begrijpt: 2018)was [slachtoffer] weer van huis ontsnapt. Aan haar werd toen verteld dat wij aangifte zullen gaan doen zodat de politie kon onderzoek wie de man was waarmee zij weg was gegaan. [slachtoffer] had toen op een stuk papier de naam “[verdachte]” opgeschreven.
verklaring van de getuige [slachtoffer], -zakelijk weergegeven-:
(het Gerecht: 2018). Het was in ieder geval na carnaval en voor de zomervakantie van school.
verklaring van de getuige [getuige], -zakelijk weergegeven-:
verklaring van de verdachte [verdachte], -zakelijk weergegeven-:
(het Gerecht: 12 april 2019)was niet de eerste keer en ook niet de enige keer dat wij vleselijk gemeenschap met elkaar hadden gehad.
(naar het Gerecht begrijpt: op een tijdstip in of omstreeks de maand april 2018)persoonlijk heeft leren kennen, nadat zij eerst via sociale media contact met elkaar hebben gehad. [slachtoffer] heeft tevens ten overstaan van de rechter-commissaris belast met de behandeling van strafzaken in dit Gerecht verklaard dat zij seks met de verdachte heeft gehad, toen zij nog 15 jaar oud was. De eerste keer was na de carnavalsperiode 2018, maar voor de zomervakantie 2018.
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
driehonderd-vijfenzestig (365) dagen;
tweehonderdvijfenvijftig (255) dagen, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van een proeftijd, welke hierbij wordt bepaald op
twee (2) jaren,aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt;