Uitspraak
1.DE PROCEDURE
2.DE VERDERE BEOORDELING
Uw email is in goeie orde ontvangen en zal volgens afspraak (Contract) afgehandeld worden”, een e-mail van [gedaagde] aan [naam van de toenmalige directeur van Hedhar] van 2 februari 2017, waarin hij schrijft:
“Om deze reden was ik niet in staat uw e-mails op een fatsoenlijke wijze te behandelen maar ook niet om aan uw verzoek tot betaling te voldoen. Ik vraag u daarom ook beleefd als u tot uiterlijk eind februari geduld zou willen hebben zodat ik hier alles kan regelen en weer over voldoende middelen beschik om aan mijn verplichtingen te voldoen” en een opname van een gesprek tussen [naam dochter van de toenmalige directeur van Hedhar] en [gedaagde] van 27 oktober 2016, waarin het volgende is te horen:
“Laat me je dit zeggen, het enige wat ik van jou wil is het geld en dat is het.”
Oh, je krijgt je geld op het moment dat het geld binnen is.”
“Het enige wat mijn vader wil is het geld en dat is het.”
“Nou, je krijgt je geld als die mensen betaald hebben.”
“Dus jij wil me zeggen; het is december, heb je geen geld voor hem?”
“Ja, nu dat ik jou niet meer hoef te betalen.”
“Hoe bedoel je nu dat je mij niet meer hoeft te betalen? Je moet me nog twee keer betalen.”
“Ja, maar daarna toch niet meer?”