ECLI:NL:OGEAA:2020:471
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- A.H.M. van de Leur
- Rechtspraak.nl
Vordering tot medewerking bij overdracht van een deelperceel en dwangsom
In deze civiele zaak, behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, heeft eiseres [naam eiseres] een vordering ingesteld tegen gedaagde [naam gedaagde] met betrekking tot de medewerking aan de overdracht van een deelperceel van een kadastraal perceel. De procedure is gestart met een tussenvonnis op 10 april 2020, gevolgd door een comparitie van partijen op 17 augustus 2020. Eiseres vordert dat gedaagde wordt veroordeeld om binnen 30 dagen na betekening van het vonnis te voldoen aan een eerder Hofvonnis van 21 juni 2016, waarin gedaagde werd bevolen om medewerking te verlenen aan de overdracht van het perceel, en dat gedaagde een dwangsom verbeurt voor elke dag dat zij deze verplichting niet nakomt.
Het Gerecht heeft vastgesteld dat voor de overdracht van het perceel splitsing noodzakelijk is, en dat deze splitsing alleen kan worden uitgevoerd door de bevoegde instantie, de DIP. Eiseres en gedaagde hebben eerder een verzoek tot splitsing ingediend, maar de DIP heeft hierop niet gereageerd. Het Gerecht oordeelt dat gedaagde niet meer medewerking kan worden gevergd dan wat reeds is aangeboden, en dat gedaagde eiseres kan volmachtigen om de splitsing opnieuw aan te vragen.
Het vonnis beveelt gedaagde om binnen 30 dagen na betekening eiseres schriftelijk te volmachtigen om de splitsing opnieuw te verzoeken en bepaalt dat gedaagde een dwangsom verbeurt van Afl. 100,-- per dag bij niet-nakoming, met een maximum van Afl. 25.000,--. Het vonnis is uitgesproken op 11 november 2020 door mr. A.H.M. van de Leur in aanwezigheid van de griffier.