Uitspraak
IMOD N.V.
IMOD,
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
In deze civiele procedure, aangespannen door Rentcar N.V. tegen IMOD N.V., heeft het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba op 23 september 2020 uitspraak gedaan. Rentcar vorderde een bedrag van Afl. 49.902,86, vermeerderd met 2% rente en vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten. IMOD N.V. voerde verweer en concludeerde tot afwijzing van de vordering. Tijdens de zitting op 9 maart 2020 werd vastgesteld dat IMOD c.s. een bedrag van Afl. 49.902,86 verschuldigd was aan Rentcar uit hoofde van een onbetaalde lease. De overeengekomen rente werd aanvankelijk door Rentcar vastgesteld op 2%, maar het Gerecht had eerder aangegeven dat de maximale rente 1,5% per maand mocht zijn. Rentcar verlaagde haar vordering ter zitting, maar het Gerecht besloot uiteindelijk om de oorspronkelijke eis van Rentcar te honoreren, omdat de rente van 2% niet in strijd was met de jurisprudentie van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie. Het Gerecht oordeelde dat IMOD c.s. hoofdelijk moesten betalen aan Rentcar, inclusief de buitengerechtelijke incassokosten en proceskosten. Het vonnis werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard.