ECLI:NL:OGEAA:2020:495
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- A.H.M. van de Leur
- Rechtspraak.nl
Afwijzing van verzoeken in kort geding tussen SAILOR’S BLUE HOLDING N.V. en ITA ASSET MANAGEMENT CORPORATION
In deze zaak, die werd behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, heeft de rechter op 23 september 2020 uitspraak gedaan in een kort geding tussen SAILOR’S BLUE HOLDING N.V. (hierna: SBH) en ITA ASSET MANAGEMENT CORPORATION (hierna: ITA). SBH, vertegenwoordigd door haar advocaat mr. M. Bemer, had een verzoek ingediend, maar het Gerecht oordeelde dat er geen spoedeisend belang was voor de gevraagde voorzieningen. Het Gerecht merkte op dat SBH gedurende zes maanden niet had gereageerd op de standpunten van ITA, wat de urgentie van haar verzoek ondermijnde. Bovendien was er onvoldoende bewijs geleverd om de vorderingen van SBH te onderbouwen.
ITA, vertegenwoordigd door haar advocaat mr. M.H.J. Kock, had in reconventie ook vorderingen ingesteld, maar het Gerecht oordeelde dat ook ITA geen spoedeisend belang had bij haar verzoeken. De rechter concludeerde dat de zaak niet geschikt was voor afdoening in kort geding, gezien de complexe feiten en de scherpe tegenstellingen tussen partijen. Beide partijen werden veroordeeld in de proceskosten, waarbij SBH de kosten van ITA moest vergoeden en vice versa.
De uitspraak benadrukt het belang van spoedeisend belang in kort geding procedures en de noodzaak voor partijen om tijdig te reageren op elkaars standpunten. Het Gerecht heeft de verzoeken van beide partijen afgewezen en hen verwezen in de kosten van de procedure.