ECLI:NL:OGEAA:2020:519
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- M.E.B. de Haseth
- Rechtspraak.nl
Civiele procedure over schuldvordering en verbruikleen tussen Island Finance Aruba N.V. en gedaagde
In deze civiele procedure, behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, vordert de naamloze vennootschap Island Finance Aruba N.V. (hierna: Island Finance) betaling van een schuld door de gedaagde. De zaak betreft een overeenkomst van verbruikleen die op 28 oktober 2010 is aangegaan, waarbij de gedaagde een bedrag van Afl. 10.600,48 ter leen heeft ontvangen van Island Finance en zich heeft verplicht om Afl. 17.661,12 in 48 maandelijkse termijnen terug te betalen. Island Finance heeft op 7 augustus 2018 de gedaagde geïnformeerd over de openstaande vordering van Afl. 15.069,51, vermeerderd met wettelijke rente en buitengerechtelijke incassokosten.
Tijdens de procedure heeft Island Finance haar vordering gewijzigd en verzocht om veroordeling van de gedaagde tot betaling van Afl. 13.418,-, vermeerderd met wettelijke rente en proceskosten. De gedaagde heeft verweer gevoerd en zich verzet tegen de hoogte van het gevorderde bedrag, alsook een beroep gedaan op verjaring van een deel van de vordering. In de repliek heeft Island Finance haar vordering verder toegelicht en de gedaagde heeft haar bezwaren prijsgegeven.
Het Gerecht heeft geoordeeld dat de vordering van Island Finance toewijsbaar is, aangezien de gedaagde in gebreke is gebleven met de nakoming van haar verplichtingen. De gevorderde buitengerechtelijke incassokosten zijn afgewezen wegens gebrek aan bewijs van gemaakte kosten. De gedaagde is veroordeeld in de proceskosten, en het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard. Dit vonnis is uitgesproken op 2 december 2020 door mr. M.E.B. de Haseth, rechter in het Gerecht.