ECLI:NL:OGEAA:2020:70

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
18 februari 2020
Publicatiedatum
28 februari 2020
Zaaknummer
AUA201902778
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Overneming van voogdij over minderjarigen in Aruba

Op 18 februari 2020 heeft het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba uitspraak gedaan in een zaak betreffende de overneming van voogdij over twee minderjarigen, geboren in Haïti. De verzoekster, bijgestaan door haar advocaat mr. M.M. Malmberg, heeft verzocht om de voogdij over de minderjarigen over te nemen van de huidige voogd, de heer [naam voogd]. De minderjarigen verblijven sinds 2006 bij verzoekster, die feitelijk al die tijd de zorg voor hen heeft gedragen. De huidige voogd heeft ingestemd met het verzoek om de voogdij over te dragen.

De procedure omvatte verschillende stappen, waaronder een verzoekschrift ingediend op 19 augustus 2019, een minderjarigenverhoor op 28 oktober 2019 en mondelinge behandelingen op 29 oktober en 3 december 2019. Tijdens deze zittingen waren zowel de verzoekster als de voogd aanwezig, evenals vertegenwoordigers van de Voogdijraad. De rechter heeft vastgesteld dat verzoekster zich bereid heeft verklaard de voogdij over de minderjarigen te aanvaarden en dat zij hiertoe bevoegd is volgens de relevante artikelen van het Burgerlijk Wetboek.

De rechter heeft geconcludeerd dat het in het belang van de minderjarigen is om de huidige voogd te ontslaan en verzoekster als nieuwe voogdes te benoemen. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat de beslissing onmiddellijk van kracht is, ongeacht eventuele rechtsmiddelen die tegen de beschikking kunnen worden aangewend.

Uitspraak

Beschikking van 18 februari 2020
behorend bij EJ. nr. AUA201902778
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
BESCHIKKING
op het verzoek van:
[verzoekster],
wonende in Aruba,
VERZOEKSTER,
gemachtigde:de advocaat mr. M.M. Malmberg.
Belanghebbenden:
[naam minderjarige 1], geboren op [geboortedatum] in Haïti,
[naam minderjarige 2], geboren op [geboortedatum] in Haïti, hierna te noemen: de minderjarigen,
[naam voogd], de voogd.

1.DE PROCEDURE

1.1
De procedure blijkt uit:
- het verzoekschrift, ingediend op 19 augustus 2019;
- het minderjarigenverhoor van 28 oktober 2019;
- de mondelinge behandeling van 29 oktober 2019, waaruit blijkt dat verzoekster in persoon is verschenen bijgestaan door haar gemachtigde. Namens de Voogdijraad was aanwezig mevrouw [naam raadsonderzoeker].
- de mondelinge behandeling van 3 december 2019, waaruit blijkt dat zijn verschenen de verzoekster in persoon en bijgestaan door haar gemachtigde alsmede de voogd. Namens de Voogdijraad was aanwezig mevrouw [naam raadsonderzoeker].
1.2
De uitspraak is bepaald op heden.

2.DE FEITEN

2.1
De minderjarigen, geboren op [geboortedatum] in Haïti, zijn de kinderen van wijlen [naam moeder] (hierna: wijlen de moeder).
2.2
Wijlen de moeder oefende van rechtswege het gezag over de minderjarigen alleen uit. Zij is op 24 april 2004 in Haïti overleden.
2.3
Bij uitspraak van “Le Tribunal Civil de Port-au-Prince” van 26 februari 2006 heeft de Haïtiaanse rechter de heer [naam voogd] belast met de voogdij over voornoemde minderjarigen.
2.4
De minderjarigen staan niet ingeschreven in het bevolkingsregister van Aruba. Zij wonen feitelijk sinds 2006 bij verzoekster.

3.HET VERZOEK

Het verzoek strekt tot overneming van de voogdij over de minderjarigen, in die zin dat de voogd wordt ontslagen en verzoekster als voogdes over de minderjarigen wordt benoemd.

4.DE BEOORDELING

4.1
Op grond van artikel 1:322 onder c, Burgerlijk Wetboek (BW) kan iedere voogd zich van zijn bediening doen ontslaan, indien een daartoe bevoegd persoon zich schriftelijk heeft bereid verklaard de voogdij over te nemen, en de rechter in eerste aanleg deze overneming in het belang van de minderjarige acht.
4.2
Het gerecht stelt vast dat verzoekster zich bereid heeft verklaard de voogdij over de minderjarige te aanvaarden. Het gerecht stelt tevens vast, onder verwijzing naar artikel 1:324, eerste lid, BW jo artikel 1:246 BW, dat zij hiertoe bevoegd is.
4.3
Ter beantwoording ligt voor de vraag of het in het belang van de minderjarigen is dat [naam voogd] van de voogdij wordt ontslagen en dat verzoekster tot voogdes over de minderjarigen wordt benoemd.
4.4
Uit de stukken en het verhandelde ter zitting is gebleken dat de minderjarigen sinds 2006 bij verzoekster verblijven. Verzoekster oefent feitelijk al sinds 2006 de voogdij uit over de minderjarigen. De heer [naam voogd] gaat akkoord met het benoemen van verzoekster als voogdes van de minderjarigen. De rechter acht het in het belang van de minderjarigen om [naam voogd] te ontslaan van de voogdij en verzoekster met de voogdij over de minderjarigen te belasten.
4.5
Gelet op het voorgaande zal het verzoek worden toegewezen.

5.DE BESLISSING

Het gerecht:
ontslaat [naam voogd] van de voogdij over de minderjarigen [naam minderjarige 1], geboren op [geboortedatum] in Haïti, en [naam minderjarige 2], geboren op [geboortedatum] in Haïti,
benoemt [verzoekster] tot voogdes over genoemde minderjarigen;
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is gegeven door mr. J.J. Verhoeven, rechter in dit gerecht, ter zitting van dinsdag 18 februari 2020 in aanwezigheid van de griffier.