ECLI:NL:OGEAA:2021:114
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
- Kort geding
- A.H.M. van de Leur
- Rechtspraak.nl
Afwijzing incidentele vordering tot voeging in kort geding
In deze zaak, die diende voor het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, is op 10 maart 2021 een vonnis uitgesproken in een kort geding. De eiser, die in persoon procedeerde, had een incidentele vordering tot voeging ingediend door de naamloze vennootschap Massimo Consultant & Financial Services N.V. De vordering was gericht op het toestaan van voeging aan de zijde van de eiser in de hoofdzaak. De gedaagde partij, de naamloze vennootschap Netherlands Antilles & Aruba Assurance Company N.V. (NA&A), had zich gerefereerd aan het oordeel van het Gerecht.
De procedure verliep met een aantal processtukken, waaronder antwoordakten van de verweerder en NA&A. Het Gerecht oordeelde dat Massimo haar verzoek tot voeging te laat had ingediend, aangezien dit uiterlijk op de werkdag voorafgaand aan de zitting had moeten gebeuren. Bovendien werd overwogen dat Massimo niet had aangetoond welk belang zij had bij de voeging, vooral gezien het feit dat de vorderingen van de eiser op NA&A eerder aan Massimo waren overgedragen. Dit leidde tot de conclusie dat de belangen van Massimo en de eiser tegenstrijdig waren, wat een grond vormde voor afwijzing van het verzoek.
Het Gerecht wees het verzoek van Massimo af en veroordeelde haar in de proceskosten van de incidentele procedure, die op nihil waren begroot. De verdere beslissingen in de hoofdzaak werden aangehouden. Het vonnis werd uitgesproken door rechter A.H.M. van de Leur in aanwezigheid van de griffier.