ECLI:NL:OGEAA:2020:446

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
10 november 2020
Publicatiedatum
16 november 2020
Zaaknummer
AUA202000867
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • A.H.M. van de Leur
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontslag op staande voet en vordering tot betaling van overuren in arbeidsgeschil

In deze zaak, behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, heeft verzoekster, een inwoner van Aruba, een vordering ingesteld tegen haar werkgever, de naamloze vennootschap Mack’s Total Quality Services N.V. De vordering betreft onder andere de rechtsgeldigheid van een ontslag op staande voet dat op 21 november 2018 door Mack’s aan verzoekster is gegeven, alsook een vordering tot betaling van overuren. De procedure heeft een lange voorgeschiedenis, waarbij verzoekster in eerdere fases van de procedure geen contra-enquête heeft gehouden en de bewijslevering door Mack’s heeft plaatsgevonden. Het Gerecht heeft in zijn beoordeling vastgesteld dat verzoekster meermalen heeft geweigerd om in de dagdienst te werken, ondanks dat haar deze mogelijkheid werd aangeboden. Dit heeft geleid tot de conclusie dat verzoekster een dringende reden voor ontslag heeft gegeven aan Mack’s door haar weigering om in de housekeeping te werken. Het Gerecht heeft geoordeeld dat het ontslag op staande voet rechtsgeldig is en heeft de vorderingen van verzoekster afgewezen. Daarnaast is de vordering van verzoekster met betrekking tot overuren afgewezen, omdat zij niet voldoende bewijs heeft geleverd dat Mack’s en Mack’s Top Start gelieerd zijn en dat zij recht heeft op betaling van deze overuren. Verzoekster is als de in het ongelijk gestelde partij veroordeeld in de kosten van de procedure.

Uitspraak

Beschikking van 10 november 2020
Behorend bij E.J. AUA201900867
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
BESCHIKKING
in de zaak van:
[verzoekster],
wonende in Aruba,
verzoekster,
hierna ook te noemen: [verzoekster],
gemachtigde: tot 5 november 2019 de advocaat mr. D.G. Kock, vanaf 26 november 2019 de advocaat mr. R.L.F. Dijkhoff,
tegen:
de naamloze vennootschap
MACK’S TOTAL QUALITY SERVICES N.V.,
gevestigd in Aruba,
verweerster,
hierna ook te noemen: Mack’s,
gemachtigde: de advocaat mr. V.A.V. Carlo.

1.DE PROCEDURE

1.1
Het verloop van de procedure tot 20 augustus 2019 blijkt uit de tussenbeschikking van dit Gerecht van die datum. Het verdere verloop van de procedure blijkt uit:
-het proces-verbaal van bewijslevering zijdens Mack’s van 24 september 2019;
-het proces-verbaal van bewijslevering zijdens Mack’s van 22 oktober 2019;
-het schrijven van (de gemachtigde van) [verzoekster] inhoudende de verklaring dat zij geen contra-enquête wenst te houden;
-de conclusie na bewijslevering zijdens Mack’s;
-de antwoordconclusie na bewijslevering zijdens [verzoekster], met producties;
-de akte uitlating producties van Mack’s.
1.2
Beschikking is nader bepaald op heden.

