ECLI:NL:OGEAA:2020:450

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
9 oktober 2020
Publicatiedatum
17 november 2020
Zaaknummer
AUA201902779
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen het uitblijven van een beslissing op bezwaar inzake inschrijving huwelijk in bevolkingsregister

In deze zaak gaat het om een beroep tegen het uitblijven van een beslissing op bezwaar, ingediend door appellanten tegen de afwijzing van hun verzoek om inschrijving van hun huwelijk in het bevolkingsregister. De appellanten hebben op 1 maart 2019 bezwaar gemaakt tegen de afwijzing van hun verzoek, maar het beroep is pas op 19 augustus 2019 ingediend, wat buiten de wettelijke termijn valt. Het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba heeft vastgesteld dat de termijn voor het indienen van het beroepschrift acht weken bedraagt, ingaande op de dag waarop het bestuursorgaan in gebreke raakt om tijdig op het bezwaar te beslissen. Aangezien verweerder op 25 mei 2019 in gebreke is geraakt, diende het beroepschrift uiterlijk op 19 juli 2019 ingediend te worden. De appellanten hebben niet aangetoond dat zij het beroepschrift tijdig hebben ingediend, waardoor het beroep niet-ontvankelijk is verklaard. Het Gerecht heeft ook overwogen dat er geen aanleiding is voor veroordeling in de kosten van het geding. De uitspraak is gedaan door mr. A.J.H. van Suilen op 9 november 2020, en beide partijen hebben de mogelijkheid om binnen zes weken hoger beroep in te stellen bij het Gemeenschappelijk Hof van Justitie.

Uitspraak

Uitspraak van 9 november 2020
Lar nr. AUA201902779

GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA

UITSPRAAK
op het beroep in de zin van de
Landsverordening administratieve rechtspraak (Lar) van:
1.[appellante],
2.[appellant],
wonende in Aruba,
APPELLANTEN,
gemachtigde: drs. M.L. Hassell,
gericht tegen:

HET HOOFD DIENST BURGERLIJKE STAND EN BEVOLKINGSREGISTER,

zetelend in Aruba,
VERWEERDER,
gemachtigde: mr. J.M.A.M. Ponsioen (BS).

PROCESVERLOOP

Bij beschikking van 21 januari 2019 heeft verweerder afwijzend beslist op het verzoek van appellanten om het tussen appellanten op 14 april 2018 in de Dominicaanse Republiek voltrokken huwelijk in te schrijven in het bevolkingsregister.
Hiertegen hebben appellanten op 1 maart 2019 bezwaar gemaakt.
Tegen het uitblijven van de beslissing op het bezwaar hebben appellanten op 19 augustus 2019 beroep ingesteld bij dit gerecht.
Verweerder heeft op 25 november 2019 een verweerschrift ingediend.
Het gerecht heeft de zaak ter zitting behandeld op 12 oktober 2020. Appellante sub 1 is verschenen bijgestaan door haar gemachtigde, appellant sub 2 is verschenen bij zijn gemachtigde. Verweerder heeft zich doen vertegenwoordigen door de gemachtigde voornoemd.
De uitspraak is bepaald op heden.

OVERWEGINGEN

De ontvankelijkheid van het beroep

1.1
Ingevolge artikel 27, tweede lid, van de Lar bedraagt de termijn voor het indienen van een beroepschrift, indien het betrekking heeft op het uitblijven van een beslissing op het bezwaarschrift, acht weken, ingaande op de dag waarop het bestuursorgaan in gebreke raakt tijdig op het bezwaar te beslissen.
1.2
Ter zitting is vastgesteld dat het bezwaarschrift op 1 maart 2019 is ingediend. Gelet op de termijnen, genoemd in de artikelen 15, onder a, 19, eerste en tweede lid, en 20, eerste lid, van de Lar, diende verweerder binnen maximaal zestien weken na ontvangst van het bezwaarschrift - dat wil zeggen uiterlijk op 24 mei 2019 daarop een beslissing te nemen. Daarbij is niet relevant op welk tijdstip verweerder het bezwaarschrift daadwerkelijk ter behandeling aan de bezwaaradviescommissie heeft gezonden. Het niet (tijdig) doorzenden na ontvangst van het bezwaarschrift doet deze termijn niet verlengen. Op 25 mei 2019 is verweerder derhalve in gebreke geraakt om tijdig op het bezwaarschrift van 1 maart 2019 te beslissen
1.3
Gezien artikel 27, tweede lid, van de Lar, diende het beroepschrift uiterlijk op 19 juli 2019 te worden ingediend. Het beroep is echter ingediend op 19 augustus 2019, dus buiten de termijn.
1.4
Bij brief van 28 augustus 2019 heeft het gerecht appellanten in de gelegenheid gesteld om aannemelijk te maken dat zij het beroepschrift hebben ingediend zo spoedig als dit redelijkerwijs verlangd kon worden, zoals bedoeld in artikel 28, derde lid, van de Lar. In reactie daarop heeft de gemachtigde van appellanten zich op het standpunt gesteld dat het beroepschrift binnen de daarvoor gestelde termijn is ingediend en aldus van de geboden gelegenheid geen gebruik gemaakt. Het beroep is daarom niet-ontvankelijk.
2. Ten overvloede overweegt het gerecht dat appellanten geen mededeling van de bezwarenadviescommissie hebben overgelegd waaruit zou blijken dat de commissie de termijn om advies uit te brengen met vier weken heeft verlengd. In dat geval zou verweerder op 22 juni 2019 in gebreke zijn geraakt om tijdig op het bezwaarschrift te beslissen en diende het beroepschrift uiterlijk op 16 augustus 2019 ingediend te worden. Het beroep is echter ingediend op 19 augustus 2019 en dus ook dan, buiten de termijn.
3. Voor veroordeling van een partij in de kosten van dit geding bestaat geen aanleiding.

BESLISSING

Het Gerecht:
verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Deze beslissing is gegeven door mr. A.J.H. van Suilen, rechter, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van maandag 9 november 2020, in aanwezigheid van de griffier.
Tegen deze uitspraak kunnen beide partijen binnen zes weken na dagtekening van deze uitspraak hoger beroep instellen bij het Gemeenschappelijk Hof van Justitie (LAR-zaken).
Het hogerberoepschrift moet worden ingediend bij de griffie van dit Gerecht.
U wordt verzocht bij het indienen van het hogerberoepschrift het volgende in acht te nemen:
1. Leg bij het hogerberoepschrift een afschrift over van deze uitspraak;
2. Onderteken het hogerberoepschrift en vermeld het volgende:
a. de naam en het adres van de indiener of de gemachtigde,
b. de dag van ondertekening,
c. waartegen u in hoger beroep komt,
d. waarom u het niet eens bent met deze uitspraak (de gronden van het hoger beroep).
Voor het instellen van hoger beroep is een griffierecht van Afl. 75 verschuldigd.