ECLI:NL:OGEAA:2020:48
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Onregelmatig ontslag en kennelijk onredelijk ontslag van een inwonende dienstbode
In deze zaak heeft het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba op 11 februari 2020 uitspraak gedaan in een verzoekschrift van een inwonende dienstbode, verzoekster, die door haar werkgever, de heer Tjin, op onregelmatige wijze is ontslagen. Verzoekster was sinds 14 mei 2017 in loondienst en haar laatste werkdag was op 14 mei 2019. Na het overlijden van de heer Tjin op 6 maart 2019, heeft verzoekster haar werkzaamheden voortgezet, maar op 14 mei 2019 werd haar ontslag zonder opgave van reden medegedeeld. Verweerders, die de erfgenamen van de heer Tjin zijn, hebben een bedrag aan cessantia en vakantiedagen aan verzoekster betaald, maar weigerden een opzegtermijn te vergoeden.
Verzoekster heeft verzocht om toestemming om kosteloos te procederen en om te verklaren dat haar ontslag kennelijk onredelijk en onregelmatig was. Het Gerecht heeft vastgesteld dat de opzegtermijn van één maand niet in acht is genomen en dat het ontslag kennelijk onredelijk was, omdat er geen geldige reden voor het ontslag was opgegeven. Het Gerecht heeft verzoekster toestemming verleend om kosteloos te procederen en heeft verweerders veroordeeld tot betaling van Afl. 1.100,- voor de opzegtermijn en Afl. 1.650,- als schadevergoeding wegens het kennelijk onredelijk ontslag. Daarnaast zijn verweerders veroordeeld in de proceskosten, die zijn begroot op Afl. 1.300,-.
De beschikking is uitgesproken door mr. J.J. Verhoeven en is uitvoerbaar bij voorraad verklaard. Het Gerecht heeft het meer of anders verzochte afgewezen.