ECLI:NL:OGEAA:2020:476

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
13 november 2020
Publicatiedatum
25 november 2020
Zaaknummer
396 van 2020 en 465 van 2020
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vonnis inzake meerdere vermogensdelicten, waaronder diefstal en schuldheling, met betrekking tot de verdachte in Aruba

Op 13 november 2020 heeft het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba uitspraak gedaan in een strafzaak tegen de verdachte, die zich schuldig had gemaakt aan meerdere vermogensdelicten, waaronder diefstal en schuldheling. De verdachte, geboren op [geboortedatum en -geboorteplaats] en wonende in Aruba, was op dat moment gedetineerd. Tijdens de openbare terechtzitting op 23 oktober 2020 was de verdachte aanwezig, bijgestaan door zijn raadsvrouw, mr. J.C.F. Kip. De officier van justitie, mr. W.E.M. van Erp, had een gevangenisstraf van dertig maanden geëist, terwijl de raadsvrouw pleitte voor vrijspraak.

De tenlastelegging omvatte onder andere het verwerven van een nummerplaat en een televisie, die vermoedelijk door misdrijf verkregen waren, alsook diefstal uit een auto en een woning. Het Gerecht oordeelde dat er geen sprake was van vormverzuim bij de doorzoeking van de auto, die plaatsvond na een aanhouding wegens overtreding van de avondklok. De verdachte werd schuldig bevonden aan de tenlastegelegde feiten, en het Gerecht achtte de bewijsvoering voldoende.

De verdachte werd veroordeeld tot een gevangenisstraf van twintig maanden. Daarnaast werd de benadeelde partij, [naam aangever 1], niet-ontvankelijk verklaard in haar vordering tot schadevergoeding, omdat deze niet voldoende onderbouwd was. De in beslag genomen voorwerpen werden teruggegeven aan de rechthebbende, [aangever 2]. Het Gerecht gelastte ook de tenuitvoerlegging van een eerder voorwaardelijk opgelegde straf, omdat de verdachte zich binnen de proeftijd opnieuw schuldig had gemaakt aan een strafbaar feit.

Uitspraak

Parketnummers: P-2020/05736 en P-2018/12573 (TUL)
Zaaknummers: 396 van 2020 en 465 van 2020 (TUL)
Uitspraak: 13 november 2020 Tegenspraak
Vonnis van dit Gerecht
in de strafzaak tegen de verdachte:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum en –geboorteplaats],
wonende in Aruba,
thans gedetineerd in het huis van bewaring in Aruba.

1.Onderzoek van de zaak

Het onderzoek ter openbare terechtzitting heeft plaatsgevonden op 23 oktober 2020. De verdachte is verschenen, bijgestaan door zijn raadsvrouw, mr. J.C.F. Kip, advocaat in Aruba.
De benadeelde partij [aangever 1] heeft zich op 17 september 2020 ter terechtzitting gevoegd in het strafproces met een vordering tot schadevergoeding.
De officier van justitie, mr. W.E.M. van Erp, heeft ter terechtzitting gevorderd dat het Gerecht het onder 1, 2, 3 en 4 ten laste gelegde bewezen zal verklaren en de verdachte daarvoor zal veroordelen tot een gevangenisstraf voor de duur van dertig (30) maanden, met aftrek van voorarrest.
Haar vordering behelst voorts:
- de niet-ontvankelijkverklaring van de benadeelde partij in hetgeen zij heeft gevorderd;
- de teruggave aan de rechthebbende van de onder de verdachte in beslag genomen en nog niet teruggegeven voorwerpen;
- de toewijzing van de vordering tot tenuitvoerlegging van de voorwaardelijk opgelegde straf in de zaak met parketnummer P-2018/12573.
De raadsvrouw heeft bepleit dat de verdachte zal worden vrijgesproken van het ten laste gelegde en heeft verweer gevoerd ten aanzien van de vordering van de benadeelde partij.

