ECLI:NL:OGEAA:2021:12

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
19 januari 2021
Publicatiedatum
1 februari 2021
Zaaknummer
AUA202001983
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Wijziging alimentatie op basis van gewijzigde omstandigheden door Covid-19

In deze zaak, behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, heeft de vader, vertegenwoordigd door advocaat mr. C.J. Hart, een verzoek ingediend tot wijziging van de alimentatie die hij moet betalen voor zijn twee kinderen, [verweerder 2] en [naam minderjarige]. De vader heeft aangevoerd dat hij door de Covid-19 pandemie sinds 1 april 2020 geen inkomsten uit arbeid meer heeft en dat hij en zijn partner momenteel een overheidssubsidie ontvangen. De moeder, vertegenwoordigd door advocaat mr. G.L. Griffith, heeft de vader's verzoek niet betwist, maar de vader heeft wel de behoefte van de kinderen aan de vastgestelde alimentatie niet betwist.

De rechter heeft vastgesteld dat er sprake is van een wijziging van omstandigheden die een herbeoordeling van de alimentatie mogelijk maakt. De vader heeft voldoende aangetoond dat zijn financiële situatie is veranderd en dat hij niet in staat is om de eerder vastgestelde alimentatie van Afl. 500,- per kind per maand te betalen. De rechter heeft de alimentatie voor [verweerder 2] vastgesteld op Afl. 125,- per maand en voor [naam minderjarige] ook op Afl. 125,- per maand, ingaande op 1 april 2020. Tevens is aan alle partijen toestemming verleend om kosteloos te procederen, gezien hun financiële situatie.

De uitspraak is gedaan op 19 januari 2021, waarbij de rechter de beschikking van 26 september 2007 heeft gewijzigd en de alimentatieverplichtingen van de vader heeft aangepast aan zijn huidige financiële mogelijkheden. De rechter heeft ook bepaald dat de alimentatie tot heden gelijkgesteld wordt aan hetgeen door de vader meer is betaald of op hem is verhaald, en dat de proceskosten worden gecompenseerd, zodat iedere partij zijn eigen kosten draagt.

Uitspraak

Beschikking van 19 januari 2021
behorend bij EJ nr. AUA202001983
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
BESCHIKKING
in de alimentatiezaak tussen
[verzoeker],
wonende in Aruba,
VERZOEKER, hierna: de vader,
gemachtigde: de advocaat mr. C.J. Hart,
en

1.[verweerder 2], hierna: de moeder,

2.[verweerder 2],hierna: [verweerder 2],
beiden wonende in Aruba,
VERWEERDERS,
gemachtigde: de advocaat mr. G.L. Griffith.

1.DE PROCEDURE

De procedure blijkt uit:
  • het verzoekschrift, ingediend op 19 augustus 2020;
  • de mondelinge behandeling ter zitting van 17 november 2020, waar zijn verschenen partijen in persoon en bijgestaan door hun gemachtigden voornoemd.
De uitspraak is bepaald op heden.

2.DE FEITEN

2.1
Uit het huwelijk van de vader en de moeder zijn in Aruba twee kinderen geboren:
- [ verweerder 2], op [geboortedatum] en
- [ naam minderjarige], op [geboortedatum] (hierna: [naam minderjarige]).
2.2
Bij beschikking van dit gerecht van 21 augustus 2007 (EJ-1032 van 2007) is de echtscheiding tussen de vader en de moeder uitgesproken.
2.3
Bij beschikking van dit gerecht van 26 september 2007 (EJ-1032 van 2007) is bepaald dat de vader met Afl. 500,- per kind per maand dient bij te dragen in de kosten van verzorging en opvoeding van [verweerder 2] en [naam minderjarige].

3.HET VERZOEK

3.1
Het verzoek strekt tot wijziging van bovengenoemde beschikking van 26 september 2007 in die zin dat het door de vader te betalen onderhoudsbijdrage voor [verweerder 2] op Afl. 125,- per maand c.q. nihil en voor [naam minderjarige] op Afl. 125,- per maand wordt gesteld ingaande 1 april 2020.
3.2
Daartoe wordt aangevoerd dat de vader door de Covid-situatie sinds 1 april 2020 geen inkomsten uit arbeid meer geniet, dat hij en zijn partner elk momenteel een “Fase uitkering” van de overheid ontvangen van Afl. 950,- per maand.

