ECLI:NL:OGEAA:2021:238
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- M.E.B. de Haseth
- Rechtspraak.nl
Verzoek tot het treffen van een voorlopige voorziening in asielzaak
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba op 7 april 2021 uitspraak gedaan op een verzoek tot het treffen van een voorlopige voorziening, ingediend door de Minister van Justitie, Veiligheid en Integratie. Verzoeker had op 3 februari 2019 een asielaanvraag ingediend, maar zijn bezwaar tegen het uitblijven van een beschikking op die aanvraag werd op 22 januari 2021 door verweerder niet-ontvankelijk verklaard. Verzoeker heeft hiertegen beroep ingesteld en tegelijkertijd verzocht om een voorlopige voorziening. Tijdens de zitting op 24 maart 2021 heeft verzoeker, bijgestaan door zijn gemachtigde, zijn verzoek toegelicht. De voorzieningenrechter heeft overwogen dat verzoeker niet heeft aangetoond dat er sprake is van een spoedeisend belang bij het treffen van de verzochte voorziening. De voorzieningenrechter merkte op dat de beschikking van 22 januari 2021 betrekking had op het uitblijven van een beslissing op de asielaanvraag, terwijl deze aanvraag inmiddels was afgewezen. Bovendien werd opgemerkt dat verzoeker de mogelijkheid heeft om in de beroepsprocedure tegen de afwijzing van zijn asielaanvraag zijn bezwaren naar voren te brengen. De voorzieningenrechter heeft geconcludeerd dat er geen grond is voor het treffen van een voorlopige voorziening en heeft het verzoek afgewezen. Tevens is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.