In deze zaak, behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, heeft de vader, vertegenwoordigd door advocaat mr. C.J. Hart, een verzoek ingediend tot wijziging van de alimentatie die hij moet betalen voor zijn twee kinderen, [verweerder 2] en [naam minderjarige]. De vader heeft aangevoerd dat hij door de Covid-19 pandemie sinds 1 april 2020 geen inkomsten uit arbeid meer heeft en dat hij en zijn partner momenteel een overheidssubsidie ontvangen. De moeder, vertegenwoordigd door advocaat mr. G.L. Griffith, heeft de vader's verzoek niet betwist, maar de vader heeft wel de behoefte van de kinderen aan de vastgestelde alimentatie niet betwist.
De rechter heeft vastgesteld dat er sprake is van een wijziging van omstandigheden die een herbeoordeling van de alimentatie mogelijk maakt. De vader heeft voldoende aangetoond dat zijn financiële situatie is veranderd en dat hij niet in staat is om de eerder vastgestelde alimentatie van Afl. 500,- per kind per maand te betalen. De rechter heeft de alimentatie voor [verweerder 2] vastgesteld op Afl. 125,- per maand en voor [naam minderjarige] ook op Afl. 125,- per maand, ingaande op 1 april 2020. Tevens is aan alle partijen toestemming verleend om kosteloos te procederen, gezien hun financiële situatie.
De uitspraak is gedaan op 19 januari 2021, waarbij de rechter de beschikking van 26 september 2007 heeft gewijzigd en de alimentatieverplichtingen van de vader heeft aangepast aan zijn huidige financiële mogelijkheden. De rechter heeft ook bepaald dat de alimentatie tot heden gelijkgesteld wordt aan hetgeen door de vader meer is betaald of op hem is verhaald, en dat de proceskosten worden gecompenseerd, zodat iedere partij zijn eigen kosten draagt.