ECLI:NL:OGEAA:2021:282

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
9 juni 2021
Publicatiedatum
23 juni 2021
Zaaknummer
AUA202100559
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
  • M.E.B. de Haseth
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontruiming van gehuurde kantoorfaciliteiten en opslagruimtes wegens huurachterstand

In deze zaak, die voor het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba is behandeld, hebben de Aruba vrijgestelde vennootschappen A.V.V. (eiseres sub 1) en A.V.V. (eiseres sub 2) een kort geding aangespannen tegen de vennootschap met beperkte aansprakelijkheid V.B.A. (gedaagde) wegens huurachterstanden. De eisers vorderen ontruiming van de door gedaagde gehuurde kantoorfaciliteiten en opslagruimtes, omdat gedaagde sinds juni 2020 geen huur meer heeft betaald. De procedure omvatte verschillende schriftelijke stukken en mondelinge behandelingen, waarbij gedaagde niet verscheen op de eerste zitting, maar later het verstek heeft gezuiverd.

De feiten tonen aan dat gedaagde sinds 1 september 2015 kantoorfaciliteiten huurt van eiseres sub 1 en sinds 27 maart 2019 opslagruimte van eiseres sub 2. De huurachterstanden zijn opgelopen tot Afl. 39.077,19 voor de kantoorfaciliteiten en Afl. 9.001,- voor de opslagruimtes. Eiseres sub 1 en sub 2 hebben gedaagde herhaaldelijk gesommeerd om de achterstallige huur te betalen, maar gedaagde heeft geen adequate reactie gegeven.

De rechter heeft geoordeeld dat het spoedeisend belang van de eisers bij ontruiming zwaarder weegt dan het belang van gedaagde om in de gehuurde ruimtes te blijven. De vorderingen van de eisers zijn toegewezen, met de verplichting voor gedaagde om binnen vier weken na betekening van het vonnis de gehuurde ruimtes te ontruimen. Tevens is gedaagde veroordeeld tot betaling van de achterstallige huur en de proceskosten. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad.

Uitspraak

Vonnis van 9 juni 2021
Behorend bij K.G. nr. AUA202100559
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
VONNIS IN KORT GEDING
in de zaak van:
de Aruba vrijgestelde vennootschappen
[eiseres sub 1] A.V.V.en
[eiseres sub 2] A.V.V.,
beiden gevestigd in Aruba,
hierna te noemen: [eiseres sub 1] en [eiseres sub 2],
eisers,
gemachtigde: de advocaat mr. D.M. Canwood,
tegen:
de vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[gedaagde] V.B.A.,
gevestigd in Aruba,
hierna te noemen: [gedaagde],
gedaagde,
vertegenwoordigd door haar bestuurder [directeur].

1.DE PROCEDURE

1.1
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het verzoekschrift met productie, ingediend op 2 maart 2021;
- het e-mailbericht van 25 maart 2021 van [eiseres sub 1] en [eiseres sub 2] met producties;
- het e-mailbericht van 6 mei 2021 van [eiseres sub 1] en [eiseres sub 2] met producties;
- de mondeling behandeling op 7 mei 2021, waarbij [eiseres sub 1] en [eiseres sub 2] zijn verschenen bijgestaan door hun gemachtigde, alsmede [vertegenwoordiger] (vertegenwoordiger). [gedaagde] is, hoewel deugdelijk opgeroepen, niet verschenen. Tegen [gedaagde] is verstek verleend;
- de pleitaantekeningen van [eiseres sub 1] en [eiseres sub 2];
- op 7 mei 2021, na sluiting van de zitting, heeft [gedaagde] het verstek gezuiverd;
- de mondelinge behandeling op 18 mei 2021, waarbij [eiseres sub 1] en [eiseres sub 2] zijn verschenen bijgestaan door hun gemachtigde, alsmede [vertegenwoordiger] (vertegenwoordiger) en [gedaagde] vertegenwoordigd door [directeur] (directeur).
1.2
Aan partijen is meegedeeld dat vandaag vonnis zou worden gewezen.

