ECLI:NL:OGEAA:2020:80

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
18 februari 2020
Publicatiedatum
6 maart 2020
Zaaknummer
AUA201903452
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Procedures
  • Tussenuitspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Tussenuitspraak inzake vervangende toestemming tot erkenning en DNA-onderzoek in een vaderschapskwestie

Op 18 februari 2020 heeft het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba een tussenbeschikking gegeven in een civiele zaak betreffende de erkenning van een minderjarige. De man, verzoeker, heeft verzocht om toestemming om de minderjarige te erkennen, gezamenlijk met de moeder belast te worden met het ouderlijk gezag en een omgangsregeling te verkrijgen. De minderjarige is geboren tijdens de relatie tussen de man en de moeder, maar alleen het moederschap is juridisch vastgesteld. De procedure is gestart met een verzoekschrift op 7 oktober 2019, gevolgd door een mondelinge behandeling op 3 december 2019.

De rechter heeft vastgesteld dat voor de toewijzing van het verzoek tot erkenning de man de biologische vader van de minderjarige moet zijn. Dit kan worden vastgesteld door middel van DNA-onderzoek, dat door een erkend laboratorium moet worden uitgevoerd. De man zal de kosten van dit onderzoek voorschieten. De Voogdijraad is benoemd als bijzondere curator voor de minderjarige, zoals vereist in zaken van afstamming volgens het Burgerlijk Wetboek van Aruba. De beslissing over het ouderlijk gezag en de omgangsregeling is aangehouden totdat het DNA-onderzoek is uitgevoerd en de resultaten bekend zijn.

De zaak is verwezen naar een rolzitting op 7 april 2020 voor overlegging van de uitslag van het DNA-onderzoek. De rechter heeft verder beslist dat iedere andere beslissing wordt aangehouden totdat er meer duidelijkheid is over de biologische afstamming van de minderjarige.

Uitspraak

Beschikking van 18 februari 2020
Behorend bij E.J. nr. AUA201903452
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
TUSSENBESCHIKKING
op het verzoek van:
[Naam verzoeker],
wonende in Aruba,
VERZOEK, hierna: de man,
verschenen in persoon,
tegen
[Naam verweerster],
wonende in Aruba,
VERWEERSTER, hierna: de moeder,
verschenen in persoon.
Belanghebbende:
[Naam minderjarige], geboren op [geboortedatum] in Aruba,
de minderjarige,
DE VOOGDIJRAAD, in zijn hoedanigheid van voorgestelde bijzondere curator.

1.DE PROCEDURE

De procedure blijkt uit:
  • het verzoekschrift met producties, ingediend op 7 oktober 2019;
  • het advies van de ambtenaar van de Burgerlijke Stand, ingediend op 26 november 2019;
  • de mondelinge behandeling van 3 december 2019, waar zijn verschenen partijen in persoon, mevrouw [naam medewerkster] namens de ambtenaar van de Burgerlijke Stand, en mevrouw [naam medewerkster] namens de Voogdijraad.
De uitspraak is nader bepaald op heden.

2.DE FEITEN

De minderjarige is geboren tijdens de relatie van de moeder met de man. Ten aanzien van de minderjarige staat alleen het moederschap vast.

3.HET VERZOEK

Het verzoek strekt ertoe dat aan de man toestemming wordt verleend om de minderjarige te erkennen, dat hij gezamenlijk met de moeder belast wordt met het ouderlijk gezag en dat de man een omgangsregeling kan krijgen met de minderjarige.

4.DE BEOORDELING

Gerechtelijke vaststelling vaderschap

4.1
Het verzoek tot vervangende toestemming tot erkenning is gebaseerd op artikel 1:204, lid 3 van het BW. Voor zover hier van belang, kan ingevolge deze bepaling de toestemming van de moeder wier kind de leeftijd van zestien nog niet heeft bereikt, op verzoek van de man die het kind wil erkennen worden vervangen door de toestemming van dit gerecht, indien de erkenning de belangen van de moeder bij een ongestoorde verhouding met het kind of de belangen van het kind niet zou schaden, en de man de verwekker is van het kind.
4.2
Voor toewijzing van het verzoek is dan ook vereist dat de man de verwekker is van de minderjarige. Biologisch vaderschap kan middels bloedonderzoek of DNA-onderzoek nagenoeg met zekerheid worden bewezen. Het gaat hier namelijk om een rechtsgevolg dat niet ter vrije beschikking van partijen staat. Gelet hierop zal een DNA-onderzoek verricht moeten worden om te bepalen of de man de biologische vader van de minderjarige is. Het DNA-onderzoek zal moeten worden verricht door één van de hier te lande erkende laboratoria, waarbij de man de kosten bij wijze van voorschot zal dienen te betalen. De zaak zal worden verwezen naar een hieronder te noemen zitting voor overlegging van het resultaat van het te verrichten DNA-onderzoek. Indien blijkt dat de man de biologische vader van de minderjarige is zal de moeder het voorgeschoten bedrag voor de helft aan de man moeten betalen.
4.3
Ingevolge artikel 1:212 van het Burgerlijk Wetboek van Aruba (BWA) dient in zaken van afstamming het minderjarige kind vertegenwoordigd te worden door een daartoe door het gerecht benoemde bijzondere curator. De Voogdijraad heeft zich ter zitting bereid verklaard als bijzondere curator van de minderjarige op te treden. Het gerecht zal de Voogdijraad als zodanig benoemen.
4.4
Het verzoek omtrent het ouderlijk gezag en een omgangsregeling zal worden aangehouden, totdat er zekerheid is verkregen of de man de biologische vader is van de minderjarige.
4.5
Iedere verdere beslissing zal worden aangehouden.

5.DE BESLISSING

Het gerecht:
benoemt de Voogdijraad tot bijzonder curator van [naam minderjarige], geboren op [geboortedatum] in Aruba,
gelast een onderzoek naar de vraag met welke mate van waarschijnlijkheid de man, [naam verzoeker], geboren op [geboortedatum] in Curaçao, de biologische vader is van [naam minderjarige], geboren op [geboortedatum] in Aruba,
benoemt een door het Noord Lab Center N.V. (Medlab) of het I.L. Laboratorio Familiar N.V aan te wijzen specialist als deskundige,
bepaalt dat de man de kosten verbonden aan dit onderzoek zal voorschieten,
verwijst de zaak naar de rolzitting van
dinsdag, 7 april 2020 om 8.30 uur, voor overlegging van de uitslag van het DNA-onderzoek,
houdt iedere verdere beslissing aan.
Deze beschikking is gegeven op dinsdag 18 februari 2020 door mr. J.J. Verhoeven, rechter in dit gerecht, in tegenwoordigheid van de griffier.