2.Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd:
1. dat hij op of omstreeks 9 mei 2020 in Aruba, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, een nummerplaat, te weten de [kentekennummer 1], heeft verworven, voorhanden heeft gehad of heeft overgedragen, terwijl hij ten tijde van het verwerven of het voorhanden krijgen van die nummerplaat wist of begreep, althans redelijkerwijs had moeten vermoeden, dat het een door misdrijf verkregen goed betrof;
2. dat hij in of omstreeks de periode van 20 april 2020 tot en met 28 mei 2020 in Aruba, een televisie (flatscreen) heeft verworven, voorhanden heeft gehad of heeft overgedragen, terwijl hij ten tijde van het verwerven of het voorhanden krijgen van die televisie, wist of begreep, althans redelijkerwijs had moeten vermoeden, dat het een door misdrijf verkregen goed betrof;
3. dat hij op of omstreeks 19 april 2020 in Aruba met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen uit een auto (van het merk [merk] model [model] en gekentekend [kentekennummer 2]) een (blauwe) tas inhoudende:
- tennis rackets,
- een zwarte portemonnee met inhoud,
- zonnebrillen en
- een amplifier (van het merk Sony),
in elk geval enig(e) goed(eren),
geheel of ten dele toebehorende aan [aangever 1], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte;
4. dat hij op of omstreeks 4 mei 2020 in Aruba tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit een woning, te weten [adres 1], terwijl verdachte opzettelijk en wederrechtelijk in die woning in gebruik bij [aangever 2] vertoefde,
onder meer heeft weggenomen
- een laptop,
- een handtas,
- een of meer rijbewijzen,
- een geldbedrag van AWG. 1300,- en
- een gouden horloge (van het merk Omega),
in elk geval een hoeveelheid geld en/of enig(e) goed(eren),
geheel of ten dele toebehorende aan [aangever 2], in elk geval aan een ander of nderen dan aan verdachte, waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of de weg te nemen goederen onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming.

3.Formele voorvragen

Het Gerecht stelt vast dat de dagvaarding geldig is, dat het bevoegd is tot kennisneming van de zaak, dat het openbaar ministerie ontvankelijk is in zijn vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.

4.Bewezenverklaring

Het Gerecht acht wettig en overtuigend bewezen hetgeen aan de verdachte is ten laste gelegd, met dien verstande:
1. dat hij op
of omstreeks9 mei 2020 in Aruba, tezamen en in vereniging met een ander
of anderen, althans alleen, een nummerplaat, te weten
de[kentekennummer 1], heeft verworven
,envoorhanden heeft gehad
of heeft overgedragen, terwijl hij ten tijde van het verwerven of het voorhanden krijgen van die nummerplaat
wist of begreep, althansredelijkerwijs had moeten vermoeden, dat het een door misdrijf verkregen goed betrof;
2. dat hij in
of omstreeksde periode van 20 april 2020 tot en met 28 mei 2020 in Aruba, een televisie (flatscreen) heeft verworven
,envoorhanden heeft gehad
of heeft overgedragen, terwijl hij ten tijde van het verwerven of het voorhanden krijgen van die televisie
, wist of begreep, althansredelijkerwijs had moeten vermoeden, dat het een door misdrijf verkregen goed betrof;
3. dat hij op of omstreeks 19 april 2020 in Aruba met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen uit een auto
(van het merk [merk] model [model] en gekentekend [kentekennummer 2]
)een
(blauwe
)tas inhoudende:
- tennis rackets,
- een zwarte portemonnee met inhoud,
- zonnebrillen en
- een amplifier
(van het merk Sony
),
in elk geval enig(e) goed(eren),
geheel of ten deletoebehorende
aan [aangever 1], in elk gevalaan een ander of anderen dan aan verdachte;
4. dat hij op
of omstreeks4 mei 2020 in Aruba tezamen en in vereniging met een ander
of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit een woning, te weten [adres 1], terwijl verdachte opzettelijk en wederrechtelijk in die woning in gebruik bij [aangever 2] vertoefde,
onder meer heeft weggenomen
- een laptop,
- een handtas,
- een of meer rijbewijzen,
- een geldbedrag van AWG. 1300,- en
- een gouden horloge
(van het merk Omega
),
in elk geval een hoeveelheid geld en/of enig(e) goed(eren),
geheel
of ten deletoebehorende aan [aangever 2],
in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte,waarbij verdachte en
/ofzijn mededader
(s)zich de toegang tot de plaats van het misdrijf
heeft/hebben verschaft en
/ofde weg te nemen goederen onder
zijn/hun bereik
heeft/hebben gebracht door middel van braak
, verbreking en/of inklimming;.
Het Gerecht acht niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard, zodat hij daarvan zal worden vrijgesproken.
De in de tenlastelegging voorkomende taal- en/of schrijffouten of omissies zijn verbeterd (
cursief). De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.

