ECLI:NL:OGEAA:2020:518
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- M.E.B. de Haseth
- Rechtspraak.nl
Civiele procedure over verbruikleen en terugbetalingsverplichtingen
In deze civiele procedure, behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, staat de naamloze vennootschap Island Finance Aruba N.V. tegenover een gedaagde die in persoon procedeert. De zaak betreft een overeenkomst van verbruikleen die op 18 januari 2017 is aangegaan, waarbij de gedaagde een bedrag van Afl. 15.214,79 ter leen ontving van Island Finance. De gedaagde verbond zich om een totaalbedrag van Afl. 25.140,48 in 48 maandelijkse termijnen terug te betalen. Na een betalingsachterstand heeft Island Finance op 29 maart 2019 conservatoir derdenbeslag gelegd op de gedaagde.
Island Finance vordert in deze procedure betaling van Afl. 14.329,36, vermeerderd met een gematigde rente van 27% per jaar vanaf 31 december 2018, en de gedaagde dient ook de proceskosten te vergoeden. De gedaagde heeft de vordering gemotiveerd betwist, maar heeft de overeenkomst en de hoofdsom niet betwist. Het Gerecht oordeelt dat de overeengekomen rente niet in strijd is met de Arubaanse goede zeden, en dat de gedaagde de verschuldigde bedragen moet betalen. De gevorderde buitengerechtelijke incassokosten worden afgewezen, omdat niet is aangetoond dat deze daadwerkelijk zijn gemaakt.
Het Gerecht heeft de gedaagde veroordeeld tot betaling van het gevorderde bedrag, vermeerderd met rente, en heeft de proceskosten aan de zijde van Island Finance begroot. Dit vonnis is uitgesproken op 2 december 2020 door rechter M.E.B. de Haseth, en is uitvoerbaar bij voorraad.