In deze zaak, behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, hebben verzoekers een machtiging aangevraagd voor de verkoop van een woning te Aruba. De beschikking is gegeven op 25 mei 2021. De verzoekers, vertegenwoordigd door advocaat mr. S.A. Kock, hebben de machtiging gevraagd op basis van artikel 3:174 lid 1 BW. De woning is eigendom van de erfgenamen van [Y], waarvan de woon- en verblijfplaats van een aantal erfgenamen onbekend is. De verzoekers hebben ook gevraagd om bewind te laten instellen over de opbrengst van de verkoop van de woning, omdat de woonplaats van sommige erfgenamen onbekend is.
Tijdens de procedure hebben enkele verweerders, waaronder [Verweerder 1] en [Verweerder 10], zich akkoord verklaard met de verkoop. Het gerecht heeft vastgesteld dat de opbrengst van de verkoop onder de notaris moet worden gestort en daar moet blijven totdat er overeenstemming is bereikt over de verdeling van de nalatenschap. Het verzoek om bewindvoering is afgewezen, omdat het gerecht van mening is dat er geen noodzaak is voor bewind, gezien de omstandigheden van de zaak.
De rechter heeft de verzoekers gemachtigd om de woning te verkopen en heeft bepaald dat de netto-opbrengst op een derdengeldrekening van de notaris moet worden gestort. De overige verzoeken zijn afgewezen en de kosten van de procedure zijn gecompenseerd, waarbij iedere partij zijn eigen kosten draagt. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad.