ECLI:NL:OGEAA:2020:69

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
18 februari 2020
Publicatiedatum
28 februari 2020
Zaaknummer
941 van 2017 / AUA201700735
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Tussenuitspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Tussenuitspraak inzake omgangsrecht en onderzoek door de Voogdijraad

In de zaak tussen de verzoekster, de moeder, en de verweerder, de man, heeft het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba op 18 februari 2020 een tussenuitspraak gedaan in een civiele procedure betreffende het omgangsrecht. De verzoekster is vertegenwoordigd door haar advocaat, mr. E.M.J. Cafarzuza, terwijl de verweerder wordt bijgestaan door zijn advocaat, mr. G.L. Griffith. De zaak betreft een verzoek om omgangsrecht, waarbij partijen geen overeenstemming hebben kunnen bereiken over de wijze waarop de man dit recht zal uitoefenen.

Tijdens de mondelinge behandeling op 3 december 2019, die achter gesloten deuren plaatsvond, zijn beide partijen verschenen met hun gemachtigden. Tevens heeft er een minderjarigenverhoor plaatsgevonden op 6 januari 2020. Gezien de omstandigheden en de gesprekken die tijdens deze zittingen zijn gevoerd, heeft het gerecht besloten dat een onderzoek door de Voogdijraad naar de sociale omstandigheden van partijen noodzakelijk is. Dit onderzoek moet antwoord geven op de vraag of en op welke wijze het omgangsrecht van de man ingevuld kan worden.

De beslissing van het gerecht houdt in dat de Voogdijraad wordt verzocht om een rapport op te stellen over de sociale omstandigheden van de betrokken partijen. De zaak is vervolgens aangehouden voor verdere behandeling, waarbij de rolzitting is gepland op dinsdag 19 mei 2020 om 8.30 uur, waar het rapport van de Voogdijraad zal worden besproken. Tot die tijd blijft iedere verdere beslissing aangehouden.

Uitspraak

Beschikking van 18 februari 2020
Behorend bij EJ nr. 941 van 2017 / AUA201700735.
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
BESCHIKKING
in de zaak tussen:
[verzoekster],
wonende in Aruba,
VERZOEKSTER, hierna: de moeder,
gemachtigde: de advocaat mr. E.M.J. Cafarzuza,
en
[verweerder],
wonende in Aruba,
VERWEERDER, hierna: de man,
gemachtigde: de advocaat mr. G.L. Griffith.
Belanghebbende:
[naam minderjarige], de minderjarige.

1.DE VERDERE PROCEDURE

1.1
Het eerdere verloop van de procedure blijkt uit de beschikking van 6 november 2018. Het verdere verloop van de procedure blijkt uit:
  • de griffiersaantekeningen van de mondelinge behandeling achter gesloten deuren op 3 december 2019, waaruit blijkt dat zijn verschenen partijen bijgestaan door hun gemachtigden voornoemd.
  • het minderjarigenverhoor van 6 januari 2020.
1.2
De uitspraak is bepaald op heden.

2.DE VERDERE BEOORDELING

Omgang

2.1
Partijen hebben geen overeenstemming kunnen bereiken over de wijze waarop de man het omgangsrecht zal uitoefenen. Mede gelet hetgeen ter zitting en tijdens het minderjarigenverhoor is besproken, overweegt het gerecht dat een onderzoek door de Voogdijraad naar de sociale omstandigheden van partijen in deze gewenst is. De Voogdijraad zal dan ook worden verzocht om een onderzoek in te stellen, waarbij de vraag zal dienen te worden beantwoord of en zo ja, op welke wijze invulling dient te worden gegeven aan het omgangsrecht van de man.
2.2
Iedere verdere beslissing zal worden aangehouden.

3.DE BESLISSING

Het gerecht:
verzoekt de Voogdijraad om onderzoek in te stellen naar de sociale omstandigheden van partijen en daarover een rapport uit te brengen, waarin de hierboven in overweging 2.1 geformuleerde vraag dient te worden beantwoord,
verwijst de zaak naar de rolzitting van
dinsdag 19 mei 2020 om 8.30 uurvoor overlegging van bovenbedoeld rapport door de Voogdijraad,
houdt iedere verdere beslissing aan.
Deze beschikking is gegeven door mr. J.J. Verhoeven, rechter in dit gerecht, ter zitting van 18 februari 2020 in aanwezigheid van de griffier.