ECLI:NL:OGEAA:2020:511

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
24 november 2020
Publicatiedatum
11 december 2020
Zaaknummer
AUA201904206
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ondertoezichtstelling van minderjarigen en benoeming gezinsvoogd

Op 24 november 2020 heeft het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba een beschikking gegeven in een zaak betreffende de ondertoezichtstelling van twee minderjarigen, geboren in respectievelijk 2012 en 2015. De Voogdijraad had op 3 december 2019 een verzoekschrift ingediend, waarna er verschillende mondelinge behandelingen hebben plaatsgevonden op 11 februari 2020 en 13 oktober 2020. De minderjarigen zijn erkend door hun respectievelijke vaders, maar de moeder oefent alleen het gezag uit. Eerder zijn beide minderjarigen onder toezicht gesteld, waarbij [minderjarige 1] bij haar overgrootmoeder en [minderjarige 2] in een kindertehuis geplaatst waren.

De Voogdijraad heeft rapporten uitgebracht waaruit blijkt dat de minderjarigen met zedelijke en lichamelijke ondergang worden bedreigd. Het gerecht heeft vastgesteld dat het noodzakelijk is om de minderjarigen onder toezicht te stellen en heeft besloten om [minderjarige 1] te plaatsen in het kindertehuis Imeldahof. De beschikking houdt in dat de minderjarigen voor de duur van één jaar onder toezicht worden gesteld, met benoeming van [Naam voorgestelde gezinsvoogd] als gezinsvoogd. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

Uitspraak

Beschikking van 24 november 2020
behorend bij EJ nr. AUA201904206
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
BESCHIKKING
op het verzoek van
DE VOOGDIJRAAD,
kantoorhoudend in Aruba,
VERZOEKER,
vertegenwoordigd.
met betrekking tot de minderjarigen:
[Minderjarige 1], geboren op [geboortedatum] 2012 in Aruba,
[Minderjarige 2], geboren op [geboortedatum] 2015 in Aruba,
Belanghebbenden:
[Moeder], de moeder,
[Vader minderjarige 1], de vader van [minderjarige 1],
[Vader minderjarige 2], de vader van [minderjarige 2],
[Naam voorgestelde gezinsvoogd], de voorgestelde gezinsvoogd.

1.DE PROCEDURE

De procedure blijkt uit:
  • het verzoekschrift, ingediend op 3 december 2019,
  • de mondelinge behandeling van 11 februari 2020, waar zijn verschenen de raadsonderzoeker van de Voogdijraad, [medewerker Voogdijraad 1], de ouders in persoon en de voorgestelde gezinsvoogd in persoon,
  • het aanvullend rapport zijdens de Voogdijraad, ingediend op 13 augustus 2020;
  • de mondelinge behandeling van 13 oktober 2020, waar zijn verschenen de raadsonderzoeker van de Voogdijraad, [medewerker voogdijraad 2], de ouders in persoon en de voorgestelde gezinsvoogd in persoon.
De uitspraak is bepaald op heden.

2.DE FEITEN

2.1
Uit de relatie tussen de respectievelijke vaders en de moeder is in Aruba [minderjarige 1] op [geboortedatum] 2012 geboren en [minderjarige 2] op [geboortedatum] 2015. De minderjarigen zijn door hun respectievelijke vader erkend. De moeder oefent het gezag over de minderjarigen alleen uit.
2.2
Bij beschikking van dit gerecht van 8 januari 2019 (behorend bij EJ nr. AUA201803455) is de minderjarige [minderjarige 1] onder toezicht gesteld voor de duur van één jaar, met plaatsing van de minderjarige bij haar overgrootmoeder moederszijde.
2.3
Bij beschikking van dit gerecht van 8 januari 2019 (behorend bij EJ nr. AUA201803534) is de minderjarige [minderjarige 2] onder toezicht gesteld voor de duur van één jaar, met plaatsing van de minderjarige in het kindertehuis Casa Cuna.
2.4
De minderjarige [minderjarige 1] verblijft thans bij haar vader.
2.5
De minderjarige [minderjarige 2] verblijft thans bij zijn ouders.

3.HET VERZOEK

Het ter zitting gewijzigd verzoek strekt tot ondertoezichtstelling van de minderjarigen voor de periode van één jaar met benoeming van de heer [naam voorgestelde gezinsvoogd] als gezinsvoogd. Tevens wordt de plaatsing van de minderjarige [minderjarige 1] bij het kinderhuis Imeldahof verzocht.

4.DE BEOORDELING

4.1
Ingevolge artikel 1:254, eerste lid, van het Burgerlijk Wetboek van Aruba (BW) kan de rechter een kind onder toezicht stellen indien het zodanig opgroeit, dat het met de zedelijke of lichamelijke ondergang wordt bedreigd.
4.2
Uit het door de Voogdijraad omtrent de minderjarigen uitgebrachte rapporten en het ter zitting besprokene blijkt dat zij met zedelijke en lichamelijke ondergang worden bedreigd, zodat het noodzakelijk is dat zij onder toezicht worden gesteld.
4.3
Ingevolge artikel 1:263, eerste lid, BW kan de rechter het kind doen opnemen in een door hem aan te wijzen inrichting of elders dan in een inrichting indien dit in het belang van de verzorging en opvoeding noodzakelijk is. Het gerecht is van oordeel dat het in het belang van de verzorging en opvoeding van de minderjarige Jelitxa noodzakelijk is dat zij wordt opgenomen in het kindertehuis Imeldahof.

5.DE BESLISSING

Het gerecht:
stelt [Minderjarige 1], geboren op [geboortedatum] 2012 in Aruba en [Minderjarige 2], geboren op [geboortedatum] 2015 in Aruba, onder toezicht voor de duur van één jaar ingaande heden,
benoemt [Naam voorgestelde gezinsvoogd] tot gezinsvoogd,
beveelt de plaatsing van [minderjarige 1] in het kindertehuis Imeldahof voor de duur van één jaar ingaande heden,
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is gegeven op dinsdag 24 november 2020 door mr. E.M.D. Angela, rechter in dit gerecht, in aanwezigheid van de griffier.