4.DE BEOORDELING

4.1
Het verzoek is gebaseerd op artikel 1:401 van het Burgerlijk Wetboek van Aruba. Ingevolge die bepaling kan een rechterlijke uitspraak betreffende levensonderhoud, bij latere uitspraak worden gewijzigd of ingetrokken, indien zij nadien door wijziging van omstandigheden ophoudt aan de wettelijke maatstaven te voldoen of indien zij van de aanvang af niet aan de wettelijke maatstaven heeft beantwoord, doordat bij die uitspraak van onjuiste of onvolledige gegevens is uitgegaan.
4.2
De vader heeft naar het oordeel van het gerecht voldoende gesteld en aannemelijk gemaakt dat er sprake is van een wijziging van omstandigheden die een hernieuwde beoordeling mogelijk maakt van de vastgestelde onderhoudsbijdrage.
4.3
Bepalend voor de hoogte van de onderhoudsbijdrage is de behoefte van [verweerder 2] en [naam minderjarige] en de draagkracht van zowel de moeder en de vader.
De behoefte
4.4
De vader heeft de behoefte van de [naam minderjarige] aan de vastgestelde onderhoudsbijdrage niet betwist. De vader heeft de behoefte van [verweerder 2] aan de vastgestelde onderhoudsbijdrage tot 9 november 2020 (zij is toen 21 jaar geworden) ook niet (gemotiveerd) betwist. [verweerder 2] heeft onbetwist aangevoerd dat zij geen inkomsten heeft en dat zij thans samen woont met haar partner en haar baby van 2 maanden.
Draagkracht vader
4.5
Naar het oordeel van het gerecht heeft de vader voldoende aannemelijk gemaakt dat hij thans geen draagkracht heeft om meer dan Afl. 250,- per maand bij te dragen in het onderhoud van [naam minderjarige] en [verweerder 2]. Het gerecht acht voldoende aannemelijk gemaakt dat de draagkracht van de vader de Afl. 250,- per maand - die hij bereid is te betalen aan onderhoudsbijdrage - niet te boven gaat. Dat de vader voldoende inkomsten heeft om meer dan voornoemd bedrag te betalen is niet aannemelijk geworden. Deze onderhoudsbijdrage acht het gerecht thans in overeenstemming met de wettelijke maatstaven. Het verzoek van de vader is dan ook in zoverre toewijsbaar.
De ingangsdatum van de wijziging van de bestreden beschikking zal worden bepaald op 1 april 2020, zijnde de datum waarop de vader in verband met de Covid-situatie geen inkomsten uit arbeid inkomsten meer geniet en een fase uitkering ontvangt.
4.6
Nu een bijdrage als de onderhavige van maand tot maand pleegt te worden verbruikt en gelet op de datum van deze uitspraak, zal het gerecht bepalen dat voor zover de vader vóór bedoelde datum meer heeft betaald of op hem is verhaald, de bijdrage tot heden wordt gelijkgesteld aan hetgeen door hem meer is betaald of op hem is verhaald.
4.7
Gelet op de overgelegde bewijzen van onvermogen zal aan zowel de vader als de moeder en [verweerder 2] toestemming worden verleend om kosteloos te mogen procederen.

5.DE BESLISSING

Het gerecht:
verleent de vader toestemming om in deze zaak kosteloos te mogen procederen,
verleent de moeder toestemming om in deze zaak kosteloos te mogen procederen,
verleent [verweerder 2] toestemming om in deze zaak kosteloos te mogen procederen,
wijzigt de beschikking van dit gerecht van 26 september 2007 (EJ-1032 van 2007) in dier voege dat de bijdrage van de vader [verzoeker] in het onderhoud van [verweerder 2], geboren op [geboortedatum] in Aruba, met ingang van 1 april 2020 wordt bepaald op Afl. 125,- per maand, bij vooruitbetaling te voldoen aan de Voogdijraad,
wijzigt de beschikking van dit gerecht van 26 september 2007 (EJ-1032 van 2007) in dier voege dat de bijdrage van de vader [verzoeker] in de kosten van verzorging en opvoeding van de minderjarige [naam minderjarige], geboren op [geboortedatum] in Aruba, met ingang van 1 april 2020 wordt bepaald op Afl. 125,- per maand, bij vooruitbetaling te voldoen aan de Voogdijraad,
bepaalt dat voor zover de vader vanaf 1 april 2020 tot heden meer heeft betaald of op hem is verhaald, de onderhoudsbijdrage tot heden wordt gelijkgesteld aan hetgeen door hem meer is betaald of op hem is verhaald,
verklaart deze beschikking tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
compenseert de proceskosten aldus dat iedere partij de eigen kosten draagt.
Aldus gegeven door mr. E.M.D. Angela, rechter in dit gerecht, en in het openbaar uitgesproken ter zitting van dinsdag 19 januari 2021 in aanwezigheid van de griffier.