5.Bewijsmiddelen

Indien tegen dit verkorte vonnis hoger beroep wordt ingesteld, worden de door het Gerecht gebruikte bewijsmiddelen die redengevend zijn voor de bewezenverklaring opgenomen in een aanvulling op het vonnis. Deze aanvulling zal vervolgens aan het vonnis worden gehecht.

6.Bewijsoverwegingen

De raadsvrouw heeft zich op het standpunt gesteld dat de verbalisanten zonder toestemming het erf van de woning van de tante van de verdachte gelegen te [adres 2] hebben betreden, waarna de verdachte en de medeverdachte (die op het erf in een auto lagen te slapen) ter zake overtreding van de avondklok zijn aangehouden. Daarnaast is de doorzoeking van de auto ook onrechtmatig geweest, nu deze zonder een geldige reden heeft plaatsvonden. Er is sprake van onherstelbare verzuimen. Al het bewijsmateriaal is door deze vormverzuimen verkregen en dient van het bewijs te worden uitgesloten. In dat geval dient vrijspraak te volgen, aldus de raadsvrouw.
Het Gerecht overweegt als volgt.
Op 9 mei 2020 omstreeks 2:30 uur hebben politieambtenaren in het kader van een onderzoek naar overtreding van de avondklok (toque de queda) zonder toestemming van de bewoner en zonder machtiging tot binnentreding van een bevoegde autoriteit het erf van de woning gelegen te [adres 2] betreden. De verdachte en de medeverdachte zaten in een auto op het erf. Zij werden vervolgens aangehouden ter zake overtreding van de avondklok.
De betreffende auto rook naar marihuana, waarna de verbalisanten de auto zijn gaan onderzoeken. In de auto is een laptop aangetroffen. Op het scherm van de laptop stond de naam Julio. Het kenteken van de auto bleek niet te behoren tot die auto. Drie van de portiers handvaten waren vernield. Bij de verbalisanten rees het vermoeden dat het mogelijk om gestolen goederen gaat. In verband hiermee werd de laptop en de auto in beslag genomen voor verder onderzoek.
Onrechtmatige aanhouding
Het Gerecht stelt voorop dat de wettelijke bepalingen omtrent het binnentreden en betreden van plaatsen door opsporingsambtenaren strekken ter bescherming van het huisrecht van de feitelijke gebruiker (ter bewoning of ander gebruik) van een woning, ander lokaal of erf. Dit brengt mee dat eventueel onrechtmatig binnentreden slechts onrechtmatig is jegens de feitelijke gebruiker van het lokaal waarin de politie is binnengetreden. Blijkens de verklaring van de verdachte is de woning van zijn tante en mochten hij en de medeverdachte niet binnenkomen, waarna zij op het erf in de auto zijn gaan slapen. Nu de verdachte niet de feitelijke gebruiker van het pand was, is het betreden van het erf door de politie in ieder geval niet jegens de verdachte onrechtmatig. Het is immers niet de verdachte die door de beweerde niet-naleving van het voorschrift is getroffen in het belang dat de overtreden norm beoogt te beschermen. Reeds hierom faalt dit verweer.
Onrechtmatige doorzoeking van de auto
Nu de auto naar marihuana rook was er sprake van een redelijk vermoeden van schuld ter zake overtreding van de Landsverordening verdovende middelen. Derhalve is de doorzoeking van de auto niet onrechtmatig te noemen.
Bij de doorzoeking is een laptop aangetroffen met op het scherm een andere naam dan die van de verdachte en de medeverdachte. Drie van de portiers handvaten van de auto waren vernield en het kenteken van de auto behoorde niet tot die auto. Gelet hierop ontstond een redelijk vermoeden van schuld ter zake diefstal. De verbalisanten waren gelet hierop gerechtigd om de laptop en de auto in beslag te nemen voor verder onderzoek.
Gelet op het voorgaande concludeert het Gerecht dat jegens de verdachte geen sprake is geweest van enig vormverzuim en dat al het bewijs dat vervolgens is verkregen rechtmatig is verkregen. De verweren worden verworpen.