2.DE VASTSTAANDE FEITEN

2.1 [
gedaagde] huurt sinds 1 september 2015 van [eiseres sub 1] kantoorfaciliteiten gelegen te […] in Aruba. De huurprijs bedraagt (laatstelijk) Afl. 2.800.- per maand.
2.2 [
gedaagde] huurt op grond van een huurovereenkomst van 27 maart 2019 van [eiseres sub 2] een opslagruimte, zijnde unit […] in Aruba. De huurprijs bedraagt Afl. 323,- per maand.
2.3
Bij brieven van 29 oktober 2020 hebben [eiseres sub 1] en [eiseres sub 2] [gedaagde] gesommeerd om de huurachterstanden van respectievelijk Afl. 20.096,81 en Afl. 6.397,- te betalen.
2.4
Bij brieven van 17 november 2020 heeft de gemachtigde van [eiseres sub 1] en [eiseres sub 2] [gedaagde] gesommeerd om respectievelijk Afl. 20.097,- en Afl. 6.397,- te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente en 15% incassokosten. Bij brieven van 10 december 2020 heeft de gemachtigde van [eiseres sub 1] en [eiseres sub 2] [gedaagde] wederom gesommeerd om respectievelijk Afl. 23.321,- en Afl. 7.141,- (inclusief 15% incassokosten) te betalen.

3.DE STANDPUNTEN VAN PARTIJEN

3.1 [
eiseres sub 1] en [eiseres sub 2] vorderen dat het Gerecht, bij vonnis in kort geding en uitvoerbaar bij voorraad:
- [ gedaagde] beveelt om het gehuurde binnen vijf (5) dagen, na betekening van deze uitspraak, te ontruimen en ter vrije beschikking van [eiseres sub 1] en [eiseres sub 2] te geven, onder verbeurte van een dwangsom van Afl. 5.000,- per dag dat [gedaagde] nalaat aan dit bevel te voldoen, tot een maximum van Afl. 1.000.000,-, dan wel;
- [ eiseres sub 1] en [eiseres sub 2] machtigt om de ontruiming zelf te bewerkstelligen, indien [gedaagde] met de ontruiming in gebreke blijft, desnoods met behulp van de sterke arm;
- [ gedaagde] veroordeelt om aan [eiseres sub 1] en [eiseres sub 2] te betalen de verschuldigde huur, vermeerderd met de buitengerechtelijke incassokosten en de wettelijke rente;
- Een zodanige voorziening treft die het Gerecht in goede justitie redelijk en billijk acht;
- [ gedaagde] veroordeelt tot betaling van de proceskosten.
3.2 [
eiseres sub 1] en [eiseres sub 2] gronden hun vordering erop dat [gedaagde] een achterstand heeft in de betaling van de huur die zij uit hoofde van de tussen partijen gesloten huurovereenkomsten verschuldigd is, waardoor ontruiming van het gehuurde gerechtvaardigd is.
3.3 [
gedaagde] voert verweer tegen de gevorderde ontruiming.

