ECLI:NL:OGEAA:2020:467
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- M.E.B. de Haseth
- Rechtspraak.nl
Verdeling van een nalatenschap en afgifte van een legaat tussen erfgenamen
In deze zaak, die voor het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba is behandeld, betreft het een geschil tussen twee erfgenamen, [eiseres] en [gedaagde], over de verdeling van de nalatenschap van hun overleden ouders. De ouders, [vader] en [moeder], zijn respectievelijk op 21 december 1992 en 15 mei 2006 overleden. De moeder had bij testament van 15 februari 2002 een legaat aan [eiseres] gegeven, waarbij zij haar aandeel in een woning te Aruba aan haar toekende. De vader had geen testament achtergelaten. De zaak kwam aan de orde na een verzoek van [eiseres] om de medewerking van [gedaagde] te vorderen voor de uitvoering van het legaat en de verdeling van de nalatenschap.
De procedure omvatte verschillende stukken, waaronder verzoekschriften en conclusies van antwoord. [eiseres] vorderde onder andere dat [gedaagde] zou meewerken aan de uitvoering van het legaat en de verdeling van de nalatenschap, en dat hij een dwangsom zou verbeuren bij niet-nakoming. [gedaagde] voerde verweer en maakte aanspraak op zijn legitieme portie in de nalatenschap van zijn moeder.
Het Gerecht oordeelde dat de nalatenschap bestond uit het recht van erfpacht op de woning en dat [eiseres] recht had op het legaat. De waarde van de woning werd vastgesteld op Afl. 50.000,-. Het Gerecht besloot dat [eiseres] de woning toegewezen kreeg, maar dat zij [gedaagde] een bedrag van Afl. 10.625,- moest betalen wegens overbedeling. Tevens werd een onzijdig persoon benoemd om [gedaagde] te vertegenwoordigen indien hij niet zou meewerken aan de verdeling. De proceskosten werden gecompenseerd, zodat iedere partij zijn eigen kosten droeg. Het vonnis werd uitgesproken op 11 november 2020.