ECLI:NL:OGEAA:2020:497
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- M.E.B. de Haseth
- Rechtspraak.nl
Kort geding over bouwgebreken en schadevergoeding tussen Latva Trading N.V. en Uzca Architects N.V. tegen een gedaagde in Aruba
In deze zaak, die op 23 september 2020 door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba werd behandeld, hebben de naamloze vennootschappen Latva Trading N.V. en Uzca Architects N.V. een kort geding aangespannen tegen een gedaagde, die hen had ingeschakeld voor de bouw van een woonhuis. De gedaagde had Latva opdracht gegeven voor de bouw op basis van een offerte van 6 december 2018, maar na de start van de bouw op 27 juli 2019 ontstonden er problemen. De gedaagde heeft verschillende gebreken aan de woning geconstateerd, wat leidde tot een rapport van een ingenieur en de noodzaak tot herstelwerkzaamheden. De gedaagde heeft conservatoir derdenbeslag gelegd op de bezittingen van Latva en Uzca, en heeft uiteindelijk een vordering in kort geding ingesteld om deze beslagen op te heffen.
De procedure omvatte een verzoekschrift, een eis in reconventie, en een mondelinge behandeling. De gedaagde heeft haar eis in reconventie verminderd en vorderde een voorschot op schadevergoeding van Afl. 85.538,-. Latva en Uzca betwistten de vordering en voerden aan dat de gedaagde hen niet in gebreke had gesteld. Het Gerecht oordeelde dat de vordering in reconventie niet in hoge mate aannemelijk was, omdat de gedaagde niet had aangetoond dat Latva en Uzca in verzuim waren. De vordering werd afgewezen, en de gedaagde werd veroordeeld in de proceskosten van Latva en Uzca.
De uitspraak benadrukt de noodzaak voor een eiser om voldoende bewijs te leveren voor de aannemelijkheid van een vordering in kort geding, vooral wanneer er verweren zijn die de aannemelijkheid betwisten. Het Gerecht heeft de kosten van de procedure aan beide partijen toegewezen, waarbij Latva en Uzca in de kosten van de gedaagde werden veroordeeld en vice versa.