7.Strafbaarheid en kwalificatie van het bewezen verklaarde

Het bewezenverklaarde levert op:
Feit 1:
Medeplegen van schuldheling,
strafbaar gesteld bij artikel 2:399 lid 1 onder a juncto artikel 1:123 van het Wetboek van Strafrecht van Aruba.
Feit 2:
Schuldheling,
strafbaar gesteld bij artikel 2:399 lid 1 onder a van het Wetboek van Strafrecht van Aruba.
Feit 3:
Diefstal,
strafbaar gesteld bij artikel 2:288 van het Wetboek van Strafrecht van Aruba.
Feit 4:
Diefstal in een woning, door iemand die artikel 2:65 van het Wetboek van Strafrecht van Aruba heeft overtreden, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak,
strafbaar gesteld bij artikel 2:290 juncto artikel 2:288 en 2:289 aanhef en onder a en b, van het Wetboek van Strafrecht van Aruba.
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezen verklaarde uitsluiten.

8.Strafbaarheid van de verdachte

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluiten.
De verdachte is daarom strafbaar voor het hiervoor bewezen verklaarde.

9.Oplegging van straf

Bij de bepaling van de op te leggen straf wordt gelet op de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard, op de omstandigheden waaronder het bewezen verklaarde is begaan, op de mate waarin de gedraging aan de verdachte te verwijten is en op de persoon van de verdachte, zoals een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting naar voren is gekomen. Daarbij wordt rekening gehouden met de ernst van het bewezen verklaarde in verhouding tot andere strafbare feiten, zoals die onder meer tot uitdrukking komt in de straffen die voor soortgelijke feiten worden opgelegd.
Verdachte heeft zich in korte tijd schuldig gemaakt aan meerdere vermogensdelicten (woninginbraak, diefstal uit een auto en schuldheling). Dit zijn kwalijke feiten. Woninginbraken en diefstal uit een auto veroorzaken de nodige materiële schade en maken een forse inbreuk op de privacy. Helinghandelingen vormen een stimulans voor het plegen van vermogensdelicten en door dit soort activiteiten wordt een afzetmarkt voor gestolen goederen in stand gehouden. Verdachte heeft zich geen enkele rekenschap gegeven van de gevolgen voor de slachtoffers en heeft slechts gehandeld uit eigen financieel belang.
Naar het oordeel van het Gerecht kan gelet op de ernst van het bewezen verklaarde niet worden volstaan met een andere of lichtere sanctie dan een straf die een onvoorwaardelijke vrijheidsbeneming met zich brengt.
In het voordeel van de verdachte houdt het Gerecht rekening met het feit dat de verdachte niet eerder voor vermogensdelicten is veroordeeld.
De verdachte heeft het bewezen verklaarde gepleegd in een proeftijd van een opgelegde voorwaardelijke gevangenisstraf van een eerdere veroordeling. Dat heeft verdachte er niet van weerhouden om opnieuw een strafbaar feit te plegen.
Het Gerecht is, na dit een en ander te hebben afgewogen, tot de slotsom gekomen dat na te melden gevangenisstraf passend en geboden is. De verdachte zal daartoe dan ook worden veroordeeld.