2.DE VERDERE BEOORDELING

2.1
Het Gerecht volhardt in zijn in de tussenbeschikking neergelegde overwegingen en beslissingen. Het Gerecht heeft kennisgenomen van de in de antwoordconclusie na bewijslevering van [verzoekster] neergelegde “grieven”, maar stelt ze ter zijde.
2.2
Met Mack’s is het Gerecht van oordeel dat zij is geslaagd in de aan haar verstrekte bewijsopdracht. Getuige [naam getuige 2] heeft verklaard dat zij [verzoekster] meermalen heeft aangeboden om geplaatst te worden in de dagdienst in de housekeeping van Holiday Inn, maar dat [verzoekster] haar telkens heeft gezegd dat ze dat niet zou doen omdat ze niet in de housekeeping wilde werken. De verklaring van getuige [naam getuige 1] ondersteunt de verklaring van [naam getuige 2] voornoemd. [naam getuige 1] verklaart immers dat zij [naam getuige 2] voor 15 november 2018 heeft horen zeggen tegen [verzoekster] dat zij kon gaan werken in de housekeeping van Holiday Inn van 09:00 uur tot 17.00 uur, en dat zij [verzoekster] daarop heeft horen zeggen dat ze dat niet zou doen. Het Gerecht ziet geen aanleiding om te twijfelen aan de betrouwbaarheid van voornoemde getuigen en de door hen afgelegde verklaringen. Vast komt aldus te staan dat (1) [verzoekster] meermalen heeft geweigerd om geplaatst te worden als housekeepster in de dagdienst van 09:00 uur tot 17:00 uur en (2) dat door eigen toedoen van [verzoekster] Mack’s haar op 15 november 2018 niet anders of elders kon plaatsen dan in de schoonmaaknachtdienst van Divi Divi Hotel. Onder die omstandigheden mocht [verzoekster] – zoals reeds overwogen in de tussenbeschikking onder 4.2 - plaatsing in bedoelde nachtdienst in redelijkheid niet weigeren en blijven weigeren. Door dat toch te doen heeft zij een dringende reden voor ontslag gegeven aan Mack’s.
2.3
De slotsom luidt dat door Mack’s aan [verzoekster] op 21 november 2018 gegeven ontslag op staande voet rechtsgeldig is. Dat betekent dat de in het tussenvonnis onder 3.1 sub a., b., en c. geformuleerde vorderingen van [verzoekster] zullen worden afgewezen.
2.4
Ter zake van de vordering van [verzoekster] met betrekking tot overuren wordt het volgende overwogen. Vast staat dat [verzoekster] in de periode vanaf 2014 tot en met 2019 dagelijks 12 uren heeft gewerkt, waarvan in elk geval 8 in dienst van Mack’s. Hoewel dat in het licht van rechtsoverweging 4.4.3 van de tussenbeschikking als inkoppertje op de weg van [verzoekster] had gelegen om dat wel te doen heeft zij nagelaten te stellen (onderbouwd met bijvoorbeeld uittreksels van de Kamer van Koophandel van Aruba) dat Mack’s en Mack’s Top Start (of Star) gelieerd zijn aan elkaar en dat ter ontwijking van het moeten betalen van overuren volgens de wettelijke tarieven Mack’s met betrekking tot [verzoekster] een schijnconstructie heeft bedacht en gehanteerd door de dagelijkse vier uren die [verzoekster] in bedoelde periode naast de acht die zij dienst van Mack’s heeft gewerkt administratief onder te brengen bij Mack’s Top Start (of Star), terwijl Mack’s de facto als haar werkgever heeft te gelden. Het enige waarmee [verzoekster] in dit verband immers heeft volstaan is door bij haar conclusie van bewijslevering onder randnummer 31. te verwijzen naar een bij die conclusie overgelegd overzicht van wat Mack’s volgens [verzoekster] nog verschuldigd is aan niet betaalde overuren, en dat ook nog eens zonder heldere toelichting. Dat één en ander en de omstandigheid dat [verzoekster] met betrekking tot bedoelde 4 uren telkens een ander loonstrookje dan dat van Mack’s ontving brengt met zich dat de stelling van [verzoekster], dat zij in de periode vanaf 2014 tot en met 2019 dagelijks in dienst van Mack’s 4 overuren heeft gewerkt die door Mack’s betaald moeten worden overeenkomstig de voor overuren geldende wettelijke tarieven, feitelijke grondslag mist. De vordering als omschreven in de tussenbeschikking onder d. zal daarom worden afgewezen.
2.5 [
verzoekster] zal, als de in het ongelijk te stellen partij, uitvoerbaar bij voorraad worden verwezen in de kosten van deze procedure gevallen aan de zijde van Macks, tot aan deze uitspraak begroot op Afl. 5.250,-- aan salaris voor de gemachtigde (3½ punten, tarief 6, ad Afl. 1500,-- per punt).

3.DE UITSPRAAK

Het Gerecht:
-wijst af het door [verzoekster] verzochte;
-veroordeelt [verzoekster] uitvoerbaar bij voorraad in de kosten van deze procedure gevallen aan de zijde van Mack’s, tot aan deze uitspraak begroot op Afl. 5.250,-- aan salaris voor de gemachtigde.
Deze beschikking is gegeven door mr. A.H.M. van de Leur, rechter, en is in het openbaar uitgesproken op dinsdag 10 november 2020 in tegenwoordigheid van de griffier.