ECLI:NL:OGEAA:2021:263
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- M.E.B. de Haseth
- Rechtspraak.nl
Verzoek tot voorlopige voorziening in bestuursrechtelijke uitzettingszaak
Op 10 februari 2021 heeft het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba uitspraak gedaan in een verzoek tot het treffen van een voorlopige voorziening, ingediend door een verzoeker die in Aruba verblijft. De verzoeker had bezwaar gemaakt tegen een uitzettingsbeschikking van de Minister van Justitie, Veiligheid en Integratie, die op 9 januari 2021 was gegeven. De verzoeker was in Aruba binnengekomen als toerist en had een tijdelijke verblijfsvergunning die op 15 juli 2020 was verlopen. Op 9 januari 2021 werd hij aangetroffen terwijl hij werkte zonder geldige verblijfstitel.
De verzoeker stelde dat er concreet zicht op legalisering van zijn verblijf bestond en dat hij ten onrechte geen vertrektermijn van 14 dagen was gegund. Het gerecht oordeelde dat de Minister bevoegd was om de verzoeker uit te zetten, maar dat de beschikking van 9 januari 2021 niet kon standhouden, omdat de verzoeker inmiddels een nieuwe vergunning tot tijdelijk verblijf had gekregen, geldig van 18 januari 2021 tot 18 januari 2022.
De voorzieningenrechter concludeerde dat er grond was voor schorsing van de uitzettingsbeschikking en heeft het verzoek toegewezen. De beslissing werd genomen zonder mogelijkheid tot hoger beroep.