4.DE BEOORDELING

4.1
Het spoedeisend belang van [eiseres sub 1] en [eiseres sub 2] bij de gevraagde voorziening is door [gedaagde] niet weersproken en blijkt ook uit de aard van de vordering.
4.2
De vraag die voorligt is of vooruitlopend op het oordeel van de bodemrechter voldoende aannemelijk is dat [gedaagde] het gehuurde dient te ontruimen en veroordeeld moet worden tot betaling van de achterstallige huurpenningen.
4.3 [
eiseres sub 1] heeft onweersproken gesteld dat de huurachterstand met betrekking tot de kantoorfaciliteiten Afl. 39.077,19 bedraagt. Dit bedrag houdt in een bedrag van Afl. 35.616,- aan huur over de periode juni 2020 tot en met mei 2021, vermeerderd met Afl. 3.323,45 aan beveiliging over de periode van mei 2020 tot en met mei 2021, Afl. 76,97 aan waterkosten over de periode van juni 2020 tot september 2020 en Afl. 60,77 aan elektriciteitskosten over de periode van mei 2020 tot en met september 2020. Daarnaast heeft [eiseres sub 2] onweersproken gesteld dat de huurachterstand met betrekking tot de opslagruimtes over de periode tot en met mei 2021 Afl. 9.001,- bedraagt.
4.4
Vaste rechtspraak is dat een huurovereenkomst ontbonden kan worden bij een huurachterstand van tenminste drie maanden. De huurachterstanden bedragen in dit geval meer dan drie maanden. [gedaagde] heeft geen beroep gedaan op een (mogelijk) opschortingsrecht in verband met de coronapandemie. [gedaagde] heeft als enig verweer aangevoerd dat zij bereid is huurachterstand te betalen en dat zij wegens bedrijfseconomische redenen voortaan slechts één kantoorfaciliteit wenst te huren in plaats van twee kantoorfaciliteiten. Dit verweer van [gedaagde] wordt verworpen. [eiseres sub 1] en [eiseres sub 2] hebben voldoende gemotiveerd betwist dat er vertrouwen is dat [gedaagde] de huurachterstand zal betalen, nu [eiseres sub 1] en [eiseres sub 2] onweersproken hebben gesteld dat [gedaagde] vanaf juni 2020 geen huur meer heeft betaald en gedurende die periode niets van zich heeft laten horen. Tot aan de datum van het vonnis heeft het Gerecht geen bericht ontvangen van partijen dat [gedaagde] (een gedeelte van) de huurachterstand heeft betaald. [eiseres sub 1] en [eiseres sub 2] hebben ter zitting te kennen gegeven dat zij persisteren bij hun vordering in die zin dat [gedaagde] uit alle kantoorfaciliteiten en opslagruimtes wordt ontruimd. Gelet hierop weegt het belang van [eiseres sub 1] en [eiseres sub 2] op ontruiming door [gedaagde] van het gehuurde zwaarder dan het belang van [gedaagde] tot het blijven in (één van) de gehuurde ruimtes.
4.5
In een eventuele bodemprocedure zal de ontbinding van de huurovereenkomsten dan ook te verwachten zijn. De vorderingen van [eiseres sub 1] en [eiseres sub 2] om [gedaagde] te bevelen om de kantoorfaciliteiten en de opslagruimtes te ontruimen, zal daarom worden toegewezen. Het Gerecht acht het in dit geval redelijk om aan [gedaagde] een ontruimingstermijn te gunnen van vier weken na betekening van dit vonnis.
4.6
Voor het opleggen van een dwangsom ziet het gerecht geen aanleiding, nu [eiseres sub 1] en [eiseres sub 2] zelf de ontruiming met behulp van de deurwaarder kunnen doen bewerkstelligen. De gevorderde dwangsom wordt om die reden afgewezen.
4.7
Uit het eerste lid van artikel 556 Rv volgt dat [eiseres sub 1] en [eiseres sub 2] de ontruiming niet zelf ter hand mogen nemen, en dat gedwongen ontruiming het exclusieve terrein is van de deurwaarder. [eiseres sub 1] en [eiseres sub 2] hebben voldoende aan dit vonnis om de deurwaarder te kunnen inschakelen indien [gedaagde] niet vrijwillig tot nakoming daarvan overgaat. In het licht daarvan hebben [eiseres sub 1] en [eiseres sub 2] derhalve geen machtiging nodig om de ontruiming zelf te doen bewerkstelligen. Voorwaarde is dat het ontruimingsvonnis door de deurwaarder wordt betekend aan [gedaagde], en dat aan [gedaagde] overeenkomstig het bepaalde in artikel 555 Rv bevel wordt gedaan om binnen drie dagen (na ommekomst van de aan haar bij dit vonnis gegunde ontruimingstermijn dus) te ontruimen. De deurwaarder op zijn beurt behoeft geen rechterlijke machtiging om bevoegd te zijn de hulp van de sterke arm van politie en justitie in te roepen indien de deuren van het te ontruimen pand gesloten zijn of de opening daarvan geweigerd wordt. Die bevoegdheid ontleent de deurwaarder immers rechtstreeks aan artikel 557 Rv, waarin artikel 444 Rv van overeenkomstige toepassing wordt verklaard. Voorziet de deurwaarder problemen, dan kan hij op de voet van (strekking en geest van) de Algemene Politieverordening - zonder dat daartoe rechterlijke machtiging nodig is - bijstand van de politie inroepen. In het licht van dit alles valt van de bodemrechter het oordeel te verwachten dat dit onderdeel van het door [eiseres sub 1] en [eiseres sub 2] verzochte moet worden afgewezen. Dat betekent dat dit onderdeel van de thans door [eiseres sub 1] en [eiseres sub 2] verzochte voorziening zal worden afgewezen.
4.8
De stelling van [eiseres sub 1] en [eiseres sub 2] dat de gevorderde huurachterstanden tot en met mei 2021 met betrekking tot de kantoorfaciliteiten en de opslagruimten respectievelijk Afl. 39.077,19 en Afl. 9.001,- bedragen, zijn door [gedaagde] niet weersproken, zodat die komen vast te staan. De gevorderde huurachterstand zal om die reden op na te melden wijze worden toegewezen. De gevorderde wettelijke rente over deze bedragen zal worden toegewezen vanaf de datum van indiening van het verzoekschrift op 1 maart 2021, nu [eiseres sub 1] en [eiseres sub 2] in het petitum van het verzoekschrift hebben nagelaten aan te geven vanaf wanneer zij dit vorderen.
4.9
De gevorderde buitengerechtelijke incassokosten zullen conform het procesreglement 2018 worden toegewezen tot een bedrag van Afl. 1.875,-.
4.1
Als de in het ongelijk te stellen partij zal [gedaagde] in de proceskosten van [eiseres sub 1] en [eiseres sub 2] worden veroordeeld.

