In deze zaak, die op 2 december 2020 door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba is behandeld, heeft eiser, vertegenwoordigd door mr. H.U. Thielman, een kort geding aangespannen tegen zijn werkgever, B-DAYS AND MORE N.V., vertegenwoordigd door mr. C.B.A. Coffie. Eiser vorderde onder andere doorbetaling van zijn loon en wedertewerkstelling na een geschil over een vermeend ontslag op staande voet. Eiser was sinds 21 oktober 2019 in dienst bij B-Days als kok, maar had na 5 juni 2020 niet meer gewerkt. Hij stelde dat hij op 29 juni 2020 de nietigheid van het ontslag had ingeroepen en dat hij bereid was zijn werkzaamheden te hervatten. B-Days betwistte dat er sprake was van een ontslag en voerde aan dat eiser niet-ontvankelijk verklaard moest worden in zijn vorderingen. Het Gerecht oordeelde dat er geen gronden waren om eiser niet-ontvankelijk te verklaren en dat het dienstverband voortduurde. Het Gerecht wees de vorderingen van eiser toe, waaronder de doorbetaling van 60% van zijn loon, wedertewerkstelling en medewerking aan de verlenging van zijn verblijfsvergunning. B-Days werd veroordeeld in de proceskosten en het vonnis werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard.