ECLI:NL:OGEAA:2020:99
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- S. Verheijen
- M.V. Alvarez
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak in strafzaak wegens verkrachting en ontuchtige handelingen
In de strafzaak tegen de verdachte, geboren op [geboortedatum] in [geboorteplaats] en wonende in Aruba, heeft het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba op 13 maart 2020 uitspraak gedaan. De verdachte was beschuldigd van verkrachting en ontuchtige handelingen met de aangeefster, die op 20 juli 2004 is geboren. De zaak werd behandeld op 21 februari 2020, waarbij de verdachte werd bijgestaan door zijn raadsman, mr. C.F.K.J. Lejuez. De officier van justitie, mr. E.D. Schwengle, eiste een gevangenisstraf van drie jaar, maar de verdediging pleitte voor vrijspraak.
De tenlastelegging omvatte primair de beschuldiging van verkrachting, waarbij de verdachte de aangeefster zou hebben gedwongen tot seksuele handelingen door middel van geweld. Subsidiair werd hem ontuchtige handelingen ten laste gelegd. Het Gerecht oordeelde dat er onvoldoende wettig en overtuigend bewijs was voor de beschuldigingen. De verklaringen van de aangeefster werden niet ondersteund door andere bewijsmiddelen, zoals Facebook Messenger gesprekken, die eerder flirterig van aard waren dan bewijs voor verkrachting.
Het Gerecht concludeerde dat de aangifte van de aangeefster niet geloofwaardig was en dat de verklaringen van getuigen niet voldoende steun boden voor de tenlastelegging. Daarom werd de verdachte vrijgesproken van alle beschuldigingen. De uitspraak werd gedaan door rechter mr. S. Verheijen, bijgestaan door zittingsgriffier mw. M.V. Alvarez, en vond plaats in het openbaar.