Op 4 mei 2021 heeft het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba een beschikking gegeven in een zaak betreffende de ondertoezichtstelling van vier minderjarigen en de ontheffing van het ouderlijk gezag van hun ouders. De Voogdijraad had op 24 september 2020 een verzoekschrift ingediend, waarna een mondelinge behandeling volgde op 1 december 2020. De moeder van de minderjarigen oefent alleen het gezag uit over de derde minderjarige, terwijl de juridische vader van de derde minderjarige en de biologische vader van de tweede minderjarige is. De juridische vader van de eerste en vierde minderjarige is ook betrokken in deze zaak. De minderjarigen zijn eerder onder toezicht gesteld en geplaatst in verschillende instellingen vanwege zorgen over hun welzijn.
De rechter heeft vastgesteld dat de minderjarigen met zedelijke en lichamelijke ondergang worden bedreigd, wat de noodzaak van ondertoezichtstelling rechtvaardigt. De minderjarigen [minderjarige 4], [minderjarige 3] en [minderjarige 2] zijn onder toezicht gesteld voor de duur van één jaar en zullen worden geplaatst in Imeldahof. Daarnaast is de moeder en de juridische vader ontheven van het gezag over de eerste minderjarige, [minderjarige 1], die sinds maart 2018 bij een pleeggezin verblijft. De pleegvader is bereid om de voogdij over [minderjarige 1] aan te nemen. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.