10.In beslag genomen voorwerpen

Aan de orde zijn voorts de onder de verdachte in beslag genomen en nog niet teruggegeven voorwerpen.
Teruggave aan rechthebbende ten aanzien van feit 4
De in beslag genomen en nog niet teruggegeven zwarte laptop van het merk HP met bijbehorende accessoires (oplader, mouse en zwarte usb-stick van Sandisk), de zilverkleurige vingerring bezet met steentjes, de zilverkleurige vingerring voorzien van de letter “L” en de gouden horloge van het merk Omega zullen worden teruggegeven aan [aangever 2], zijnde degene die blijkens het onderzoek ter terechtzitting redelijkerwijs als rechthebbende kan worden aangemerkt.

11.Schadevergoeding

De benadeelde partij [naam aangever 1] heeft zich in het strafproces gevoegd met een vordering tot schadevergoeding. Deze bedraagt Afl. 1.322,-.
De verdachte heeft de vordering gemotiveerd betwist.
De benadeelde partij zal in haar vordering niet-ontvankelijk worden verklaard, nu de vordering niet (met stukken) is onderbouwd.
Nu de benadeelde partij niet-ontvankelijk zal worden verklaard in haar vordering, zal zij worden veroordeeld in de kosten door de verdachte ter verdediging van de vordering gemaakt, welke kosten tot op heden worden begroot op nihil.

12.Vordering tenuitvoerlegging voorwaardelijke veroordeling

Bij vonnis van 10 mei 2019 in de zaak met parketnummer P-2018/12573 heeft het Gerecht te Aruba de verdachte veroordeeld tot onder meer een voorwaardelijke jeugddetentie voor de duur van zevenendertig (37) dagen. Ten aanzien van die voorwaardelijke straf is de proeftijd op twee (2) jaren bepaald onder de algemene voorwaarde dat de verdachte zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit.
De officier van justitie heeft gevorderd dat het Gerecht zal gelasten dat die voorwaardelijke straf alsnog ten uitvoer zal worden gelegd.
Nu gebleken is dat de veroordeelde zich voor het einde van de proeftijd aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt, is het Gerecht van oordeel dat de tenuitvoerlegging van deze straf dient te worden gelast.

13.Toepasselijke wettelijke voorschriften

De op te leggen straf is, behalve op de reeds aangehaalde wettelijke voorschriften, gegrond op de artikelen 1:62 en 1:136 van het Wetboek van Strafrecht van Aruba, zoals deze luidde(n) ten tijde van het bewezen verklaarde.
BESLISSING
Het Gerecht:
verklaart wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte de onder ten laste gelegde feiten, zoals hiervoor bewezen geacht, heeft begaan;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders is ten laste gelegd en spreekt hem daarvan vrij;
kwalificeert het bewezen verklaarde als hiervoor omschreven;
veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de
twintig (20) maanden;
beveelt dat de tijd die door de verdachte voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf in mindering wordt gebracht;
gelast de teruggave van de in rubriek 10 genoemde voorwerpen aan [aangever 2];
verklaart de benadeelde partij niet-ontvankelijk in de vordering en bepaalt dat deze de vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen;
veroordeelt de benadeelde partij in de kosten door de verdachte ter verdediging tegen de vordering gemaakt, en begroot deze kosten op nihil;
gelast de tenuitvoerlegging van de in de zaak met parketnummer P-2018/12573 bij het vonnis d.d. 10 mei 2019 van het Gerecht voorwaardelijk aan de verdachte opgelegde straf, te weten zevenendertig (37) dagen.
Dit vonnis is gewezen door de rechter mr. E.M.D. Angela, bijgestaan door mw. M.V. Alvarez, (zittingsgriffier), en op 13 november 2020 in tegenwoordigheid van de griffier uitgesproken ter openbare terechtzitting van het Gerecht in Aruba.
uitspraakgriffier: