Uitspraak
1.DE PROCEDURE
- het verzoekschrift, ingediend op 5 september 2019;
- de mondelinge behandeling ter zitting van 3 december 2019, waar zijn verschenen verzoeker bijgestaan door zijn gemachtigde en verweerster in persoon.
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
In deze zaak, behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, is op 18 februari 2020 een beschikking gegeven in een alimentatiezaak tussen de vader en de moeder van een minderjarige. De vader, vertegenwoordigd door zijn advocaat mr. M.M. Malmberg, verzoekt om wijziging van de eerder vastgestelde alimentatiebijdrage van Afl. 300,- per maand, die op 2 juli 2019 was vastgesteld. De vader stelt dat zijn financiële situatie is veranderd en dat hij en zijn huidige partner nu het minimumloon verdienen en een gezin met vier kinderen moeten onderhouden. Daarnaast verblijft de minderjarige evenveel tijd bij beide ouders, wat volgens de vader ook bijdraagt aan de kosten van verzorging.
De rechter overweegt dat ouders verplicht zijn bij te dragen aan de kosten van verzorging en opvoeding van hun minderjarige kinderen, en dat deze bijdrage moet worden vastgesteld naar draagkracht. De rechter stelt vast dat de eerdere alimentatiebeschikking niet langer voldoet aan de wettelijke maatstaven, gezien de gewijzigde omstandigheden. De rechter wijst op artikel 1:401 van het Burgerlijk Wetboek van Aruba, dat de mogelijkheid biedt om een eerdere uitspraak te wijzigen indien deze niet meer aan de wettelijke maatstaven voldoet.
Na beoordeling van de financiële situatie van beide ouders, komt de rechter tot de conclusie dat de vader in staat is om een bijdrage van Afl. 166,- per maand te leveren voor de minderjarige. Deze nieuwe bijdrage gaat in op 1 maart 2020. De vader wordt tevens toegelaten om kosteloos te procederen, gezien zijn financiële situatie. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad en het verzoek om een hogere bijdrage wordt afgewezen.