ECLI:NL:OGEAA:2021:133
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Onbevoegdheid van de rechter in een verzoek tot verklaring voor recht inzake nalatenschap
In deze zaak, behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, hebben verzoekers, vertegenwoordigd door hun advocaat mr. G.L. Griffith, een verzoek ingediend met betrekking tot de nalatenschap van wijlen [X]. Het verzoekschrift werd op 19 november 2020 ingediend, gevolgd door een mondelinge behandeling op 16 februari 2021. De verzoekers zijn deelgenoten in de nalatenschap, maar de geboortedatum en datum van overlijden van wijlen [X] zijn onbekend. De verzoekers vroegen onder andere om te verklaren dat wijlen [X] dezelfde persoon is als [X] op het kadastrale uittreksel en om toestemming voor de verkoop van onroerend goed dat deel uitmaakt van de nalatenschap.
De rechter heeft in zijn beoordeling vastgesteld dat het verzoek betrekking heeft op een scheiding en deling van een onverdeelde nalatenschap, waarvoor de bevoegdheid niet bij de enkelvoudige rechter ligt, maar bij de “AR-rechter”. De rechter heeft zich daarom onbevoegd verklaard om van het verzoek kennis te nemen. Deze beslissing werd genomen op 30 maart 2021, en de beschikking is gegeven door mr. E.M.D. Angela, rechter in dit gerecht, in tegenwoordigheid van de griffier.