ECLI:NL:OGEAA:2020:483
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Vordering tot betaling van een geldlening met rente en incassokosten
In deze civiele zaak, behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, heeft de naamloze vennootschap Island Finance Aruba N.V. (hierna: IF) een vordering ingesteld tegen [gedaagde] wegens het niet nakomen van een overeenkomst van geldlening. De overeenkomst, gesloten op 15 december 2017, betrof een lening van Afl. 15.223,72, met de verplichting om een totaalbedrag van Afl. 25.943,52 terug te betalen in 48 maandelijkse termijnen. IF vorderde betaling van Afl. 16.072,00, vermeerderd met rente en buitengerechtelijke incassokosten, omdat [gedaagde] tekort was geschoten in haar betalingsverplichtingen.
De procedure omvatte verschillende conclusies van partijen, waaronder een conclusie van antwoord en repliek. Het gerecht heeft vastgesteld dat [gedaagde] niet alle aflossingen heeft voldaan, waardoor de vordering opeisbaar is geworden. [gedaagde] voerde verweer tegen de hoogte van de hoofdsom en de rente, maar het gerecht oordeelde dat IF de berekening correct had uitgevoerd en dat [gedaagde] niet voldoende had betwist dat de vordering juist was.
Het gerecht heeft de vordering van IF toegewezen, inclusief de gevorderde rente en buitengerechtelijke incassokosten. Tevens is [gedaagde] veroordeeld in de proceskosten. De uitspraak werd gedaan door mr. J.J. Verhoeven op 21 oktober 2020, en is uitvoerbaar bij voorraad.