ECLI:NL:OGEAA:2020:92

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
3 maart 2020
Publicatiedatum
13 maart 2020
Zaaknummer
AUA201902271
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Erkenning van de rechtsgeldigheid van een buitenlandse uitspraak inzake gezagsvoorziening

In deze zaak heeft het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba op 3 maart 2020 een beschikking gegeven op het verzoek van de grootmoeder vz tot erkenning van een buitenlandse uitspraak van het gerecht in de Dominicaanse Republiek. De grootmoeder vz, die in Aruba woont, heeft het verzoek ingediend om de rechtsgeldigheid van een beslissing van 4 april 2018 te erkennen, waarbij de moeder van de minderjarige akkoord ging met de overdracht van de voogdij aan de grootmoeder vz. De moeder, die in de Dominicaanse Republiek woont, is niet verschenen op de zitting, ondanks dat zij daartoe was opgeroepen. De minderjarige, geboren uit de relatie tussen de moeder en de vader, woont sinds 27 november 2018 bij de grootmoeder vz in Aruba. De minderjarige had een tijdelijke verblijfsvergunning die op 7 augustus 2019 is verlopen. Het gerecht heeft de procedure beoordeeld aan de hand van de commune internationaal privaatrechtelijke regels, waarbij drie voorwaarden voor erkenning van de buitenlandse uitspraak zijn vastgesteld: de bevoegdheid van de buitenlandse rechter, de behoorlijke rechtspleging en de strijdigheid met de openbare orde. Het gerecht concludeert dat aan deze voorwaarden is voldaan en heeft het verzoek toegewezen, waardoor de uitspraak van het gerecht in de Dominicaanse Republiek in Aruba wordt erkend.

Uitspraak

Beschikking van 3 maart 2020
behorend bij EJ. nr. AUA201902271
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
BESCHIKKING
op het verzoek van
[verzoekster],
wonende in Aruba, [adres],
VERZOEKSTER, hierna: de grootmoeder vz,
procederend in persoon.
Belanghebbenden:
[naam moeder],hierna de moeder,
zonder bekende woon- en/of verblijfplaats in de Dominicaanse Republiek,
DE AMBTENAAR VAN DE BURGERLIJKE STAND,hierna: de ambtenaar, gemachtigde: mr. [naam ambtenaar].

1.DE PROCEDURE

De procedure blijkt uit:
  • het verzoekschrift, ingediend op 9 juli 2019,
  • het advies van de ambtenaar, ingediend op 20 januari 2020,
  • de mondelinge behandeling van 21 januari 2020, waaruit blijkt dat zijn verschenen de verzoekster in persoon en de ambtenaar bij zijn gemachtigde. De moeder is, ondanks daartoe behoorlijk te zijn opgeroepen, niet verschenen.
De uitspraak is bepaald op heden.

2.DE FEITEN

2.1
Uit de affectieve relatie tussen de moeder en [naam vader] (hierna: de vader) is geboren [naam minderjarige] op [geboortedatum] in de Dominicaanse Republiek (hierna de minderjarige).
2.2
De vader is overleden. De moeder is nooit in Aruba geweest.
2.3
Bij beslissing van 4 april 2018 heeft het gerecht in de Dominicaanse Republiek “
Sala Civil del Tribunal de Niños, Niñas y Adolescentes del Distrito Judicial de Puerto Plata”op verzoek van de “Representante del Ministerio Público de Niños, Niñas y Adolescentes” (solicitud de homologación) goedgekeurd de overeenkomst (acuerdo de conciliacion de guarda, custodia y autorizacion de viajar al extranjero y residir) tussen de grootmoeder vz en de moeder van de minderjarige, waarbij de moeder akkoord gaat om de “guardia y custodia” over de minderjarige aan de grootmoeder vz over te dragen opdat de minderjarige bij de grootmoeder vz in Aruba kan gaan wonen.
2.4
De minderjarige woont sinds 27 november 2018 samen met verzoekster in Aruba.
2.5.
De minderjarige had een vergunning tot tijdelijk verblijf welke op 7 augustus 2019 is verlopen.

3.HET VERZOEK

Het verzoek strekt - naar het gerecht begrijpt - tot erkenning van voornoemde beslissing van 4 april 2018. Daartoe is - samengevat – het volgende aangevoerd. Het is in het belang van de minderjarige dat voornoemde beslissing in Aruba wordt erkend opdat haar verblijfsstatus hier te lande geregeld kan worden. De Dimas heeft verzoekster medegedeeld dat de verblijfsvergunning van de minderjarige niet verlengd kan worden als verzoekster geen document kan overleggen waaruit blijkt dat het gerecht voornoemde beslissing heeft erkend.

4.DE BEOORDELING

4.1
Bij gebreke van een daartoe strekkende wettelijke bepaling of verdrag voor de erkenning van beslissingen van rechters in de Dominicaanse Republiek omtrent gezagsvoorziening, dient de vraag of voornoemde Dominicaanse uitspraak van 4 april 2018 in Aruba kan worden erkend te worden beoordeeld aan de hand van de commune internationaal privaatrechtrechtelijke regels. Bij de beantwoording van de vraag of een buitenlandse beslissing als de onderhavige voor erkenning in aanmerking komt geldt als uitgangspunt dat die beslissing voor erkenning in aanmerking komt indien is voldaan aan de volgende drie cumulatief geldende voorwaarden, te weten:
1. de buitenlandse rechter was op een internationaal aanvaarde grond bevoegd om kennis te nemen van de zaak;
2. het vonnis is tot stand gekomen na een behoorlijke rechtspleging, en
3. erkenning van het vonnis is niet in strijd met de openbare orde.
4.2
Naar het oordeel van het gerecht is aan deze drie eisen voldaan. Waar het betreft de eerste eis is gebleken dat de betreffende rechter van het gerecht “
Sala Civil del Tribunal de Niños, Niñas y Adolescentes del Districto Judicial de Puerto Plata” in de Dominicaanse Republiek de rechter van de woonplaats van de minderjarige was, hetgeen ook naar internationale maatstaven een grond voor de rechterlijke bevoegdheid vormt. Ten aanzien van de procesgang overweegt het gerecht dat sprake was van een behoorlijk gemotiveerde beschikking en een onderzoek van “
El Tribunal de Niños, Niñas y Adolescentes del Districto Judicial de Puerto Plata” in de Dominicaanse Republiek. Naar het oordeel van het gerecht was aldus sprake van een behoorlijke procesgang. Tot slot is hetgeen in de uitspraak van “
El Tribunal de Niños, Niñas y Adolescentes del Districto Judicial de Puerto Plata” in de Dominicaanse Republiek van 4 april 2018 is bepaald, niet strijdig met de Arubaanse openbare orde. Dit betekent dat dit verzoek zal worden toegewezen.

5.DE BESLISSING

Het gerecht:
erkent de rechtsgeldigheid in Aruba van de uitspraak van “
El Tribunal de Niños, Niñas y Adolescentes del Districto Judicial de Puerto Plata” in de Dominicaanse Republiek van 4 april 2018.
Deze beschikking is gegeven door mr. E.M.D. Angela, rechter in dit gerecht en in het openbaar uitgesproken ter terechtzitting van dinsdag 3 maart 2020 in tegenwoordigheid van de griffier.