5.DE UITSPRAAK

De rechter in dit Gerecht:
5.1
beveelt [gedaagde] om binnen vier (4) weken na betekening van dit vonnis de gehuurde kantoorfaciliteiten gelegen te […] in Aruba, te verlaten en te ontruimen met medeneming van alle aan haar toebehorende personen en goederen, met afgifte van de sleutels aan [eiseres sub 1] ter vrije beschikking van [eiseres sub 1];
5.2
beveelt [gedaagde] om binnen vier (4) weken na betekening van dit vonnis de gehuurde opslagruimtes, zijnde […] in Aruba, te verlaten en te ontruimen met medeneming van alle aan haar toebehorende personen en goederen, met afgifte van de sleutels aan [eiseres sub 2] ter vrije beschikking van [eiseres sub 2];
5.3
veroordeelt [gedaagde] tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan [eiseres sub 1] te betalen de achterstallige huurpenningen en onbetaalde voorzieningen tot en met mei 2021, zijnde een bedrag van Afl. 39.077,19, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 1 maart 2021 tot de dag der algehele voldoening,
5.4
veroordeelt [gedaagde] tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan [eiseres sub 2] te betalen de achterstallige huurpenningen tot en met mei 2021, zijnde een bedrag van Afl. 9.001,-, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 1 maart 2021 tot de dag der algehele voldoening,
5.5
veroordeelt [gedaagde] tot betaling aan [eiseres sub 1] en [eiseres sub 2] van de buitengerechtelijke incassokosten van Afl. 1.875,-;
5.6
veroordeelt [gedaagde] in de kosten van deze procedure, terwijl de kosten van [eiseres sub 1] en [eiseres sub 2] tot op deze uitspraak worden begroot op Afl. 224,54 aan verschotten, Afl. 450,- aan griffierechten en Afl. 1.000,- aan gemachtigdensalaris;
5.7
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
5.8
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. M.E.B. de Haseth, rechter, en werd uitgesproken ter openbare terechtzitting van woensdag 9 juni 2021 in aanwezigheid van de griffier.