ECLI:NL:OGEAA:2020:535
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Kostenveroordeling in een procedure tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst
In deze zaak, behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, heeft de stichting FUNDACION PARLAMENTO HUBENIL ARUBA (hierna: de stichting) op 1 december 2020 een beschikking gekregen in een procedure die begon met een verzoekschrift op 20 oktober 2020. De stichting had een verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst ingediend, maar trok dit verzoek in na nieuwe feiten die zich voordeden na de mondelinge behandeling op 10 november 2020. De gedaagde, [naam gedaagde], had verzocht om de stichting te veroordelen in de kosten van de procedure, die door haar werden begroot op Afl. 4.000,00 aan salaris van de gemachtigde.
Het gerecht heeft beoordeeld of de gedaagde recht heeft op een veroordeling van de stichting in de proceskosten, ondanks het intrekken van het verzoek door de stichting. Het gerecht oordeelde dat de gedaagde haar verzoek tot proceskostenveroordeling kon handhaven, ook al was het verzoek tot ontbinding ingetrokken. Het gerecht baseerde zijn oordeel op de analogie van artikel 208 Rv., waarbij werd vastgesteld dat de stichting veroordeeld moest worden tot vergoeding van de door de gedaagde gemaakte kosten van de procedure.
De rechter concludeerde dat er geen bijzondere omstandigheden waren die een volledige vergoedingsplicht voor de stichting rechtvaardigden. De kosten aan de zijde van de gedaagde werden vastgesteld op Afl. 2.500,00 aan salaris van de gemachtigde, conform het liquidatietarief. De uitspraak werd gedaan door mr. J.J. Verhoeven en vond plaats op 1 december 2020.