ECLI:NL:OGEAA:2020:87

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
3 maart 2020
Publicatiedatum
13 maart 2020
Zaaknummer
AUA201901044
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beëindiging gezamenlijk gezag en omgangsregeling voor minderjarige

In deze zaak heeft het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba op 3 maart 2020 een beschikking gegeven in een geschil over het gezamenlijk gezag en de omgangsregeling van een minderjarige. De vader, verzoeker, vertegenwoordigd door zijn advocaat mr. E.E. Rosenstand, heeft verzocht om het gezamenlijk gezag te beëindigen. De moeder, verweerster, procedeerde in persoon. De minderjarige, geboren in 2010, was betrokken als belanghebbende. De procedure volgde op eerdere uitspraken en rapporten van de Voogdijraad, die wezen op de verstoorde communicatie tussen de ouders. Het gerecht oordeelde dat de ouders niet in staat waren om op een positieve manier samen te werken in het belang van hun kind, wat leidde tot de conclusie dat het gezamenlijk gezag beëindigd moest worden. De moeder had altijd voor de minderjarige gezorgd en het gerecht oordeelde dat het in het belang van de minderjarige was dat het gezag voortaan alleen aan de moeder toekwam. Daarnaast werd een omgangsregeling vastgesteld waarbij de vader drie keer per week de minderjarige van school ophaalt en terugbrengt naar de moeder. De proceskosten werden gecompenseerd, en de beschikking werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

Uitspraak

Beschikking van 3 maart 2020
Behorend bij EJ nr. AUA201901044
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
BESCHIKKING
op het verzoek van
[Verzoeker],
wonende in Aruba,
VERZOEKER, hierna de vader,
gemachtigde: de advocaat mr. E.E. Rosenstand,
tegen
[Verweerster],
zonder bekende woon- en verblijfplaats,
VERWEERSTER, hierna de moeder,
procederend in persoon.
Belanghebbende:
[Minderjarige], geboren op [geboortedatum] 2010 in Aruba,
de minderjarige.

1.HET VERLOOP VAN DE PROCEDURE

Het eerdere verloop van de procedure blijkt uit de beschikking van dit gerecht van 27 augustus 2019. Het verdere verloop van de procedure blijkt uit:
- het rapport van de Voogdijraad van 26 november 2019,
- het verhoor van de minderjarige op 21 januari 2020,
- de mondelinge behandeling ter zitting van 21 januari 2020, waar de vader in persoon en bijgestaan door zijn gemachtigde en de moeder in persoon zijn verschenen. Namens de Voogdijraad was de heer [naam voogdijraad medewerker] aanwezig.
De uitspraak .

2.DE VERDERE BEOORDELING

Gezag

2.1
Voor gezamenlijk gezag is vereist dat de ouders in staat zijn tot een behoorlijke gezamenlijke gezagsuitoefening en beslissingen van enig belang over hun kind in gezamenlijk overleg kunnen nemen, althans tenminste in staat zijn vooraf afspraken te maken over situaties die zich rond het kind kunnen voordoen, zodanig dat het kind niet klem of verloren raakt tussen de ouders. Een en ander vereist een minimaal vermogen tot positieve communicatie tussen de ouders. Daar ontbreekt het in dit geval aan. Het gerecht is - gelet op het rapport van de Voogdijraad en op hetgeen partijen ter zitting over en weer hebben aangevoerd - van oordeel dat de omstandigheden rondom de uitoefening van het ouderlijk gezag van dien aard zijn dat de minderjarige het risico loopt klem te raken tussen de ouders. Gebleken is dat de communicatie tussen de ouders dusdanig verstoord is dat er geen communicatie plaatsvindt omtrent belangrijke zaken die de minderjarige aangaan, dit terwijl in de tussentijd de verzorging van de minderjarige verder geregeld dient te worden. Dit levert een wijziging van omstandigheden op, zodat het gerecht het gezamenlijk gezag ten aanzien van de minderjarige zal beëindigen.
2.2
De minderjarige heeft altijd bij de moeder gewoond en er zijn geen aanwijzingen dat zij niet goed wordt verzorgd door de moeder. De moeder heeft thans een vaste woning. De minderjarige wil bij de moeder blijven wonen. Het gerecht zal, gelet op het vorenstaande en het advies van de Voogdijraad, in het belang van de minderjarige bepalen dat het gezag over de minderjarige voortaan alleen aan de moeder toekomt.
Omgang
2.3
Ingevolge artikel 1:377a BWA hebben het kind en de niet met het gezag belaste ouder recht op omgang met elkaar. Het gerecht zal, mede gelet op het advies van de Voogdijraad en het verhoor van de minderjarige, in het belang van de minderjarige de navolgende omgangsregeling vaststellen.
2.4
De proceskosten zullen worden gecompenseerd.

3.DE BESLISSING

Het gerecht:
beëindigt het gezamenlijk gezag van [Verzoeker] en [Verweerster] over de minderjarige [Minderjarige], geboren op [geboortedatum] 2010 in Aruba,
bepaalt dat het gezag over voornoemde minderjarige voortaan alleen aan de moeder, [Verweerster], toekomt,
bepaalt de omgangsregeling tussen de vader en de minderjarige als volgt:
- drie keer per week vanaf 13:00 uur tot 15:00 uur, waarbij de vader de minderjarige van school ophaalt en 15:00 uur naar moeder terugbrengt,
compenseert de proceskosten aldus dat iedere partij de eigen kosten draagt,
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad,
wijst het meer of anders verzochte af.
Deze beschikking is gegeven door mr. E.M.D. Angela, rechter in dit gerecht, ter zitting van dinsdag 3 maart 2020 in aanwezigheid van de griffier.