ECLI:NL:OGEAA:2020:481
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
- Kort geding
- Rechtspraak.nl
Vonnis in kort geding over betaling vakantiegeld door werkgever aan werknemers
In deze zaak, die diende voor het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, heeft de vereniging [Naam vereniging] als eiseres een kort geding aangespannen tegen de naamloze vennootschap Oranjestad Laundry N.V. als gedaagde. De eis van de vereniging was gericht op de betaling van vakantiegeld aan de werknemers, dat volgens de Collectieve Arbeidsovereenkomst (CAO) in juni 2020 betaald had moeten worden. De gedaagde, Oranjestad, had echter besloten om het vakantiegeld in vier maandelijkse termijnen uit te keren vanwege financiële problemen die voortvloeiden uit de Covid-19 pandemie. De vereniging stelde dat Oranjestad haar verplichtingen uit de CAO niet was nagekomen en vorderde betaling van het vakantiegeld, wettelijke verhoging en wettelijke rente.
Tijdens de procedure werd door Oranjestad aangevoerd dat de vereniging niet-ontvankelijk was in haar vordering, omdat zij op grond van haar statuten niet bevoegd was om rechtsvorderingen voor haar leden in te stellen. De vereniging beriep zich echter op artikel 3:305a BW, dat het mogelijk maakt voor verenigingen om vorderingen ten behoeve van hun leden in te stellen. Het gerecht oordeelde dat de vereniging niet-ontvankelijk was in haar vordering, omdat zij onvoldoende had getracht om het gevorderde door overleg met Oranjestad te bereiken. Het gerecht nam aan dat de vereniging niet constructief had gehandeld in het licht van de buitengewone omstandigheden die door de pandemie waren ontstaan.
Uiteindelijk wees de rechter de vordering van de vereniging af en veroordeelde deze in de kosten van de procedure, die aan de zijde van Oranjestad werden begroot op Afl. 1.500,00 aan salaris van de gemachtigde. Dit vonnis werd uitgesproken op 21 oktober 2020.