ECLI:NL:OGEAA:2020:465
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
- Verzet
- M.E.B. de Haseth
- Rechtspraak.nl
Civiele procedure over verzet tegen betalingsbevel in lesovereenkomst
In deze civiele zaak, behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, is op 11 november 2020 uitspraak gedaan in een verzetprocedure. De opposante, vertegenwoordigd door haar advocaat mr. H.G. Figaroa, heeft verzet aangetekend tegen een eerder door het Gerecht gegeven beschikking van 6 mei 2020, waarin zij werd veroordeeld tot betaling van Afl. 722,25 aan de geopposeerde. De geopposeerde had in de verstekprocedure gevorderd dat de opposante dit bedrag, vermeerderd met rente en kosten, zou betalen, gebaseerd op een overeenkomst voor taallessen die tussen partijen had bestaan.
De opposante betwistte de hoogte van de vordering en stelde dat zij slechts één les had gevolgd in de maanden augustus en september 2019. Het Gerecht heeft vastgesteld dat de opposante binnen de wettelijke termijn van 14 dagen verzet heeft ingesteld en dat zij ontvankelijk is in haar verzet. De geopposeerde heeft gesteld dat er een mondelinge overeenkomst was voor het volgen van taallessen, maar het Gerecht oordeelde dat de geopposeerde de overeenkomst zelf had opgezegd en dat er geen grond was voor de vordering van het lesgeld voor september 2019.
Uiteindelijk heeft het Gerecht geoordeeld dat de geopposeerde recht heeft op een bedrag van Afl. 309,75, dat de eerdere beschikking wordt vernietigd en dat de proceskosten worden gecompenseerd. De uitspraak is gedaan door mr. M.E.B. de Haseth en werd uitgesproken ter openbare terechtzitting.